Kinderen kunnen zeker iets met ijs hebben! Klop, klop. Wie is daar? Banaan. Banaan wie? Banaan splitsing!
2. Klop, klop. Wie is daar? Rundvlees. Rundvlees wie? Voor ik het koud krijg, kun je me maar beter binnenlaten.
3. Klop, klop. Wie is daar? Bietjes! Bietjes wie? Bietjes ik!
4. Klop, klop. Wie is daar? Broccoli! Broccoli wie? Broccoli heeft geen achternaam, sufferd.
5. Klop, klop. Wie is daar? Boter. Boter wie? Boter, schiet op. Ik moet naar de wc. 6. Klop, klop. Wie is daar? Kaas. Kaas wie? Kaas een leuke meid. 7. Klop, klop. Wie is daar?Wie is daar? Ice cream soda. Ice cream soda wie? Ice cream soda mensen kunnen me horen!
11. Klop, klop. Wie is daar? Ketchup. Ketchup wie? Ketchup met mij en ik zal het je vertellen!
12. Klop, klop. Wie is daar? Kiwi. Kiwi wie? Kiwi ga naar de winkel?
13. Klop, klop. Wie is daar? Lettuce. Lettuce wie? Laat ons binnen, we hebben het ijskoud!
14. Klop, klop. Wie is daar? Olive. Olive wie? Olive vlak naast je.
15. Klop, klop. Wie is daar? Olive. Olive wie? Olive jij. Hou je ook van mij?
16. Klop, klop. Wie is daar? Oranje. Oranje wie? Oranje doe je nog open?
17. Klop, klop. Wie is daar? Oranje. Oranje wie? Oranje, ben je blij me te zien? Klop, klop. Wie is daar? Quiche. Quiche wie? Kan ik een knuffel en een quiche krijgen?
20. Klop, klop. Wie is daar? Klop. Klop wie? Draai het volume, het is stil hier.
Naamklop-klop grappen
Heeft iemand in uw familie een naam op deze lijst? Misschien hebben uw kinderen een klasgenoot op school met wie ze een van deze grappen kunnen delen?
Hoe leuk om een mop te hebben met je naam erin!
21. Klop, klop. Wie is daar? Abe. Abe wie? Abe C D E F G H…
22. Klop, klop. Wie is daar? Ada. Ada wie? Ada hamburger voor lunch!
23. Klop, klop. Wie is daar? Al. Al wie? Al geef je een high five als je deze deur open doet!
24. Klop, klop. Wie is daar? Alex. Alex wie? Hey, Alex de vragen hier!
25. Klop, klop. Wie is daar? Alex. Alex wie? Alex-luister als je de deur open doet!
26. Klop, klop. Wie is daar? Alfie. Alfie wie? Alfie, vreselijk als je weggaat!
27. Klop, klop. Wie is daar? Alma. Alma wie? Alma gaat het niet zeggen.
28. Klop, klop. Wie is daar? Amanda. Amanda wie? Een man die je deurbel repareert!
29. Klop, klop. Wie is daar? Amy. Amy wie? Amy, bang dat ik het vergeten ben!
30. Klop, klop. Wie is daar? Andrew. Andrew wie? Andrew een foto! Klop, klop. Wie is daar? Anita. Anita wie? Anita om een potlood te lenen!
32. Klop, klop. Wie is daar? Annie. Annie wie? Annie lichaam gaat deze deur openen?
33. Klop, klop. Wie is daar? Annie. Annie wie? Annie wat jij kan, kan ik beter! (bonuspunten als je deze regel zingt)
34. Klop, klop. Wie is daar? Barbara. Barbara wie? Barbara zwart schaap, heb je wol?
35. Klop, klop. Wie is daar? Barbie. Barbie wie? Barbie Q Chicken!
36. Klop, klop. Wie is daar? Ben. Ben wie? Ben klopt al 20 minuten.
37. Klop, klop. Wie is daar? Billy Bob Joe Penny. Billy Bob Joe Penny wie? Hoeveel Billy Bob Joe Penny’s ken je eigenlijk?
38. Klop, klop. Wie is daar? Caesar. Caesar wie? Caesar snel, ze loopt weg.
39. Klop, klop. Wie is daar? Candice. Candice wie? Candice grapje kan niet erger?
40. Klop, klop. Wie is daar? Claire. Claire wie? Claire uit de weg; ik kom naar binnen!
41. Klop, klop. Wie is daar? Doris. Doris wie? Doris op slot. Doe open, alsjeblieft!
42. Klop, klop. Wie is daar? Dwayne. Dwayne wie? Dwayne de badkuip. Ik ben beneden!
43. Klop, klop. Wie is daar? Frank. Frank wie? Frank, bedankt dat je mijn vriend bent. Klop, klop. Wie is daar? Howard. Howard wie? Howard ken ik. Klop, klop. Wie is daar? Isabel. Isabel wie? Isabel werkt? Ik moest kloppen.
46. Klop, klop. Wie is daar? Joe. Joe wie? Grapjes maken met jou is een van mijn favoriete dingen om te doen. Klop, klop. Wie is daar? Justin. Justin wie? Justin is in de buurt en dacht ik kom even langs.
48. Klop, klop. Wie is daar? Ken. Ken wie? Ken, mag ik binnenkomen? Het vriest hier!
49. Klop, klop. Wie is daar? Kent. Kent wie? Kun je aan mijn stem horen wie ik ben? Klop, klop. Wie is daar? Lena. Lena wie? Lena een beetje dichterbij en ik zal het je zeggen!
51. Klop, klop. Wie is daar? Luke. Luke wie? Luke door het sleutelgat om het te zien!
52. Klop, klop. Wie is daar? Mikey. Mikey wie? Mikey past niet in het sleutelgat!
53. Klop, klop. Wie is daar? Nana. Nana wie? Nana jouw zaken wie is daar.
54. Klop, klop. Wie is daar? Nobel. Nobel wie? Geen bel, daarom klopte ik!
55. Klop, klop. Wie is daar? Otto. Otto wie? Otto, weet je waarom het zo lang duurt?
56. Klop, klop. Wie is daar? Robin. Robin wie? Robin je huis! Klop, klop. Wie is daar? Sherlock. Sherlock wie? Sherlock doe je deur goed dicht.
58. Klop, klop. Wie is daar? Troy. Troy wie? Troy belt aan!
59. Klop, klop. Wie is daar? Tyrone. Tyrone wie? Tyrone schoenveters!
60. Klop, klop. Wie is daar? Wendy. Wendy wie? De bel van Wendy werkt weer, ik hoef niet te kloppen.
61. Klop, klop. Wie is daar? Will. Will wie? Wil je me binnenlaten? Het vriest hier!
Dierlijke klop-klop grapjes
Kleintjes vinden het vast leuk om zich de onderstaande dieren voor te stellen die op de voordeur kloppen en dan een goede grap maken.
Oeuwen komen in veel dierengrapjes voor, dankzij hun “wie”-geluid.
62. Klop, klop. Wie is daar? Een kudde. Een kudde wie? Een kudde jij was thuis. Kun je spelen?
63. Klop, klop. Wie is daar? Alpaca. Alpaca wie? Alpaca de koffer, jij a-zak-a de koffer!
64. Klop, klop. Wie is daar? Kuiken. Kuiken wie? Kuiken je kachel, ik ruik het branden!
65. Klop, klop. Wie is daar? Koe-ga. Koe-ga wie? Nee, koe-ga MOO!
66. Klop, klop. Wie is daar? Geit. Geit wie? Geit naar de deur en kom erachter.
67. Klop, klop. Wie is daar? Honingbij. Honingbij wie? Honingbij een schat en haal wat water voor me.
68. Klop, klop. Wie is daar? Onderbrekende koe. onderbrekende koe (je schreeuwt MOOOOOO voordat ze kunnen zeggen, “wie?”).
69. Klop, klop. Wie is daar? Stoor luiaard. Stoor luiaard wie? (wacht 10-20 seconden) Sloooooooth
70. Klop, klop. Wie is daar? Aapje. Aapje wie? Aapje ziet. Aap doet.
71. Klop, klop. Wie is daar? Owls say. Owls say who? Yes, they do.
72. Klop, klop. Wie is daar? Eén of ander konijn. Eén of ander konijn wie? Eén of ander konijn heeft al mijn wortels opgegeten.
73. Klop, klop. Wie is daar? Wie. Wie wie? Is er hier een uil?
Plaats Klop Klop Moppen
De flauwe moppen hieronder zijn leuk om te vertellen op reis en in het vliegtuig. Misschien bent u zelfs op weg naar een van deze fantastische bestemmingen. Reizen is een van die momenten waarop een gevoel voor humor van onschatbare waarde kan zijn als opvoedingsinstrument.
Gaat u op vakantie? Dit is uw rubriek.
74. Klop, klop. Wie is daar? Amarillo. Amarillo wie? Amarillo aardige vent!
75. Klop, klop. Wie is daar? Europa. Europa wie? Nee, ik ben het niet. 76. Klop, klop. Wie is daar? Europa. Europa wie? Nee, je bent een poepie!
77. Klop, klop. Wie is daar? Havana. Havana wie? Havana, een fijne tijd gewenst dat je hier was!
78. Klop, klop. Wie is daar? Ida. Ida wie? Je weet toch dat je het uitspreekt als IdaHO.
79. Klop, klop. Wie is daar? Juneau. Juneau wie? Juneau de hoofdstad van Alaska?
80. Klop, klop. Wie is daar? Kenya. Kenya wie? Kenya feel the love tonight? (meezingen!)
81. Klop, klop. Wie is daar? Oslo. Oslo wie? Oslo neer, waarom zo’n haast?
82. Klop, klop. Wie is daar? Venetiaans. Venetiaans wie? Venetiaans, komt je moeder naar huis? Klop, klop. Wie is daar? Jeukon. Jeukon wie? Jeukon zeg dat nog eens!
Klop-klop grappen voor honden
Zelfs de hond van de familie kan betrokken raken bij de grappen van kinderen.
84. Klop, klop. Wie is daar? Verdediging. Verdediging wie? Verdediging heeft een gat, dus onze hond is los.
85. Klop, klop. Wie is daar? Eileen. Eileen wie? Eileen om de hond te aaien.
86. Klop, klop. Wie is daar? Howl. Howl wie? Howl je weet dat ik het ben als je de deur niet open doet?
87. Klop, klop. Wie is daar? Ken. Ken wie? Ken, ik breng mijn hond naar jouw huis. Klop, klop! Wie is daar? Leash. Leash wie? Leash je zou kunnen doen is de deurbel beantwoorden!
89. Klop, klop! Wie is daar? Patsy. Patsy wie? Patsy hond op het hoofd, hij vindt het leuk.
90. Klop, klop. Wie is daar? Ruw. Ruw wie? Ruw, ruw! Het is je hond!
Verjaardag Klop Klop Moppen
Iedereen is jarig dus waarom niet iets grappigs op je kaart zetten of hardop lachen bij de taart? Wees de komiek met deze verjaardagsgrappen.
91. Klop, klop. Wie is daar? Abbey. Abbey wie? Abbey verjaardag voor jou, Abbey verjaardag voor jou…
92. Klop, klop. Wie is daar? Alligator. Alligator wie? Alligator haar een mooi verjaardagscadeau.
93. Klop, klop. Wie is daar? Bacon. Bacon wie? Bacon een taart voor je verjaardag.
94. Klop, klop! Wie is daar? Gus. Gus wie? Gus hoe oud ben ik vandaag!
95. Klop, klop! Wie is daar? Organ. Organ wie? Organiseer een feestje, ik ben jarig!
96. Klop, klop. Wie is daar? Sue. Sue wie? Sue-prize! Gefeliciteerd met je verjaardag!
Andere grappige klop klop grappen voor kinderen
De grappige klop klop grappen voor kinderen hieronder zijn een gemengde selectie van woorden, uitdrukkingen, huishoudelijke artikelen, en meer geschikt voor elk klasniveau.
Een willekeurig assortiment van klop klop grappen voor kinderen.
97. Klop, klop. Wie is daar? Verbeter. Verbeter wie? Verbeter is tussen ons. Doe open!
98. Klop, klop. Wie is daar? Alien. Alien wie? Hoeveel aliens ken jij?
99. Klop, klop. Wie is daar? Amish. Amish wie? Awe, ik mis jou ook.
100. Klop, klop. Wie is daar? Atch. Atch wie? Gelukkig!
101. Klop, klop. Wie is daar? Armageddon. Armageddon wie? Armageddon verveelt zich een beetje. Laten we naar buiten gaan.
102. Klop, klop. Wie is daar? Avenue. Avenue wie? Avenue heeft al eerder op deze deur geklopt?
103. Klop, klop. Wie is daar? Bed. Bed wie? Bed je kunt niet raden wie ik ben!
104. Klop, klop. Wie is daar? Boe. Boe? Wie? Ik wilde je niet aan het huilen maken. Klop, klop. Wie is daar? Gebroken potlood. Gebroken potlood wie. Maakt niet uit, het heeft geen zin. Klop, klop. Wie is daar? Inbreker. Inbreker wie? Inbrekers kloppen niet!
107. Klop, klop. Wie is daar? Kano. Kano wie? Kano komt vandaag buiten spelen?
108. Klop, klop. Wie is daar? Cash. Cash wie? Nee bedankt, maar ik wil wel een pinda.
109. Klop, klop. Wie is daar? Gargo. Gargo wie? Gargo beep, beep, vroom, vroom!
110. Klop, klop. Wie is daar? CD. CD wie? CD persoon op je stoep?
111. Klop, klop. Wie is daar? Comb. Comb wie? Comb on down, and I’ll tell you!
112. Klop, klop. Wie is daar? Dishes. Dishes wie? Dishes een leuke plek heb je hier.
113. Klop, klop. Wie is daar? Dokter. Dokter wie? Heb je die TV show gezien? Klop, klop. Wie is daar? Dozen. Dozen wie? Dozen, wil iemand me binnenlaten?
115. Klop, klop. Wie is daar? Etch. Etch wie? Gelukkig, vriend.
116. Klop, klop. Wie is daar? Van. Van wie? Grammaticaal gesproken, moet je zeggen “van wie.”
117. Klop, klop. Wie is daar? Luik. Luik wie? Luik me alleen!
118. Klop, klop. Wie is daar? Klein oud vrouwtje. Klein oud vrouwtje wie? Ik wist niet dat je kon jodelen. Klop, klop. Wie is daar? Snor. Snor wie? Ik snor je een vraag, maar ik scheer hem wel voor later.
120. Klop, klop. Wie is daar? Naald. Naald wie? Een beetje hulp om door de deur te komen.
121. Klop, klop. Wie is daar? Non. Non wie? Non van jouw zaken!
122. Klop, klop. Wie is daar? Politie. Politie wie? Politie (alstublieft) mag ik binnenkomen?
123. Klop, klop. Wie is daar? Politie. Politie wie? Politie haast je. Ik bevries hier buiten!
124. Klop, klop. Wie is daar? Radio. Radio wie? Radio niet, hier kom ik!
125. Klop, klop. Wie is daar? Klop. Klop wie? Klop buiten, laat me binnen!
126. Klop, klop. Wie is daar? Sneeuw. Sneeuw wie? Sneeuw om te lachen.
127. Klop, klop. Wie is daar? Spreuk. Spreuk wie? W-H-O!
128. Klop, klop. Wie is daar? Tank. Tank wie? Je bent welkom!
129. Klop, klop. Wie is daar? Voodoo. Voodoo wie? Voodoo denk je dat je bent, al die vragen stellen!
130. Klop, klop. Wie is daar? Wa. Wa wie? Waar ben je zo opgewonden over?
131. Klop, klop. Wie is daar? Water. Water wie? Water doe je in mijn huis?
132. Klop, klop. Wie is daar? Wie? Wie? Wie is de weg naar de winkel?
133. Klop, klop. Wie is daar? Houten schoen. Houten schoen wie? Houten schoen wil nog een mop horen?
134. Klop, klop. Wie is daar? Ja. Ja wie? Auw, je bent zo opgewonden om me te zien!
135. Klop, klop. Wie is daar? Zoem. Zoem wie? Zoem dacht je dat het was?
Hier zijn een paar bonusgrapjes in een iets ander formaat die mijn dochter grappig vond, toen ze een jaar of 5 was.
Wil je me over 2 minuten nog herinneren? Ja. Klop, klop. Wie is daar? Hey, je kent me niet meer!
Klop, klop. Wie is daar? Iemand die niet bij de deurbel kan!
De geschiedenis van deze grappige moppen
Hier is een klein beetje leuke trivia. Heeft u zich ooit afgevraagd waar deze grappen vandaan komen? De vroegst bekende grappige klop-klop grappen (die eigenlijk “weet je wat” grappen werden genoemd) kunnen worden getraceerd tot ongeveer 1900.
“Ken je” grappen – b.v., Ken je Conrad?… Conrad wie?… Conrad-ulaties, dit was een grap! – werden vervangen door klop-klop grappen in de jaren 1930, toen het formaat plotseling enorm populair werd.
Bedrijven hielden wedstrijden. Entertainers verweefden ze in alles, inclusief muziek en dansnummers. Radiozenders zonden ze in overvloed uit. Er waren zelfs klop-klop moppen clubs over het hele land.
Tegen het eind van de jaren dertig echter, gingen de critici eraan voorbij en nam het enthousiasme voor de klop-klop grappen af. Ze hebben nog steeds een trouw publiek, dat wel. Kinderen van peuters tot middelbare scholieren zijn nog steeds de belangrijkste consumenten, en dat zal waarschijnlijk nooit veranderen. Ik denk dat volwassenen ze nog steeds grappig vinden. Ik lees een paar op deze lijst aan mijn man, en hij lachte hardop (ze zijn de ultieme vader grappen, na alle).
Een paar van onze favoriete verwante knock-knock grappen voor kinderen boeken zijn hier vermeld. Als een Amazon Associate, verdien ik uit in aanmerking komende aankopen.
GRATIS downloaden