3 Bewijzen die bevestigen dat de Bijbel niet is verzonnen

We krijgen af en toe de volgende vraag: Hoe weet je dat de Bijbel niet gewoon verzonnen is?

Zeker, zelfs de meest fervente scepticus zal het moeilijk hebben om te geloven dat de hele Bijbel gewoon verzonnen is, aangezien veel van de details ervan bevestigd worden door de archeologie en in andere historische geschriften. Laten we daarom drie aspecten van de Bijbel samen bekijken om uit te leggen hoe we weten dat de Bijbel niet zomaar is verzonnen.

De Bijbel is uniek qua inhoud

Voreerst is de Bijbel, vergeleken met andere “heilige boeken”, in vele opzichten uniek. Niet alleen is hij door minstens 40 schrijvers, op meerdere continenten, over een periode van 1500 jaar samengesteld, maar hij is ook niet wat we zouden verwachten als hij “verzonnen” zou zijn. De Bijbel bevat ook grote morele tekortkomingen van zijn helden, terwijl de meeste geschriften van andere religies de neiging hebben om de gebreken van hun helden wit te wassen.

Bovendien is het thema van de Bijbel heel anders dan de thema’s die in andere religies worden gevonden. Manmade religies leren dat een mens redding kan verdienen door verschillende praktijken en goede werken. De Bijbel legt uit dat de mens zondig is, Gods oordeel verdient, en dat geen enkele hoeveelheid goede werken ooit onze schuld kan wegnemen. God Zelf lost ons probleem op door een mens te worden en onze straf op Zich te nemen. Door mensen gemaakte religies gaan over wat de mens voor zijn god kan doen, maar de Bijbel gaat over wat God al voor de mens heeft gedaan.

De Bijbel Wordt Bevestigd Door Archeologie

Ten tweede, de Bijbel onthult nauwkeurig historische mensen, gebeurtenissen, en plaatsen. Beschouw de volgende voorwerpen, beschreven in ons artikel, “Archeologische Vondsten.”

  • Ontdekt in Israël, is de Tel Dan Stele gedateerd uit de negende eeuw v. Chr. en vermeldt het “Huis van David”, waarmee de lang gekoesterde opvatting van vele sceptici, dat David een mythisch persoon was, wordt verbrijzeld.
  • De Mesha Stele beschrijft de onderwerping van Moab onder Omri, de koning van Israël. Het verwijst ook naar de persoonlijke naam van de God van de Bijbel (Jahweh), en bevat zeer waarschijnlijk een verwijzing naar het “Huis van David” (dit wordt betwist vanwege een onleesbare letter).
  • De Pilatussteen levert archeologisch bewijs voor het bestaan van de man die Jezus ter dood veroordeelde aan het kruis. Sceptici ontkenden vaak zijn bestaan tot de ontdekking van deze steen, die Pontius Pilatus identificeert als de Prefect van Judea.1

Dr. Nelson Glueck was de president van het Hebrew Union College en een zeer gerespecteerd archeoloog wiens vertrouwen in de historische nauwkeurigheid van de Schrift leidde tot de ontdekking van 1.500 vindplaatsen uit de oudheid. Met betrekking tot de Bijbel en archeologie verklaarde hij het volgende:

Het kan categorisch worden gesteld dat geen enkele archeologische ontdekking ooit een Bijbelse verwijzing heeft tegengesproken. Er zijn tientallen archeologische vondsten gedaan die in grote lijnen of tot in detail historische uitspraken in de Bijbel bevestigen. En omgekeerd heeft een juiste evaluatie van de Bijbelse beschrijving vaak tot verbazingwekkende ontdekkingen geleid.2

De vooraanstaande archeoloog Dr. William F. Albright heeft ook de nauwkeurigheid van de Bijbelse geschiedenis bevestigd.

Dankzij modern onderzoek erkennen we nu de substantiële historiciteit ervan. De verhalen over de Patriarchen, over Mozes en de Exodus, over de verovering van Kanaän, over de Rechters, de Monarchie, de Ballingschap en de Restauratie, zijn allemaal bevestigd en geïllustreerd in een mate die ik veertig jaar geleden voor onmogelijk had gehouden.3

Glueck en Albright richtten hun aandacht op het Oude Testament, maar hoe zit het met het Nieuwe Testament? Krijgt het ook zo’n bevestiging? Misschien omdat het recenter is, is het bewijs voor het Nieuwe Testament overvloediger. Beschouw de volgende details in slechts één enkel hoofdstuk van de Bijbel die bevestigd zijn door historici en archeologen:

  • De juiste locatie (Amphipolis en Apollonia) van waar de reizigers opeenvolgende nachten zouden doorbrengen op deze reis (Handelingen 17:1)
  • De aanwezigheid van een synagoge in Thessalonica (Handelingen 17:1)
  • De eigenlijke titel, “politarchen,” gebruikt voor de magistraten aldaar (Handelingen 17:6)
  • De juiste implicatie dat reizen over zee de handigste manier is om Athene te bereiken met gunstige oostenwinden van de zomerzeiltocht (Handelingen 17:14)
  • De overvloedige aanwezigheid van beelden in Athene (Handelingen 17:16)
  • De verwijzing naar een synagoge in Athene (Handelingen 17:17)
  • De weergave van het Atheense leven van filosofisch debat in de Agora (Handelingen 17:17)
  • Het gebruik van het juiste Atheense slangwoord voor Paulus, een spermologos (Handelingen 17:18), evenals het hof (areios pagos)
  • De juiste karakterisering van het Atheense karakter (Handelingen 17:
  • Een altaar voor een “onbekende god” (Handelingen 17:23)
  • De juiste reactie van Griekse filosofen die de lichamelijke opstanding ontkenden (Handelingen 17:32)
  • Areopagieten als de juiste titel voor een lid van het hof (Handelingen 17:34)4

Bedenk, dat al deze nauwkeurige details in slechts één hoofdstuk worden gevonden. Dit bewijst niet dat elk woord in de Schrift waar is, maar het laat wel zien dat de schrijver (Lucas) een grondige kennis had van de mensen, gebruiken en plaatsen waarover hij schreef. Ook hebben we geen verslag van een schrijver uit de oudheid die de historiciteit ontkent van de mensen en plaatsen die in de Schrift worden beschreven, maar we hebben wel een aantal eerste- en tweede-eeuwse bronnen van buiten de Bijbel die het bestaan van Jezus bevestigen.

Er zouden nog veel meer archeologen kunnen worden genoemd die de juistheid van de bijbelse tekst verifiëren. Natuurlijk zullen we nooit archeologisch of paleografisch bewijs vinden om elke persoon, gebeurtenis of plaats die in de Bijbel wordt beschreven, te bevestigen. Historisch onderzoek kan bijvoorbeeld bevestigend bewijs leveren voor de kruisiging van Jezus onder Pontius Pilatus (Tacitus vermeldt deze details in Annalen), maar wetenschappelijke disciplines kunnen niet bevestigen dat Zijn dood aan het Kruis Gods toorn tegen de zonde bevredigde. Echter, de overvloed aan vondsten die perfect overeenkomen met de Schrift en die al gevonden zijn, tonen aan dat de Bijbel niet zomaar “verzonnen” is.5

De overvloed aan vondsten die perfect overeenkomen met de Schrift en die al gevonden zijn, tonen aan dat de Bijbel niet zomaar “verzonnen” is.

Vergelijk de nauwkeurigheid van de Bijbel eens met de miserabele archeologische verslagen van de Mormoonse religie. De Mormoonse “heilige boeken” leren dat inheemse Amerikanen eigenlijk Joden zijn die Jeruzalem ontvluchtten, maar DNA-onderzoek heeft deze bewering vervalst. Bovendien hebben archeologen, ondanks miljoenen dollars die zijn uitgegeven aan opgravingen in Amerika, geen greintje bewijs gevonden dat de beweringen van de Mormonen ondersteunt, en de vroege Amerikanen hanteerden geen kromzwaarden en reden niet op paarden en olifanten.6

Wetenschappers uit elke discipline zouden kunnen worden geciteerd wier werk op hun respectieve gebieden hen ervan heeft overtuigd of nog meer ervan heeft overtuigd dat de Bijbel waar is. Maar we moeten niet in de eerste plaats vertrouwen op de conclusies van geleerde mannen en vrouwen uit de wetenschap. Hoewel hun uitspraken nuttig zijn, moeten we erkennen dat zij zich kunnen vergissen en van gedachten kunnen veranderen. Is er dan iets waar we naar kunnen kijken om aan te tonen dat de Bijbel niet slechts een uitvinding van de mens was? Inderdaad.

De Bijbel wordt bevestigd door Gods uitdaging aan andere godsdiensten

Door Jesaja 40-46 heen daagt God, sprekend door de profeet, herhaaldelijk de valse goden uit om zichzelf te bewijzen. Hij daagt hen met name uit om de toekomst te voorspellen en deze te verwezenlijken.

“Laat uw zaak zien,” zegt de Heer. “Breng uw sterke redenen naar voren,” zegt de koning van Jakob. “Laat hen voortbrengen en ons tonen wat zal geschieden; laat hen de vroegere dingen tonen, wat zij waren, opdat wij ze mogen beschouwen, en het laatste einde er van kennen; of ons de toekomende dingen verklaren. Toont de toekomende dingen, opdat wij weten, dat Gij Goden zijt. (Jesaja 41:21-23)

Dit is dus de test voor de andere godsdiensten in de wereld. Kunnen zij toekomstige gebeurtenissen nauwkeurig voorspellen? Per slot van rekening weet alleen de alwetende, almachtige Schepper alles wat er zal gebeuren en heeft Hij de mogelijkheid om het te laten gebeuren. En God heeft Zijn rechtvaardig karakter gevestigd door dit unieke vermogen. In Jesaja 41:26 vraagt de Heer: “Wie heeft van den beginne verklaard, opdat wij zouden weten? En vroegere tijden, opdat wij zouden zeggen: ‘Hij is rechtvaardig’?”

De meeste stichters van de wereldgodsdiensten hebben nooit geprobeerd de toekomst te voorspellen.7 Buiten de Bijbel bevatten de andere “heilige boeken” van de wereld niet echt profetieën. De vage voorspellingen van Nostradamus en de aantoonbaar valse prognoses van Edgar Cayce voldoen niet aan de Bijbelse norm van 100 procent nauwkeurigheid voor een profeet (Deuteronomium 18:22).

Kijk nu eens naar wat God zegt over Zijn eigen kunnen op dit gebied:

Ik ben de Here, dat is Mijn naam; en Mijn heerlijkheid geef Ik niet aan een ander, noch Mijn lof aan gesneden beelden. Zie, de vorige dingen zijn voorbijgegaan, en nieuwe dingen verkondig Ik; voordat zij ontluiken, zeg Ik u daarvan. (Jesaja 42:8-9)

Wat heeft profetie te maken met de vraag of de Bijbel “verzonnen” is? Mensen kunnen de toekomst niet nauwkeurig voorspellen, en toch was meer dan een vierde van de Bijbel profetisch ten tijde van het schrijven ervan, wat aangeeft dat deze mensen niet zomaar verzonnen wat ze schreven – hun geschrift was geïnspireerd door God. De bijbelse profetieën bevatten specifieke personen, tijden, plaatsen en gebeurtenissen, en zijn over het algemeen rechtlijnig. De meeste werden eeuwen vóór de beschreven gebeurtenissen geschreven, en die welke reeds vervuld zijn, zijn precies zo uitgekomen als was voorspeld (sommige profetieën wachten op hun toekomstige vervulling).

Kijk eens naar slechts een handvol van de honderden nauwkeurige profetieën die in de Schrift zijn opgetekend:

De Messias zou . . . Geprofeteerd Vervuld
Geboren uit een maagd Isaiah 7:14 Matthew 1:25
Geboren te Bethlehem Micah 5:2 Matthew 2:1, 6
Betaald voor 30 zilverlingen Zecharia 11:12 Mattheus 26:15, 49
Kleren gedeeld aan het kruis Psalm 22:18 John 19:24
Gewond voor onze zonden Isaiah 53:5 1 Petrus 2:24
Gedood voor anderen Daniël 9:26 2 Corinthiërs 5:21
Opgestaan uit de doden Palm 16:10 Luke 24:6

Naast tientallen profetieën over de Messias, Jezus Christus, bevat het Oude Testament honderden gedetailleerde profetieën, vaak om het oordeel aan te kondigen over Israël en de omringende naties vanwege hun ongehoorzaamheid.

Wanneer Messiaanse profetieën aan de orde worden gesteld, nemen sceptici vaak aan dat Jezus eenvoudigweg bepaalde voorspellingen wilde vervullen; maar als Jezus slechts een mens was, hoe zou Hij er dan voor kunnen zorgen dat Hij in Bethlehem uit een maagd zou worden geboren of dat Hij uit de dood zou worden opgewekt?

Vele sceptici nemen ook aan dat deze profetieën na de feiten werden geschreven, maar alle profetieën die in de bovenstaande grafiek worden genoemd, werden tenminste 400 jaar voordat de gebeurtenissen plaatsvonden geschreven. Zelfs als iemand de goed onderbouwde traditionele dateringen van de boeken van het Oude Testament verwerpt, moet hij nog steeds rekening houden met het feit dat de Griekse vertaling van het Oude Testament, bekend als de Septuagint, deze profetieën bevat en ruim vóór de geboorte van Christus werd vertaald. Bovendien werden gedeelten van elk van de boeken van het Oude Testament in de grafiek ontdekt onder de Dode Zee Rollen, inclusief de grote Jesaja Rol, die gedateerd wordt op tenminste een eeuw voor de geboorte van Christus en die meerdere precieze profetieën over de Messias bevat. Hoe konden de schrijvers van het Oude Testament in vredesnaam weten wat er met volmaakte nauwkeurigheid zou gebeuren? Er is maar één logisch antwoord. God inspireerde hun woorden; zij verzonnen niet wat zij schreven.

Conclusie

De waarheid is dat God het schrijven van Zijn Woord heeft geïnspireerd in de verzameling van 66 boeken die wij de Bijbel noemen (2 Timoteüs 3:16). Het idee dat mensen het gewoon verzonnen hebben, wordt redelijkerwijs ontkracht door het unieke karakter van de Schrift, haar historische en archeologische nauwkeurigheid, en haar opname van vervulde gedetailleerde profetie. Deze feiten bewijzen niet noodzakelijkerwijs dat elk woord in de Bijbel accuraat is, maar zij bieden wel verificatie voor vele gedeelten van de Schrift, tonen de goddelijke oorsprong ervan aan, en geven ons een groot vertrouwen dat de details die niet wetenschappelijk geverifieerd kunnen worden, ook waar zijn. Uiteindelijk geloven wij dat de hele Schrift door God is geïnspireerd, omdat de Heilige Geest in ons woont en ons zekerheid en overtuiging geeft wanneer wij biddend de Bijbel lezen en bestuderen.

De Bijbel legt de belangrijkste boodschap uit die wij ooit zouden kunnen weten.

Ten slotte legt de Bijbel, naast de goddelijke oorsprong van de tekst, ook de belangrijkste boodschap uit die wij ooit zouden kunnen weten. Als mensen die gezondigd hebben tegen onze volmaakt heilige Schepper, verdienen wij Zijn oordeel, maar God zond Zijn Zoon om een offerdood te sterven aan het kruis, zodat wij vergeven kunnen worden. Drie dagen later stond Hij op uit de dood, waarmee Hij Zijn macht over zonde en dood demonstreerde en de garantie van eeuwig leven gaf aan allen die op Hem vertrouwen (Romeinen 10:9).

Als u dat nog niet gedaan hebt, roep dan de God aan die de inspiratiebron was voor het schrijven van de Bijbel. Keer u af van uw zonde en vraag Hem om vergeving.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.