Angst, depressie, en de aard van acne vulgaris bij adolescenten

Achtergrond: De gerapporteerde prevalentie van acne in de adolescentie is variabel; verbeterde behandeling kan de prevalentie en ernst ervan hebben gewijzigd; acne wordt al vele jaren in verband gebracht met psychiatrische morbiditeit.

Methoden: Tweeduizend zeshonderd en zevenenvijftig middelbare scholieren werden onderzocht, en adolescenten met acne werden geïnterviewd over het onderwerp acne vulgaris. De ernst van de acne werd gerangschikt met behulp van het Global Acne Grading System (GAGS). De Hospital Anxiety and Depression (HAD) schaal werd geëvalueerd voor één van elke twee proefpersonen met acne (n = 308) en voor hetzelfde aantal geslachtsgematchte controlepersonen (n = 308) om de prevalentie van depressie en angst te bepalen.

Resultaten: Bij 615 van de proefpersonen (23,1%) werd acne vastgesteld. De prevalentie van acne bij meisjes en jongens was respectievelijk 16,1% en 29,2% (P < 0,001). Tweehonderdvijfentwintig (15,8%) van de 1424 jongens en slechts 109 (8,8%) van de 1233 meisjes hadden matige of ernstige/zeer ernstige acne (P < 0,001), maar de GAGS scores in de groepen jongens en meisjes met acne waren niet significant verschillend. De acne- en controlegroepen vertoonden geen significante verschillen in de HAD angst en depressie subschaal scores. De HAD anxiety subscale scores van meisjes waren significant hoger dan die van jongens in de acne groep. De ernst van acne was niet gecorreleerd met de HAD angst of depressie subschaal scores.

Conclusies: Acne resulteert in een hogere angst bij adolescente meisjes. Hoewel acne en matige/ernstige acne vaker voorkomen bij adolescente jongens, bleek de ernst van acne vergelijkbaar te zijn bij jongens en meisjes met acne. Adolescente meisjes zijn kwetsbaarder dan jongens voor de negatieve psychologische effecten van acne.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.