Autonomische neuropathie: diagnose en prognose
Autonomische neuropathie is nu een veel voorkomende en belangrijke complicatie van diabetes mellitus. Het belang ervan is verduidelijkt in de afgelopen jaren, waarin de omvang van de autonome controle over alle gebieden van de lichaamsfunctie is vastgesteld. Met eenvoudige cardiovasculaire reflextests kunnen autonome afwijkingen worden aangetoond zonder overeenkomstige symptomen. Het vaak gehoorde concept van “fragmentarische” betrokkenheid bij diabetische autonome neuropathie moet nu worden verworpen, evenals de opvatting dat autonome neuropathie ofwel “aanwezig” ofwel “afwezig” is op basis van een enkel testresultaat. Wanneer gegeneraliseerde en overwegend metabole stoornissen, zoals bij diabetes, aanleiding geven tot een gestoorde zenuwfunctie, worden zowel autonome als somatische componenten van de zenuw aangetast. Bij ernstige beschadiging leidt dit tot het kenmerkende bloemrijke beeld van symptomatische autonome neuropathie met een bijzonder slechte prognose. Voor de arts in een drukke kliniek lijkt veel van de theoretische en experimentele basis voor autonome neuropathie misschien niet van direct belang. Hij moet zich nu echter bewust zijn van de klinische implicaties van autonome schade bij de diabeticus. Dit kan vooral van belang zijn bij de verzorging van de diabetische voet (zie hoofdstuk 10), de herkenning van veel van de vage symptomen die gepaard gaan met autonome schade, de behandeling van invaliderende kenmerken zoals posturale duizeligheid en nachtelijke diarree, en een besef van de slechte prognose die gepaard gaat met symptomatische autonome neuropathie. Hij zal ook alert moeten zijn op de gevaren van algehele anesthesie bij dergelijke patiënten, en op de mogelijkheid van plotseling onverwacht overlijden. Diabetische autonome neuropathie veroorzaakt wijdverspreide afwijkingen, waarvan sommige klinisch duidelijk zijn, sommige met gevoelige tests kunnen worden opgespoord, en andere nog moeten worden ontdekt. De opneming van de neuropeptiden en andere hormonen in het kompas van de autonome controle heeft een geheel nieuw onderzoeksgebied geopend, met vele complexe onderlinge verbanden die nog moeten worden ontrafeld. Dit moet leiden tot een beter begrip van de pathofysiologische processen die schade toebrengen aan diabetische zenuwen. Nu er zoveel onderzoek wordt gedaan naar een betere beheersing van de glycemie en naar aldose-reductaseremmers (zie hoofdstuk 8), zou het uiteindelijk mogelijk kunnen zijn deze potentieel invaliderende en dodelijke complicatie van diabetes om te keren of te voorkomen.