De gids voor de bessenteelt: Hoe aardbeien, boysenberries, bramen, frambozen en kruisbessen te kweken in Nieuw-Zeeland
Het is een bes goede tijd van het jaar om deze variëteiten in de achtertuin te planten.
Woorden: Nadene Hall en Jane Wrigglesworth
aardbeien en alpine aardbeien
Nutriëntendichtheidsscore: 17,59
Waarom ze voedzaam zijn: Aardbeien bevatten veel antioxidanten, vitamine C en foliumzuur.
Kieming: Alleen alpine aardbeien worden uit zaad geteeld. De zaden hebben koude stratificatie nodig om te ontkiemen. Doe de zaden in een luchtdicht bakje en leg ze 2 tot 4 weken in de vriezer
.
Zaaien in startpotjes: Druk de zaden gewoon op het grondoppervlak – niet bedekken met aarde. Zet ze op een plaats waar ze direct zonlicht krijgen en in 2 tot 3 weken zullen ze ontkiemen. In die tijd dagelijks licht water geven.
Transplanteren/direct zaaien: Er zijn twee soorten aardbeien – de gewone aardbei en de alpenaardbei. Alpenaardbeien zijn de kleinste van de twee, maar ze dragen over een langere periode vruchten. Zodra de zaailingen hun derde blad krijgen, kunnen ze worden overgeplant in grotere bakken of buiten. Voor de grotere, gecultiveerde aardbei plant u de kroontjes direct na aankoop buiten uit.
Groeivoorwaarden: Planten in de volle zon. Veel organisch materiaal, zoals compost of oude mest, ingraven.
Teelttips: Mulch met stro om de vruchten van de grond te houden, anders kunnen ze bederven. Als de bloemknoppen verschijnen, tweewekelijks voeden met zeewiermeststof. Als aardbeien stoppen met vruchtdragen, zenden ze uitlopers uit. Laat ze wortelen en snijd ze dan van de moederplant af om nieuwe planten te maken. Aardbeien zijn drie tot vier jaar op hun best; graaf de moederplanten na drie jaar of ouder uit en composteer ze.
oogstdagen: Alpine aardbeien: 1 jaar. Gewone aardbeien: 30 dagen na de bloei.
Variëteitsaanbevelingen: ‘Pajaro’, ‘Chandler’, ‘Camarosa’, ‘Strawberry Sundae’. Alpine: ‘White Alpine’, ‘White Alpine Pineapple’, ‘Red Alpine’.
LEES MEER: Aardbeienteelt voor beginners
Zwartbessen, boysenbessen, frambozen
Beste planttijd: winter of voorjaar
Bestuiving: alle zijn zelfvruchtbaar
Bodem: groeit op de meeste bodems, behalve klei; geeft de voorkeur aan licht zuur en goed doorlatend.
Ruimte: liefst 1-2 m, maar groeit en woekert zo ver als toegestaan.
Opbrengst: 5-6 bramenplanten zijn voldoende voor vier personen in de zomer.
TIPs
Kies een beschutte, zonnige plek, tegen een schutting of hekwerk, met middagschaduw.
– braamstruiken wortelen ondiep, dus met de hand wieden – de grond niet verstoren – en mulch of compost rond de basis aanbrengen.
– ze houden van veel water als de vruchten rijpen – laat de grond nooit uitdrogen, en geef altijd water bij de wortellijn.
– voeden met een uitgebalanceerde meststof – als u te veel stikstof geeft, zullen de planten wel bladeren krijgen, maar niet goed vrucht dragen.
– verschillende bramen hebben verschillende snoeivereisten om bessen te produceren en te regenereren. Bezoek www.edible.co.nz/pruningbrambles.php
LEES MEER: Tips voor het kweken, snoeien en plukken van perfecte frambozen
Gansbessen
Beste planttijd: het hele jaar door
Bestuiving: zelfvruchtbaar
Bodem: tolerant voor de meeste vrij drainerende bodems, maar geeft de voorkeur aan zuurder.
Soorten: er zijn rode en groene soorten, de meeste zijn zuur, maar de soorten Pax en Invicta kunnen vers worden gegeten als ze goed gerijpt zijn.
Groottes: 1m
Opbrengst: 5-6kg na rijping, vruchten verschijnen in jaar 2.
TIPS
– kruisbessen hebben een beschutte plek nodig met alleen ochtendzon, of gedeeltelijk schaduw gedurende de dag.
– ondiepe wortels dus goed water geven als de vruchten zich ontwikkelen en niet laten uitdrogen – kruisbessen zijn niet droogtetolerant.
– komen het best tot hun recht in gebieden met koude winters (Auckland-zuid); verse voorjaarsgroei moet tegen vorst worden beschermd.
– meestal zeer stekelig, maar Pax is bijna stekelloos.
– vroege bessen maken heerlijke chutney, latere bessen zijn zoeter voor jam, taarten, muffins en wijn.
LEES MEER: Een gids voor het telen van kruisbessen in Nieuw-Zeeland
Kaapse kruisbessen
Beste planttijd: vroege voorjaar
Bestuiving: zelfvruchtbaar
Bodem: tolerant voor vele bodems, geeft de voorkeur aan vrij drainerende, houdt niet van natte voeten
Afstand: 90cm
Opbrengst: ca. 300 bessen per plant
TIPS
– Elk jaar nieuwe planten zaaien; planten kunnen de winter door maar dragen nooit zo goed vruchten als in hun eerste jaar.
– Vorstgevoelige maar meestal vrij winterharde planten, die geen speciale voeding nodig hebben.
– Groeit als een tomatenplant, dus geef hem een frame om op te groeien.
– Houdt van een zonnige standplaats maar verdraagt een beetje schaduw.
– Vruchten zijn omhuld met een papierachtige bolster; pas eten als ze diep geeloranje van kleur zijn; groene, onrijpe vruchten zijn giftig.
– Smaak is een mix van zuur en zoet, kan vers worden gegeten, in salades, als saus bij vis, of in jam en desserts, vooral als ze in chocolade zijn gedoopt.
Vind je dit een leuk verhaal? Abonneer u nu!
Bosbessenteelt voor beginners
De ‘superframboos’: hoe gebruik je Japanse wijnbessen
Een gids voor het kweken van kruisbessen in Nieuw-Zeeland