Departement Aardwetenschappen
Eilanden in het midden van de oceaan zoals Hawaii, de Galapagos, Reunion of Bermuda worden gevormd door basalt, de meest basische en meest vloeibare, minder stroperige van alle soorten gewone lava. Geochemisch kunnen verschillende soorten basalt (tholeiiet, alkalisch enz.) worden onderscheiden, maar basalt heeft in het algemeen een heel andere chemische samenstelling dan de lava’s die uit continentale vulkanen spuiten en is veel vloeibaarder; daarom ontsnappen gassen gemakkelijk uit deze lava’s. Wanneer lavastromen zich ophopen om een vulkanische kegel te vormen, hebben basaltische bouwwerken dan ook meestal een lage hellingshoek. Zij worden dan schildvulkanen genoemd. Profielen van schildvulkanen lijken op die van een Romeins krijgersschild met een zacht glooiende, convex naar boven gerichte landvorm.
Schildvulkanen zijn het grootste bekende vulkaantype in het zonnestelsel. Olympus Mons op Mars is de grootste berg in het zonnestelsel, die 24 km boven de omringende vlakte uitsteekt, een basis heeft die meer dan 500 km in diameter is, en omrand wordt door een klif van 6 km hoog. De grootste schildvulkaan op aarde is Mauna Loa, gelegen op het Grote Eiland van de Hawaïaanse eilanden. Mauna Loa staat 4169 m boven de zeespiegel en in totaal 8 km boven de oceaanbodem, plus nog eens een km door de enorme belasting van de oceanische lithosfeer. De 1710 m hoge Volcán Wolf op het eiland Isabela is de hoogste vulkaan van de Galápagos-eilanden. Volcán Wolf komt, net als alle andere vulkanen op de Galapagos, slechts gedeeltelijk boven de zeespiegel uit, terwijl de onderste drie kilometer boven zijn basis door de oceaan worden bedekt.
Schildvulkanen bestaan grotendeels uit dunne lavastromen, met geringe pyroclastische (voornamelijk as) lagen. Hun subaeriale (boven zeeniveau) hellingen zijn meestal 4-8 graden, met steilwandige topkaldera’s en ook putkraters (sinkholes) die qua vorm lijken op caldera’s, maar veel kleiner zijn. De zachte hellingen zijn het resultaat van de lage viscositeit van de lava, waardoor de lavastromen snel en ver kunnen stromen. De lavastromen (pahoehoe en aa) beginnen hun weg gewoonlijk vanuit flankopeningen en spleten in plaats van vanaf de top. Deze flankopeningen zijn het gevolg van de verbreding en/of verzakking van de vulkaan. Erupties en lavastromen komen ook voor langs collineaire riftzones, die zich zeer ver van de top kunnen uitstrekken. De uitbarstingen concentreren zich in de actieve breukzones. Riftzones zijn lineaire, langgerekte morfologische kenmerken, die breuken in een vulkaan voorstellen die uitstralen vanaf de topkrater. Het zijn zwakke zones in een vulkaan waar magma zich gemakkelijk in kan verplaatsen. Dit veroorzaakt frequente uitbarstingen langs deze zones, die in de loop van de tijd steeds breder worden omdat er magma in stroomt. Dijkcomplexen (de ondergrondse manifestatie van eruptieve spleten) liggen vaak onder de caldera en riftzones. Bij sommige schildvulkanen van de Galapagos ontstaat een circumferentiële riftzone rond de calderarand, die tot gevolg heeft dat hun schilden uitmonden in steile koepels, diepe topkaldera’s en radiale dijkzwermen.