Disney Company

Nimatiefilmklassiekers: Snow White to Lady and the Tramp

Het aanhoudende succes van de studio moedigde Disney aan om zijn meest riskante stap te zetten in 1934, toen hij begon met de productie van Snow White and the Seven Dwarfs (1937). Hoewel het niet de eerste lange tekenfilm was – die eer komt waarschijnlijk toe aan De avonturen van prins Achmed (1926) van Lotte Reiniger – was het wel de eerste die op grote schaal werd uitgebracht en bekendheid kreeg. Net zo’n sensatie als Steamboat Willie was geweest, veroorzaakte Sneeuwwitje een revolutie in de industrie en bewees de doeltreffendheid van animatie als een voertuig voor lange verhalen. Disney was voorstander van een realistische benadering van het medium, in tegenstelling tot de anarchistische stijl van andere animatiestudio’s. Scènes in Disney-tekenfilms werden gecomponeerd en gekadreerd zoals in een live-action film, en de surrealistische aspecten van de personages werden tot een minimum beperkt. Hoewel deze aanpak de kritiek uitlokte dat Disney experimenteren ontmoedigde en de mogelijkheden van animatie beperkte, is er weinig twijfel over het succes ervan in Sneeuwwitje en de animatiefilms die volgden.

Sneeuwwitje en de zeven dwergen

Sneeuwwitje en de zeven dwergen (1937).

PRNewsFoto/Walt Disney Studios Home Entertainment/AP Images

Pinocchio (1940), met complexe personages die worden weergegeven in minutieus gedetailleerde animatie met volledige figuren, is misschien wel Disney’s grootste prestatie. Fantasia (1940) is een serie abstracte vignetten op klassieke composities; het blijft een controversieel werk, bespot om zijn portentousiteit en geprezen om zijn verbluffende visuele virtuositeit. Dumbo (1941) en Bambi (1942) werden ook erkend als meesterwerken door het effectief gebruik van de elementen die Disney voor het eerst had samengebracht in Pinocchio: muziek, komedie, pathos, avontuur, en echte horror. Dit laatste element was een belangrijk ingrediënt in Disney’s speelfilms, omdat Disney zelf vond dat jongeren slechte antagonisten en onaangename scènes konden verdragen, op voorwaarde dat de krachten van het goede uiteindelijk zegevierden.

Pinocchio

Pinocchio (1940).

KPA Honorar & Belege-United Archives GmbH/Alamy

Disney kreeg in 1941 een grote tegenslag te verwerken toen de animatoren van de studio drie maanden lang in staking gingen. Disney nam de actie persoonlijk op en veel van de topanimatoren van de studio zagen zich genoodzaakt ontslag te nemen. De enthousiaste stemming binnen de studio was voorgoed getemperd, en de studio produceerde het volgende decennium weinig van het niveau van Pinokkio of Dumbo, en concentreerde zich in plaats daarvan op korte tekenfilms, natuurdocumentaires, en speelfilms die live action en animatie combineerden, zoals The Three Caballeros (1945) en Song of the South (1946). De lange tekenfilms Cinderella (1950), Alice in Wonderland (1951), en Peter Pan (1953) werden beschouwd als goede inspanningen, maar velen vonden dat ze de zwier en dimensie misten van de vroege jaren ’40 films. Lady and the Tramp (1955) was een terugkeer naar de vorm, maar Disney’s aandacht ging tegen die tijd steeds meer uit naar live-action films, televisieproducties, en zijn nieuwe themapark, Disneyland, dat in 1955 werd geopend in Anaheim, Californië. Het was ook rond die tijd dat Disney het distributiebedrijf Buena Vista Productions oprichtte om volledige controle over zijn films en hun marketing te verzekeren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.