Don Stewart :: Is God de Vader een onderscheiden Persoon van Jezus?
Er zijn mensen die verklaren dat God de Vader en Jezus Christus, dezelfde persoon zijn. Zij beweren dat Jezus slechts een manifestatie of ontwikkeling of rol van de Vader is. De Bijbel zegt echter dat de Vader en Jezus verschillend van elkaar zijn. Zij zijn niet dezelfde persoon. Er zijn verschillende manieren waarop de Bijbel deze waarheid illustreert.
1. De Vader zond de Zoon
Een ander onderscheid dat we hebben tussen de Vader en de Zoon is dat de Vader de afzender is en Jezus, de Zoon, degene is die gezonden is.
Jezus zei dat het God de Vader was die Hem in de wereld zond.
“Mijn spijze,” zei Jezus, “is de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te voleindigen” (Johannes 4:34).
Hij legde er nog eens de nadruk op
Uit mijzelf kan ik niets doen; ik oordeel alleen zoals ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig, want ik zoek niet mijzelf te behagen, maar Hem die mij gezonden heeft (Johannes 5:30).
Jezus maakte duidelijk dat de Vader Hem apart had gezet en in de wereld had gezonden.
Hoe zit het met degene die de Vader apart heeft gezet als de zijne en in de wereld heeft gezonden? Waarom beschuldigt gij mij dan van godslastering, omdat ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon? (Johannes 10:36).
Jezus zei dat Zijn woorden van de Vader kwamen.
Want ik heb niet uit mijzelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, heeft mij geboden wat ik zeggen moest en hoe ik het zeggen moest (Johannes 12:49)
Ook de apostel Paulus getuigde dat de Vader de Zoon in de wereld gezonden heeft:
Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet (Galaten 4:4).
2. De Vader getuigde van de Zoon
De Bijbel spreekt over de Vader die getuigt van de Zoon:
Indien ik van mijzelven getuig, is mijn getuigenis niet waar. Er is een ander, die van mij getuigt, en ik weet, dat de getuigenis, die hij van mij aflegt, waarachtig is …. En de Vader zelf, die Mij gezonden heeft, heeft van Mij getuigd (Johannes 5:31,32,37).
In deze passage spreekt Jezus tot de godsdienstige leiders. Hij zegt dat Hij niet de enige is die over Zichzelf getuigt. Jezus noemt het getuigenis van Johannes de Doper en het getuigenis van God de Vader. Jezus stelt zijn getuigenis tegenover dat van de Vader en laat zien dat zij twee verschillende personen zijn. De Vader geeft een bijkomend getuigenis van het karakter van Jezus.
3. Jezus bad tot de Vader
De twee goddelijke personen – God de Vader en God de Zoon – bestaan eeuwig en onderscheiden in een intermenselijke relatie. Bijvoorbeeld, in de Hof van Getsemane bad Jezus niet tot Zichzelf, maar tot de Vader. In Jezus’ gebed tot God de Vader wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen hen beiden. Hij bad:
Ik vraag niet voor dezen alleen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven; opdat zij allen één zijn; gelijk Gij, Vader, zijt in Mij en Ik in U, opdat ook zij in Ons zijn, opdat de wereld gelooft, dat Gij Mij gezonden hebt. “De heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn; Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt zijn in eenheid, opdat de wereld weet, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt (Johannes 17:20-23).
4. Er was wederzijdse kennis en liefde tussen de Vader en de Zoon
De Schrift spreekt over de wederzijdse kennis en liefde die God de Vader en God de Zoon voor elkaar hebben. Jezus zei:
Mij zijn alle dingen overgegeven door mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader; en niemand kent de Vader dan de Zoon, en een ieder aan wie de Zoon Hem wil openbaren (Mattheüs 11:27).
Jezus zei ook:
De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle dingen in zijn hand gegeven (Johannes 3:35).
5. Jezus deed de wil van de Vader
Jezus deed de wil van de Vader en niet zijn eigen wil.
Filippus zei tot Hem: “Heer, toon ons de Vader, en het is ons genoeg.” Jezus zeide tot hem: Ben ik zo lang bij u geweest, en hebt gij mij nog niet leren kennen, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft den Vader gezien; hoe kunt gij zeggen: Toon ons den Vader?” “Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en dat de Vader in Mij is? De woorden, die ik tot u zeg, spreek ik niet uit mijzelven, maar de Vader, die in mij blijft, doet zijne werken. Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is; gelooft anders op grond van de werken zelf (Johannes 14:8-11).
Jezus zei niet dat Hij de Vader was, maar wel dat Hij degene was die de Vader volmaakt vertegenwoordigde. Jezus getuigde echter dat God de Vader op een mystieke wijze bij Hem was.
6. Niemand kan bij God de Vader komen dan door Jezus de Zoon
Jezus zei de mensen in Hem te geloven.
Laat uw harten niet verontrust zijn. Gelooft in God, gelooft ook in Mij (Johannes 14:1).
De Bijbel maakt ook duidelijk dat men God de Vader niet kan kennen buiten Jezus om
Jezus zei tot hem: “Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Indien gij Mij gekend hadt, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben; voortaan kent gij Hem, en hebt Hem gezien” (Johannes 14:6).
schreef Paulus.
Want er is één God; er is ook één middelaar tussen God en de mensen, Christus Jezus, zelf mens (1 Timoteüs 2:5).
Het is de leer van de Schrift dat God de Vader een aparte persoon is van Jezus Christus, God de Zoon. Dit wordt op een aantal manieren aangetoond. De Vader zond Jezus de Zoon naar de aarde. De Vader gaf ook een getuigenis aan de Zoon. Wij vinden dat Jezus, de Zoon, tot de Vader bad. Er is ook wederzijdse liefde en kennis tussen God de Vader en Jezus de Zoon. Jezus, de Zoon, deed altijd de wil van de Vader en niet zijn eigen wil. Men kan God de Vader niet kennen zonder kennis van Jezus de Zoon. Deze waarheden maken duidelijk dat de Vader en de Zoon twee onderscheiden Personen zijn.