Etymologie van ‘Card Shark’ en ‘Card Sharp’

Stelling: Iemand die valsspeelt bij het kaarten is correct aangeduid als een card shark, niet als een card sharp.

Origins: Al lang woedt het debat over de vraag of een kaartbedrieger terecht een kaartspits of een kaarthaai wordt genoemd. Haaien staan er immers om bekend dat ze het vlees van hun prooi zonder mededogen verscheuren, wat in deze taalkundige strijd in het voordeel lijkt te zijn van het kamp van de kaartenhaai, omdat degenen die de kaarten manipuleren met het doel anderen te bedriegen niet meer geweten of zorg voor hun slachtoffers hebben dan hun gevinde tegenhangers.

Maar card sharp heeft ook in zijn voordeel dat het mentale beelden lijkt op te roepen van de pokerbedriegers van het Oude Westen, scherp uitgemeten mannen met kaarten in de mouwen. Welke is het dan?

Beide termen betekenen nog steeds iemand die bedreven is in het vals spelen met kaarten, hoewel de laatste jaren card shark ook de minder verfoeilijke definitie heeft gekregen van iemand die bedreven is in het kaartspel. (Ware dat niet zo, dan zou men zich moeten verbazen over de naamgeving van het TV-spelprogramma Card Sharks uit 1978, waarin deelnemers probeerden te raden of de volgende kaart in een reeks hoger of lager was dan zijn voorganger.)

Over de vraag of card sharp dan wel card shark als eerste de Engelse taal is binnengekomen, is het antwoord verre van eenduidig. Een gedrukte waarneming van card sharp dateert uit 1884 en een van card sharper uit 1859, terwijl de eerste gedrukte waarneming van card shark ons pas in 1942 brengt – bewijs dat de zaak lijkt te beslechten. Zowel sharper als shark (in de betekenis van iemand die vals speelt) dateren echter van voor al het bovenstaande, sharper van 1681 en shark van 1599, bewijs dat zou kunnen worden gezien als het geven van de knipoog naar shark. (Overigens heeft de “haai” in kwestie niets te maken met een vleesetende vis; in plaats daarvan is het waarschijnlijk in de Engelse taal terechtgekomen via het Duitse schurke, een woord dat in de 16e eeuw de betekenis had van een bedrieger of

oplichter).

Als je dacht dat het antwoord gevonden zou kunnen worden door te kijken naar de woorden scherp en haai zonder het woord kaart, dan leidt ook dat streven naar een doodlopende weg, want sommige definities van die beide woorden bevatten elementen van valsspelen of medeplichtigheid.

Het Oxford Engels Woordenboek definieert een scherp als “Een waardeloos en onbemiddeld persoon die een precair bestaan verwerft door op anderen te parasiteren, door het uitvoeren van onfatsoenlijke opdrachten, vals spelen, en kleine oplichting; een parasiet; een scherprechter.” Hoewel we dat woordgebruik tegenwoordig nog maar zelden tegenkomen, zijn er nog steeds overblijfselen van, zoals wanneer we iemand beschuldigen van “scherpe praktijken” (waarmee wordt bedoeld het afsnijden van bochten om het gewenste doel te bereiken – hoewel de persoon die zich daarmee bezighoudt zich misschien wel aan de strikte letter van de wet houdt, kan zijn gedrag toch als onethisch en verdacht worden beschouwd).

Het woord haai heeft niet alleen betrekking op de vleesetende vissoort die het aanduidt, maar is in de loop der tijd ook een etiket geworden voor bepaalde onaangename karakters: zij die gulzig van anderen profiteren (zoals succesvolle zakenlieden die meer bekend staan om hun zucht naar winst dan om hun gehechtheid aan ethiek) en zij die door hun superieure vaardigheden minder capabele tegenstanders te slim af zijn (zeer effectieve echtscheidingsadvocaten, bijvoorbeeld). Uit ‘haai’ zijn veel voorkomende samengestelde zelfstandige naamwoorden gevormd die op beide betekenissen ingaan, zoals de haai van de lening in de categorie “gulzig azen” en de haai van het zwembad in de categorie “superieure vaardigheden”.

Barbara “alle haaien, al dan niet gevind, kunnen het best worden vermeden” Mikkelson

Laatst bijgewerkt: 13 juni 2008

Bronnen:
The Compact Oxford English Dictionary.
Oxford: Clarendon Press, 1993. ISBN 0-19-861258-3.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.