Het vinden van de vijfde intercostale ruimte voor het inbrengen van een thoraxdrain: richtlijnen en echografie
Doelstellingen: Er bestaan internationale richtlijnen voor het inbrengen van een thoraxdrain en deze bevelen aan om de vijfde intercostale ruimte of hoger, rond de midaxillaire lijn, te bepalen. In een recente studie werd bij toepassing van deze richtlijnen op kadavers in 80% van de gevallen een risico van inbrenging in de 6e intercostale ruimte of lager vastgesteld. Er zijn echter beperkingen van kadaverstudies en dit onderzoek maakt gebruik van echografie om de intercostale ruimte te bepalen die wordt geïdentificeerd bij toepassing van deze richtlijnen in gezonde volwassen vrijwilligers.
Methoden: Aan elke kant van de borstwand werd bij 31 vrijwilligers de positie voor het inbrengen van een drain bepaald met behulp van de European Trauma Course-methode, Advanced Trauma Life Support (ATLS) methode, British Thoracic Society’s ‘veilige driehoek’ en de ’traditionele’ methode van palpatie. Ultrasone beeldvorming werd gebruikt om de relatie van de huidmarkeringen met de onderliggende intercostale ruimten te bepalen.
Resultaten: Vijf methoden werden beoordeeld op 60 zijden. In tegenstelling tot de kadaverstudie lag 94% van de huidmarkeringen over een veilige intercostale ruimte. Het bereik van de gevonden intercostale ruimtes besloeg echter de tweede tot en met de zevende ruimte. Bij 44% van de vrouwen bevond de inferieure grens van de “veilige driehoek” en de ATLS-richtlijnen zich in de zesde intercostale ruimte of daaronder.
Conclusies: De huidige richtlijnen identificeren vaak een veilige plaats voor het inbrengen van een thoraxdrain, hoewel dezelfde plaats niet reproduceerbaar wordt gevonden. Bovendien blijken vrouwen een risico te lopen op subdiafragmatische drainplaatsing wanneer de tepel wordt gebruikt om de vijfde intercostale ruimte te identificeren. Real-time ultrasonografie kan worden gebruikt om de intercostale ruimte te bevestigen tijdens deze procedure, hoewel een veilige richtlijn nog steeds nodig is voor omstandigheden waarin echografie niet mogelijk is.