Italiaans Les 1
Dialoog / Dialogo
Maria: Hallo, Giuseppe! Hoe gaat het met je? Hoi, Maria! Ik ben in orde, dank je wel. En jij? Met mij gaat het goed. Dit is Bianca. Goedemorgen, Bianca. Hallo, Giuseppe. Hoe gaat het met je? Met mij gaat het goed, en met jou? Met mij gaat het goed. Tot ziens.
Giuseppe: Tot ziens!
Mari: Tot ziens.
Vocabulaire / Woordenschat
- ciao (informeel), goedendag, goedendag (formeel) – hallo, goedendag
- hoe gaat het met je? – Hoe gaat het met je? (informeel)
- hoe gaat het met je? – Hoe gaat het met je? (
- Ik stel aan u voor – Ik stel aan u voor
- Ik ben in orde – Ik ben in orde
- Dank u zeer – hartelijk dank
- en u? (formeel)/ en jij? (informeel) – en jij?
- arrivederla (formeel), arrivederci, vediamo, ciao (informeel) – tot ziens, tot ziens
*In het Italiaans druk je zelden het onderwerp uit, tenzij je het belang ervan wilt benadrukken of als het dubbelzinnig is.
Grammatica / Grammatica
Formeel vs. informeel / Formale vs. informale
In het Italiaans zijn er twee voornaamwoorden die ‘u’ betekenen. Het ene is informeel, te gebruiken met mensen die je kent, en het andere formeel, te gebruiken met mensen die een hogere status hebben dan jij of mensen die je net hebt ontmoet. De informele vorm is ’tu’ en de formele vorm is ‘Lei’ (merk op dat het hier alleen met een hoofdletter wordt geschreven om een onderscheid te maken tussen het woord voor ‘zij’). Het meervoud van ’tu’ is ‘voi’, en het meervoud van ‘Lei’ is ‘Loro’. Kennis van het verschil tussen deze twee vormen is belangrijk omdat ze niet dezelfde werkwoordsvormen aannemen.
Daarnaast kun je, vooral in het zuiden van Italië en bij oudere teksten/mensen, ook de tweede persoon meervoud (‘voi’) gebruiken om respect uit te drukken.
Oefening één / Esercizio uno
- Bestuurder Berti is zojuist binnengelopen. Hij zegt buon giorno tegen u. Hoe vraagt u hem hoe het met hem gaat?
- Uw vriend heeft een nieuw kapsel gekregen. Als je zegt hoe leuk je het vindt, gebruik je dan de tu vorm of de Lei vorm?
- Het is je eerste schooldag en je leraar vraagt hoe het met je gaat. Nadat je geantwoord hebt, wil je zeggen ‘en jij?’. Welk voornaamwoord gebruik je?
Subject Pronouns and Essere / Pronomi personali soggetto e essere
Subjectpronouns worden gebruikt om het onderwerp van een zin aan te geven; in het Engels zijn dat I, you, he/she/it, we, en they. In het Italiaans zijn ze als volgt:
io | I |
tu | you (informeel enkelvoud) |
lui/lei | hij/zij en ook jij (formeel enkelvoud) |
noi | wij |
voi | jij (meervoud, ook ouderwets formeel enkelvoud) |
loro | hun |
Merk op dat lei “zij” of “jij” kan betekenen (formeel, zowel mannelijk als vrouwelijk).
Essere is het werkwoord “zijn”. Het is onregelmatig in vrijwel alle tijden. Hier is de vervoeging voor de tegenwoordige aanwijzende tijd:
Io sono | Ik ben |
Tu sei | Jij bent |
Lui/Lei è | Hij/Zij is |
Noi siamo | Wij zijn |
Voi siete | Jullie zijn |
Loro sono | Zij zijn |
Oefening Twee / Esercizio due
- Hoe zeg je dat je (informeel enkelvoud) bent?
- Is het voornaamwoord formeel of informeel in de vraag ‘come stai tu?’?
- Wanneer ik ‘Lei è’ zeg, heb ik het dan over jou (mijn beste vriend) of over mijn leraar?
- Als je wilt zeggen ‘Bob en ik zijn’, welke werkwoordsvorm gebruik je dan?
- Joan en Kim zijn goede vrienden. Zouden ze de tu vorm of de Lei vorm met elkaar gebruiken?