Luister naar ’s werelds beste voorgelezen poëzie.
Pope werd geboren in een katholiek gezin in 1688, het jaar van de Glorious Revolution, toen katholieken niet in Londen – het centrum van het literaire leven – mochten wonen of naar de universiteit mochten. Op twaalfjarige leeftijd kreeg hij een tuberculaire aandoening aan de wervelkolom die zijn groei belemmerde en zijn gezondheid ruïneerde. Sir Joshua Reynolds zei later: “Hij was ongeveer vier voet zes inches hoog, zeer gebocheld en misvormd”. Zoals Pope schreef: ‘Deze lange ziekte, mijn leven’.
Ondanks – of misschien dankzij – deze nadelen werd Pope de eerste dichter die volledig in zijn levensonderhoud voorzag door te schrijven. Hij was grotendeels autodidact, maar toonde in zijn tienerjaren al vroeg metrische vaardigheid, en zijn Essay in Criticism (1711) bracht hem onder de aandacht van de invloedrijke kring rond Addison. Hij raakte bevriend met de oudere toneelschrijver William Wycherley, die hem inwijdde in het Londense leven en Pope werd later lid van de Scriblerus Club, waarvan ook Swift, Gay en Arbuthnot lid waren. Maar zijn hele schrijversloopbaan werd gekenmerkt door vijandigheid; al vroeg begroette een tijdgenoot Essay in Criticism als het werk van een gebochelde pad. Pope gaf zo goed als hij kreeg, en uit zelfverdediging pleitte hij zijn leven lang voor orde en verstand tegenover anarchie.
‘The Rape of the Lock’ toont Pope echter op zijn gelukkigst ontspannen: gepubliceerd in 1712, bespot het toen bekende schandaal van Lord Petre die een lok van Miss Arabella’s haar afknipte. In de plechtigheid van heroïsche coupletten betovert en kleineert Pope de deelnemers, bespot hij hun pretenties maar viert hij ze ook. Hij heeft Arabella Fermor nooit gekend, en had haar waarschijnlijk nooit gezien, maar het gedicht sprankelt van genegenheid en erotische aantrekkingskracht.
‘The Dunciad’, Pope’s eerste grote satire na ‘The Rape of the Lock’, valt saaiheid, pedanterie en het misbruik van het intellect aan. Ook deze satire heeft een spottende heroïsche vorm, maar is donkerder, kwader en soms bijna wanhopig. De centrale figuur is Theobald (in latere versies vervangen door Cibber), die Pope’s versie van Shakespeare had aangevallen, maar er zijn veel andere doelwitten die in die tijd herkenbaar waren. Gekwetste ijdelheid speelt een rol (Pope vereffent oude rekeningen; geleerden en literaire critici blokkeren het licht), maar het gedicht is doordrongen van komische energie en een achterbaks gevoel voor hoe de wereld van de literatuur eruit zou kunnen zien als de domkoppen het niet voor het zeggen hadden. Het is een meesterwerk, maar het bracht Pope de vijandschap van zijn doelwitten, en deze vijandschap achtervolgde hem voor de rest van zijn leven.
Een komische preek tegen de corruptie van rijkdom, de ‘Brief aan Lord Bathurst’ werd gepubliceerd in 1733. Het portret van Buckingham ‘The lord of useless thousands’ wordt afgezet tegen het respect dat Pope voelde voor Bathurst zelf. A Farewell to London’ toont Pope op een veel guitiger manier en geeft een zinderende blik op het leven in de stad.
In 1718 verhuisde Pope met zijn moeder naar Twickenham waar hij veel tijd doorbracht in zijn tuin en grot: hij was zeer geïnteresseerd in landschapsarchitectuur. Hij woonde daar tot zijn dood in 1744.