LUMBAR DISC VACUUM PHENOMENON: ITS CLINICAL IMPLICATIONS AND SURGICAL TREATMENT
In dit artikel beschrijven wij de klinische verschijnselen, de diagnose en de chirurgische behandeling van pijnlijke lumbale schijven met het vacuüm fenomeen (VP). De enige indicatie voor anterieure arthrodese was een pijnlijke tussenwervelschijf met VP. Zestien patiënten werden geïncludeerd en retrospectief beoordeeld; van hen hadden 10 patiënten claudicatio in rug en bovenbeen, en 5 patiënten hadden een acuut begin van excrucerende pijn in rug of bovenbeen. Unilaterale pijn in het bovenbeen kwam meestal voor aan de concave zijde van de lumbale scoliose. Dynamische myelografie en opnieuw opgemaakte computertomografie (CT) waren nuttige beeldvormingsinstrumenten om VP op te sporen. Een botscan was nuttig voor het opsporen van pijnlijke tussenwervelschijven bij degeneratieve scoliose, en selectieve zenuwblokkade was nuttig voor het onderscheiden van drukkende wortelpijn. Mechanische en chemische factoren werden verondersteld voor de pathogenese van VP-schijven bij patiënten met chronische en acute pijn. Bevredigende resultaten werden bereikt in 94% (n = 15) van de patiënten door anterieure arthrodese met kooi. VP is een nuttige pijn- en fusie-indicator bij pijnlijke wervelkolom met of zonder misvormingen. De term “discogenic claudication” wordt voorgesteld om klinische beelden van het vacuümteken te beschrijven.