Onze school
RECHTEN VAN DE STUDENT &VERANTWOORDELIJKHEDEN
Alle leerlingen hebben recht op onderwijs in een omgeving die bevorderlijk is voor het leren. Om dat recht te behouden, moeten alle leerlingen zich bewust worden van de volgende verantwoordelijkheden:
1. Studenten hebben een verantwoordelijkheid om alle personeelsleden en medestudenten te respecteren. Zij hebben de verantwoordelijkheid zich zodanig te gedragen dat zij het onderwijs- en leerproces niet verstoren, afleiden of op enigerlei wijze hinderen.
2. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid eigendommen van de school te respecteren en voorzichtig te zijn bij het gebruik van schoolvoorzieningen (b.v. schoolbibliotheek, computerlokaal, lunchlokaal, toiletten, aula, enz.).
3. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid om op tijd op school en in alle lessen te zijn.
4. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid om voorbereid te zijn op de les met de juiste materialen en zorg te dragen voor alle hun toegewezen tekstboeken.
5. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid om al het huiswerk tijdig af te hebben.
6. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid om zich te houden aan de regels van de school met betrekking tot het verlaten van het klaslokaal en de school. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid zich te verzekeren van een pasje van hun leraar om het klaslokaal te verlaten en dat pasje te tonen wanneer het schoolpersoneel daarom vraagt.
7. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid zich op een gepaste manier te gedragen tijdens het passeren en wanneer zij zich in de gebouwen van de school bevinden. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid zich zo te gedragen dat de veiligheid van anderen door hun gedrag niet in gevaar wordt gebracht.
8. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid hun persoonlijke eigendommen te beschermen.
9. Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid zich gepast te kleden. Het volgende is niet aanvaardbaar:
– kleding die gevaarlijk is
– kleding die aanstootgevend is
– kleding die het leer- en onderwijsproces verstoort.
STUDENTENRECHTEN & VERANTWOORDELIJKHEID
Leerlingen hebben de verantwoordelijkheid te weten dat de volgende gedragingen als ONACCEPTABEL worden beschouwd:
1. Respectloos gedrag tegenover het schoolpersoneel.
2. Tarten van het wettige gezag van een lid van het schoolpersoneel.
3. Storend gedrag in de klas, de hal of het schoolgebouw.
4. Spijbelen.
5. Het verlaten van lessen (of school) zonder toestemming van de leraar.
6. Te laat komen op school of in de klas.
7. Het meebrengen van apparatuur zoals radio’s, videospelletjes, cassettespelers, piepers en mobiele telefoons naar school zonder voorafgaande toestemming.
8. Roken, drinken of gokken.
9. Het gebruik van raciale, etnische, nationale, religieuze, gender- of seksuele beledigingen.
10. Het gebruik van godslasterlijke of obscene taal of gebaren.
11. Vechten.
12. Bedrieglijk een brandalarm activeren.
13. Diefstal.
14. vandalisme of andere opzettelijke beschadiging van schooleigendommen of de eigendommen van personeelsleden of medeleerlingen (graffiti).
15. Het in bezit hebben of gebruiken van een wapen als omschreven in het reglement van de rector (categorie I en II A-340, 440 of 441).
16. Het gebruik van geweld of het toebrengen van ernstig letsel aan schoolpersoneel, leerlingen of anderen.
17. Illegale drugs of gereguleerde stoffen verkopen of distribueren.
18. Bezit of gebruik van illegale drugs of gereguleerde stoffen.
Studenten hebben de verantwoordelijkheid te verwachten dat de volgende consequenties optreden als gevolg van onaanvaardbaar gedrag:
1. Student-docent overleg.
2. Conflict bemiddeling.
3. Peer Mediation.
4. Berisping door schoolpersoneel (b.v. leerjaarcoördinator, leraar).
5. Contact met thuis (b.v. brief, telefoon).
6. Ouderconferentie
Risping door bevoegd toezichthouder (b.v. adjunct-hoofddirecteur of hoofddirecteur).
7. Individuele of groepsbegeleiding.
Begeleidingsgesprek met leerling en ouder.
8. Disciplinaire maatregelen op school (nablijven, schorsing op school, uitsluiting van buitenschoolse activiteiten).
9. Schorsing van de directeur.
10. Schorsing van de directeur – Dit kan leiden tot overplaatsing naar een andere school tot voortzetting van de schorsing voor een bepaalde periode van 5 tot 90 dagen.
11. Kennisgeving aan de politie.
12. Indiening van een strafrechtelijke aanklacht.