Otto de Grote wordt gekroond tot keizer der Romeinen
Nostalgie naar het verdwenen Romeinse Rijk in het Westen duurde nog eeuwen nadat Romulus Augustulus, de laatste keizer, in 476 was afgezet. Het creëerde uiteindelijk een van de vreemdste instellingen van de geschiedenis. Het Heilige Roomse Rijk, zoals Voltaire sardonisch opmerkte, was noch heilig, noch Romeins, noch een rijk. Ironisch genoeg, met het oog op toekomstige ontwikkelingen, nam het pausdom het voortouw in de poging om een overkoepelend wereldlijk gezag in Europa te creëren toen Paus Leo III in het jaar 800 Karel de Grote, Koning der Franken, in Rome kroonde tot Imperator Romanorum (Keizer der Romeinen).
Na de dood van Karel de Grote in 814 viel zijn rijk uiteen en de laatste Karolingische zogenaamde keizers bleven beperkt tot Noord- en Midden-Italië. De laatste van hen, Berengar van Friuli, werd in 924 vermoord. De titel werd meer een realiteit nadat hij was overgegaan op de koningen van de Oost-Franken in wat later Duitsland werd. Hertog Hendrik de Fowler van Saksen werd in 919 door andere Duitse hertogen tot koning gekozen en hield de Magyaren, Slaven en Denen tegen. Hij maakte geen aanspraak op de keizerstitel, maar zijn geduchte zoon, Otto I, die hem in 936 opvolgde, was veel ambitieuzer. Hij liet zich tot koning kronen in Aken, dat de hoofdstad van Karel de Grote was geweest. Het lijkt erop dat hij al keizerlijke ambities had en, volgens een verslag, dienden de andere Duitse hertogen hem bij zijn kroningsbanket als zijn vazallen.
Otto was nu midden in de twintig. Als woest strijder en gewiekst politicus verpletterde hij alle tegenstand, waaronder twee opstanden van zijn broer Hendrik, die van plan was hem te vermoorden. Otto vergaf hem op sluwe wijze en toen Hendrik zich loyaal gedroeg, installeerde hij hem als hertog van Beieren. Hij slaagde er ook in andere Duitse hertogdommen in handen van zijn eigen verwanten te krijgen. Hij mengde zich doeltreffend in de Franse politiek, onderwierp de Bohemen en bevorderde de Duitse vestiging van Slavisch gebied ten oosten van de Elbe en de Oder. Hij verpletterde de Magyaren van Hongarije en maakte een einde aan hun jarenlange plundertochten, hield de Denen in het noorden tegen, maakte trouwe bondgenoten van de Duitse bisschoppen (die hij zowel tot leenheren als tot kerkelijken maakte) en creëerde iets wat in de buurt kwam van een Duitse staat.
In 951 viel Otto intussen Italië binnen, waar een Italiaanse heer, Berengar van Ivrea, de troon had gegrepen en Adelaide, de weduwe van de vorige koning, had ontvoerd. Hij probeerde haar te dwingen met zijn zoon te trouwen, maar zij ontsnapte en smeekte om Duitse hulp. Otto stak de Alpen over, nam de titel van koning van de Longobarden aan en trouwde met Adelaide. Hij stond toe dat Berengar Italië bleef regeren, maar alleen als zijn vazal.
In 961 had Paus Johannes XII (die vooral bekend stond om zijn losbandigheid) dringend hulp nodig tegen Berengar, die een deel van de Pauselijke Staten in bezit had genomen. Hij deed een beroep op Otto, die hem snel te hulp schoot en door de paus tot keizer der Romeinen werd gekroond. Hij versloeg vervolgens Berengar en zette hem gevangen, maar de paus voelde zich al spoedig ongemakkelijk bij Otto’s heerschappij en begon tegen hem te manoeuvreren. Otto keerde in 963 naar Rome terug en liet paus Johannes afzetten door een gehoorzame synode van bisschoppen die hij daartoe bijeenriep. Vervolgens liet hij hem vervangen door een Romein van zijn eigen keuze als paus Leo VIII.
Otto greep het jaar daarop opnieuw in Rome in toen er een opstand uitbrak tegen paus Leo en er een alternatieve paus werd gekozen. De keizer stak daar een stokje voor en toen Leo in 965 stierf, keerde hij opnieuw naar Rome terug om een andere kandidaat van zijn keuze op de pauselijke troon te plaatsen als Paus Johannes XIII. Toen er op zijn beurt een opstand tegen hem kwam, onderdrukte Otto die. Hij had zich meester gemaakt van het pausdom op een wijze die paus Johannes XII zeker niet had bedoeld.
Otto ging zich verder bemoeien met het gebied van het Oost-Romeinse Rijk in Zuid-Italië en wel zodanig dat de Byzantijnen in 972 een verdrag met hem sloten waarin zij zijn eigen keizerstitel formeel erkenden. Zij schonken hem ook een Byzantijnse prinses, Theophano, als bruid voor zijn zoon en erfgenaam, een andere Otto.
Het woord Heilig werd nog twee eeuwen lang niet gebruikt, maar Otto de Grote is door historici erkend als in feite de eerste van de Heilige Roomse Keizers en de machtigste Europese heerser van zijn tijd. Hij stierf in 973 en werd opgevolgd door zijn enige zoon, Otto II. Het feit dat Otto II geen broers als rivalen had, was een aanzienlijk voordeel en de Ottonische lijn van keizers bleef bestaan tot 1024. Het herleefde West-Romeinse Rijk werd Heilig in de 12e eeuw en vanaf het begin van de jaren 1500 was het het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie. De naam werd pas in 1806 definitief afgeschaft, duizend jaar na Karel de Grote.