Over Improv
Er zijn veel verschillende soorten impro-optredens, en veel acteurs spelen meer dan één stijl. Er is dus een cross-over en je hoeft je niet te beperken tot één stijl. In ons improvisatietheater in Londen proberen we elke avond een scala aan verschillende improvisatiestijlen te laten zien.
Korte vorm: Een voorstelling van kortere spelletjes en scènes op basis van meerdere suggesties van het publiek, vergelijkbaar in stijl met het tv-programma ‘Whose Line is it Anyway?’ Een vrij gebruikelijke plek om te beginnen met impro en erg leuk. We leren je dit in onze niveau 2-cursus Performance, waar je voor het eerst optreedt.
Scenes: Acteurs improviseren op zichzelf staande scènes en sketches die niet noodzakelijkerwijs deel uitmaken van een overkoepelend verhaal. We leren deze scènes op alle niveaus bij Hoopla, omdat scènes de basis vormen van alle improvisatie, maar we leren ze vooral in onze Niveau 3-cursus Scènes.
Lange Vorm: Acteurs improviseren meerdere scènes vanuit slechts één suggestie of vanuit een langere opening, waarbij soms gebruik wordt gemaakt van structuren als The Harold, Deconstruction, Cat’s Cradle, Armando, Assscat of Montage. De scènes kunnen op elkaar aansluiten om doorlopende patronen en thema’s te vormen, maar dat hoeft niet. We leren dit eerst in onze Niveau 4-cursus Lange Vorm en vervolgens in onze Niveau 5-cursussen in verschillende lange-vormformaten.
Narratieve Impro: Het improviseren van meerdere scènes die één doorlopend verhaal vormen, waarbij soms gebruik wordt gemaakt van een verhalende structuur zoals The Hero’s Journey of The Story Spine. Deze stijl van show resulteert in een geïmproviseerd toneelstuk of geïmproviseerde film. Soms wordt er een verteller gebruikt, soms niet. We leren dit in onze cursus Geïmproviseerd verhaal.
Geïmproviseerd theater: Acteurs improviseren een volledig stuk waarin het verhaal emotioneel wordt gevonden door relaties op het podium na te jagen en te verdiepen. Dit leren we in onze cursus Improvisatietheater.
Theatersporten: Teams voeren scènes op in vriendschappelijke competitie.
Musical Impro: Acteurs improviseren een hele musical op basis van suggesties van het publiek, zoals verhalende impro met zang.
Playback: Een regisseur haalt waarheidsgetrouwe, oprechte verhalen uit het publiek en interviewt ze soms uitgebreid, en de acteurs spelen deze verhalen terug naar het publiek. Deze shows kunnen soms serieuzer zijn dan andere impro en worden vaak gebruikt in dramatherapie.
Solo: Er zijn een groeiend aantal solo-artiesten die improviseren, hoewel de shows niet noodzakelijk impro-shows worden genoemd. Jinni Lyons, Rob Broderick en Jonathan Kay zijn goede voorbeelden.
Er duiken ook steeds meer andere formats op.
Improv kan alles zijn wat je maar wilt. Er zijn geen vaste stijlen of formats voor improviseren, het is een zeer experimentele en snel veranderende kunstvorm.