ReviewDietary copper and human health: Current evidence and unresolved issues
Hoewel koper (Cu) erkend wordt als een essentieel sporenelement, blijven er onzekerheden bestaan omtrent Cu-referentiewaarden voor de mens, zoals geïllustreerd wordt door discrepanties tussen aanbevelingen van verschillende nationale autoriteiten. Deze review onderzoekt menselijke studies gepubliceerd sinds 1990 over relaties tussen Cu inname, Cu balans, biomarkers van Cu status, en gezondheid. Er wordt gewezen op een aantal lacunes en onopgeloste problemen die het moeilijk maken de Cu-behoeften te beoordelen. De resultaten van balansstudies wijzen erop dat een dagelijkse inname van minder dan 0,8 mg/dag leidt tot netto Cu-verliezen, terwijl boven de 2,4 mg/dag een netto toename wordt waargenomen. Vanwege een onvolledige verzameling van verliezen in alle studies kan uit de beschikbare gegevens echter geen nauwkeurige schatting van de Cu-behoeften worden afgeleid. Gegevens over de relatie tussen Cu-inname en potentiële biomarkers zijn te voorlopig of niet overtuigend vanwege de lage specificiteit of lage gevoeligheid voor veranderingen in de Cu-voeding over een breed scala aan innames. De resultaten van observatie- en interventiestudies ondersteunen geen verband tussen Cu en een risico op hart- en vaatziekten, cognitieve achteruitgang, artritis of kanker voor innames variërend van 0,6 tot 3 mg/dag, en er zijn beperkte aanwijzingen voor een verminderde immuunfunctie bij gezonde personen met een zeer lage (0,38 mg/dag) Cu-inname. Gegevens uit observatiestudies moeten echter met de nodige voorzichtigheid worden bekeken, omdat er onzekerheden bestaan over de Cu-concentratie in verschillende levensmiddelen en water. Verdere studies die de Cu-blootstelling nauwkeurig evalueren op basis van betrouwbare biomarkers van de Cu-status zijn nodig.