Schoonheid is Waarheid en Waarheid Schoonheid
“Liefde maakt een voorwerp mooi-Eliseo Lagano
Ubi amor ibi oculus est (Waar liefde is, is visie)-Richard van St Victor
Herinnert u zich John Keats’ raadselachtige laatste twee regels in Ode on a Grecian Urn: “Schoonheid is waarheid, waarheid schoonheid. Dat is alles wat u op aarde weet, en alles wat u moet weten”?
“Maar wat bedoelde Keats in hemelsnaam?” vroeg wiskundige en auteur Martin Gardner (Scientific American, april 2007). Gardner citeerde vervolgens T.S. Eliot die de regels “betekenisloos” noemde en “een ernstige smet op een prachtig gedicht”. Een nogal kernachtige opmerking, vond ik, gezien het feit dat de regels over schoonheid spraken. Gardner beschreef verder hoe grote stellingen en grote bewijzen, zoals “Euclides’ elegante bewijs van oneindigheid van priemgetallen, over zich hebben wat Bertrand Russell omschreef als “een koude en sobere schoonheid”, verwant aan de schoonheid van grote beeldhouwwerken.”
Ian Stewart, een vooraanstaand wiskundige aan de Universiteit van Warwick in Engeland en auteur van Why Beauty is Truth: a History of Symmetry, stelde dat symmetrie de kern van schoonheid vormt. Hij besloot zijn boek met twee stelregels: 1) in de natuurkunde garandeert schoonheid niet automatisch de waarheid, maar het helpt wel; en 2) in de wiskunde moet schoonheid waar zijn – want alles wat onwaar is, is lelijk.
Ik denk echt niet dat deze jongens het snappen. Waarheid is, net als schoonheid, iets dat persoonlijk wordt waargenomen en gekend. Net als liefde is schoonheid (en waarheid) van toepassing op iemands persoonlijke ervaringen, gevoelens en gedachten. Het is niet iets dat we “bewijzen”. Het IS gewoonweg. Schoonheid noch waarheid (zeker niet in al haar facetten) kunnen in de verste verte beschreven of “bewezen” worden door de wetenschap (althans niet in de taal van de traditionele wetenschap). Wij zijn elk een uniek universum, waarbinnen zich een wereld van esthetische waarheden bevindt. De Britse auteur John Lane, auteur van Timeless Beauty: In the Arts and Everyday Life beschrijft het als volgt:
“Hoewel de complexiteit van zowel de natuur als de schoonheid een subtiele wiskundige basis heeft, kan de rede op zichzelf ons niet vertellen waarom schoonheid bestaat, noch wat mooi is…Er is vaak iets spontaans, zelfs ‘onlogisch’ aan deze emoties; net als liefde kunnen ze nooit van tevoren worden bepaald, laat staan gedicteerd. Maar dat kunnen evenmin de andere wijze en prachtige dingen die het belangrijkst zijn in het menselijk leven, waaraan de grootsten van het menselijk ras het meest hebben bijgedragen, en waarin onze echte verfrissing bestaat – de liefde voor de waarheid, de bronnen van inspiratie en de productie van grote kunstwerken.”
“Deze, zoals schoonheid,” zegt Lane, “hebben uiteindelijk betrekking op het onbewuste, het hart en de ziel. Ze hebben betrekking op het hart omdat het de liefde is die het mysterie ontdekt dat inherent is aan de dingen die we als mooi zien; liefde die de arrogantie laat varen en vol ontzag staat voor het mysterie van het leven. Het is de liefde die de schoonheid ziet, die op haar beurt altijd bemind wordt.”
Enkele jaren geleden hield Gene Weingarten van de Washington Post een experiment in een metrostation in Washington, D.C. met de virtuoze violist Joshua Bell, vermomd als straatartiest. Bell’s optreden, geregeld door The Washington Post, was een experiment in context, perceptie en prioriteiten – en ook een onbeschroomde beoordeling van de smaak van het publiek: In een banale omgeving op een ongelegen tijdstip, zou schoonheid overstijgen?
Meer nog, Weingarten’s experiment in menselijk gedrag brengt nog een andere vraag naar voren over Noord-Amerikanen als cultuur: hebben we iemand anders nodig om ons te vertellen wat mooi en de moeite waard is?
John Lane suggereert dat het experiment op L’Enfant Plaza daar symptomatisch voor kan zijn, “niet omdat mensen niet de capaciteit hadden om schoonheid te begrijpen, maar omdat het irrelevant voor hen was.” Lane voegde daaraan toe: “Dit gaat over het hebben van de verkeerde prioriteiten.” En het verliezen van de balans in het leven. Ik zal nog verder gaan: schoonheid, in al haar vormen, is Gods geschenk aan ons. Goddelijke genade. Vergeving. Mededogen. Nederigheid. Altruïsme. Dit zijn allemaal uitingen van schoonheid, en uiteindelijk uitingen van God. Dus, als je geen tijd hebt om de prachtige en voortreffelijke “hymnen” van Joshua Bell in een druk metrostation waar te nemen, dan luister je ook niet naar God.
Dus, wat bedoelde Keats?… Wel, dit is wat ik denk dat hij bedoelde (en of hij dat nu wel of niet deed is eigenlijk onbelangrijk, want wat het voor mij betekent – voor ieder van ons – is wat belangrijk is):
De waarheid wordt, net als schoonheid, waargenomen vanuit het hart en de ziel. Shakespeare wist dit ook (To thine own self be true-Hamlet). Wanneer men waarachtig is (over zichzelf in het bijzonder) dan is men ook mooi. De waarheid zien over een persoon of een voorwerp is altijd onze inherente schoonheid erkennen, de goddelijke natuur die God ons gegeven heeft, verder zien dan de mondaine oppervlakkige sluier die we allemaal zo veel tijd besteden te cultiveren… Waarheid is schoonheid, schoonheid waarheid; dat is alles wat gij op aarde weet en alles wat gij moet weten. Het is een eenvoudige maar moeilijke stelregel om te volgen. Want om deze te volgen, moet men bereid zijn om zijn “veilige” maatschappelijke façade af te werpen en zich naakt voor God en de vaak veroordelende blik van de mensheid te tonen. Om verder te kijken dan de ondiepe kusten van misleiding naar de diepe afgrond van waarheid.
Bibliografie:
Stewart, Ian. 2007. Why Beauty Is Truth: The History of Symmetry. Basic Books. 304p.
Gardner, Martin. 2007. Is Schoonheid Waarheid en Waarheid Schoonheid? In: Scientific American, maart, 2007.
Lane, John. 2001. Tijdloze Schoonheid: in de Kunst en het Dagelijks Leven. Green Books. 176p.