Thunderstorms

Een supercell, de grootste van alle onweersbuien, zal waarschijnlijk tornado’s voortbrengen.
Credit: UCAR

Stel je een onweersbui voor – zware regendruppels slaan op het dak, de bliksem flitst door de ramen, de donder dreunt, de hond jankt vanuit zijn schuilplaats onder je bed. Stel je nu tweeduizend onweersbuien voor.

Op dit moment, op dit moment, zijn er ongeveer tweeduizend onweersbuien over de wereld. Ook al komen onweersbuien vaak voor, toch zijn het dramatische gebeurtenissen met intense regen, hagel, wind, bliksem, donder en zelfs tornado’s.

Onweersbuien ontstaan wanneer warme, vochtige lucht opstijgt tegen koude lucht. De warme lucht wordt koeler, waardoor vocht, waterdamp genaamd, kleine waterdruppeltjes vormt – een proces dat condensatie wordt genoemd. De afgekoelde lucht daalt lager in de atmosfeer, warmt op en stijgt weer op. Dit circuit van stijgende en dalende lucht wordt een convectiecel genoemd. Als dit met een kleine hoeveelheid gebeurt, vormt zich een wolk. Gebeurt dit met grote hoeveelheden lucht en vocht, dan kan zich een onweersbui vormen.

Onweersanatomie

Onweersbuien kunnen bestaan uit slechts één convectiecel, uit meerdere convectiecellen, of zelfs uit één extreem grote en krachtige convectiecel. Hieronder volgt een beschrijving van drie soorten onweersbuien, ingedeeld naar hun structuur: eencellige, meercellige en supercellige.

  • Eencellige Onweersbuien: Onweersbuien die ontstaan door slechts één convectiecel in de atmosfeer worden eencellige onweersbuien genoemd. De meeste van deze zijn klein, duren slechts ongeveer een uur, en worden ook wel gewone onweersbuien genoemd. Deze stormen ontstaan vaak in de zomer en omvatten torenhoge cumulonimbuswolken die 12 kilometer hoog in de atmosfeer kunnen groeien. Regen en bliksem komen vaak voor. Soms valt er hagel.
  • Meercellige onweersbuien: Sommige onweersbuien bestaan uit vele convectiecellen die als één eenheid bewegen. Deze worden multi-cell onweersbuien genoemd. Vaak zijn de convectiecellen gerangschikt als een cluster, met elke cel in een ander stadium van de onweerscyclus. Meercellige onweersbuien langs een koud of warm front, waar warme lucht hoog in de atmosfeer boven koude lucht wordt gestuwd, vormen vaak een lijn, die een squall line wordt genoemd. De buienlijn kan tot 1000 km lang zijn. Sterke windstoten waaien vaak vlak voor de storm.
  • Supercell Thunderstorms: Onweersbuien met diepe, roterende opwaartse winden, supercells genoemd, zijn zeer groot en duren uren waarbij enorme hoeveelheden regen en soms zelfs hagel ter grootte van een honkbal vrijkomen. Ze omvatten snel bewegende convectie – lucht die met 280 km per uur omhoog schiet. Rotatie in supercellen vormt soms gewelddadige tornado’s, de grootste en schadelijkste soort, omdat de stormen zo lang blijven bestaan. Uit één supercell onweer kunnen meerdere tornado’s ontstaan. En wolken groeien tot 18 km in de atmosfeer. Supercells zijn het minst voorkomende type onweer.

Waar lucht opstijgt om een onweersbui te vormen

Alle onweersbuien beginnen met lucht die in de atmosfeer opstijgt om een convectiecel te vormen, maar de lucht kan op verschillende manieren worden opgetild. Een andere manier om onweersbuien in te delen is door de plaats waar ze ontstaan en de reden waarom de lucht opstijgt. De plaatjes hieronder beschrijven drie verschillende manieren waarop het opstijgen van lucht kan beginnen: door een berg of heuvel, binnen een luchtmassa, of aan een onweersfront.

Orografische onweersbuien worden veroorzaakt door lucht die door een berg of heuvel wordt opgestuwd.

Luchtmassale onweersbuien zijn het gevolg van gelokaliseerde convectie in een onstabiele luchtmassa.

Frontale onweersbuien ontstaan langs grenzen van weerfronten (b.v. koufront).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.