U.S. Food and Drug Administration

U.S. Food and Drug Administration

Español

Vlooienbeten kunnen voor sommige honden en katten meer zijn dan een jeukende ergernis. Ze kunnen vlooienallergie dermatitis veroorzaken – een allergische reactie op eiwitten in vlooienspeeksel. En het constante krabben van uw huisdier kan blijvende haaruitval of andere huidproblemen veroorzaken. Vlooien die zich tegoed doen aan het bloed van uw huisdier, kunnen bloedarmoede veroorzaken en in zeldzame gevallen zelfs de dood.

Teken kunnen ook uw huisdier schaden, doordat ze infecties zoals de ziekte van Lyme overbrengen. En huisdieren kunnen teken in huis brengen, waardoor u en uw gezin worden blootgesteld aan ziekte door een tekenbeet.

Er zijn honderden bestrijdingsmiddelen, afweermiddelen en groeiremmers verkrijgbaar om uw huisdier tegen vlooien- en tekenbeten te beschermen. Sommige van deze producten zijn alleen verkrijgbaar bij een dierenarts; andere kunnen over de toonbank worden gekocht.

Vlooien- en tekenproducten variëren van pillen die via de mond worden gegeven tot halsbanden, sprays, dips, shampoos, poeders, en “spot-ons,” vloeibare producten die op de huid van de hond of kat worden geknepen, meestal tussen de schouderbladen of langs de rug. Er zijn een paar spot-on producten beschikbaar voor vlooienbestrijding bij fretten, en vliegen- en tekenbestrijding bij paarden.

Petowners moeten voorzichtig zijn met het veilig gebruiken van vlooien- en tekenproducten, zegt Ann Stohlman, V.M.D., een dierenarts in het Center for Veterinary Medicine van de Food and Drug Administration (FDA). “U moet de tijd nemen om het etiket, de bijsluiter en eventuele begeleidende literatuur zorgvuldig te lezen om ervoor te zorgen dat u het product correct gebruikt.”

Regulering van vlooien- en tekenproducten

Vlooien- en tekenproducten voor huisdieren worden gereguleerd door ofwel FDA ofwel het Environmental Protection Agency (EPA).

FDA is verantwoordelijk voor het reguleren van diergeneesmiddelen; sommige producten om externe parasieten te bestrijden vallen echter onder de jurisdictie van EPA. FDA en EPA werken samen om ervoor te zorgen dat alle toepasselijke wetten en voorschriften worden nageleefd. In het algemeen worden vlooien- en tekenproducten die oraal of via injectie worden toegediend, door de FDA gereguleerd.

Voordat een diergeneesmiddel op de markt mag worden gebracht, moet de FDA het “goedkeuren”. Voordat een bestrijdingsmiddel op de markt mag worden gebracht, moet het EPA het “registreren”.

Beide agentschappen baseren hun beslissing op een grondige beoordeling van gedetailleerde informatie over de veiligheid en effectiviteit van het product die door de fabrikant of een andere productsponsor wordt verstrekt. De sponsor moet aantonen dat het geneesmiddel of bestrijdingsmiddel voldoet aan de huidige veiligheidsnormen ter bescherming van

• het dier
• mensen die in contact komen met het dier
• het milieu

De sponsor moet ook aantonen dat het geneesmiddel of bestrijdingsmiddel het geclaimde effect produceert, en het product moet voorzien zijn van specifieke etikettering zodat het volgens de aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen kan worden gebruikt.

Nadat een product op de markt is toegelaten, zijn fabrikanten wettelijk verplicht om alle bijwerkingen van hun vlooien- of tekenproducten aan de regulerende instantie te melden.

Voorzichtigheid met spot-on-producten

In het voorjaar van 2009 merkte de EPA een toename op van incidenten die werden gemeld met spot-on-pesticideproducten voor huisdieren. Het EPA ontving een grote hoeveelheid informatie over slechte reacties van huisdieren die werden gemeld aan de bedrijven die registraties voor deze producten hebben. Het EPA stelde een team van dierenartsen samen met het Center for Veterinary Medicine (CVM) van de Food and Drug Administration en het Canadese Pest Management Regulatory Agency (PMRA) om deze informatie te bestuderen. Het team bestudeerde incidenten met katten en honden, keek naar de ingrediënten, bestudeerde de etikettering en besprak de gegevensbehoeften voor de toekomst om analyses en regelgeving te verbeteren.

Op basis van zijn analyse stelde het EPA vast dat er enkele veranderingen moeten worden aangebracht in de manier waarop spot-on-producten worden gereguleerd, hoe bedrijven gegevens over incidenten met huisdieren rapporteren en hoe verpakkingen worden geëtiketteerd voor katten, honden en grootte van dieren om de veiligheid van deze producten te waarborgen. Op basis van gerapporteerde incidenten concludeerde de EPA ook dat veel, maar niet alle incidenten met gezelschapsdieren plaatsvonden omdat de producten verkeerd werden gebruikt.

In september 2011 eiste de EPA de volgende acties in reactie op de analyse van spot-on-behandelingen:

• Eis aan fabrikanten van spot-on-pesticideproducten om de etikettering te verbeteren, waardoor de instructies duidelijker worden om verkeerd gebruik van het product te voorkomen, inclusief het herhalen van het woord “hond” of “kat” en “alleen” in de hele gebruiksaanwijzing en applicatorflacon, en gedetailleerde taal over bijwerkingen.
• Eisen van duidelijke markering om onderscheid te maken tussen honden- en kattenproducten en preciezere etiketinstructies om de juiste dosering per gewicht van het huisdier te garanderen.
• Beperking van het gebruik van alle inerte ingrediënten waarvan EPA vindt dat ze kunnen bijdragen aan incidenten.
• Lancering van een consumenteninformatiecampagne om nieuwe etiketinstructies uit te leggen en gebruikers te helpen medicatiefouten te voorkomen.

Spot-on vlooien- en tekenproducten kunnen effectieve behandelingen zijn, en veel mensen gebruiken de producten zonder schadelijke effecten voor hun huisdieren. Het EPA adviseert eigenaren van gezelschapsdieren niet om te stoppen met het gebruik van spot-ons, maar vraagt hen om voorzichtig te zijn en weloverwogen beslissingen te nemen bij de keuze van behandelingsmethoden.

EPA adviseert eigenaren van gezelschapsdieren om

• voorzichtig de aanwijzingen op het etiket op te volgen en hun huisdieren te controleren op tekenen van een slechte reactie na toepassing, vooral als ze deze producten voor het eerst gebruiken
• met een dierenarts te praten over verantwoord en effectief gebruik van vlooien- en tekenmiddelen

Wanneer behandelen

Het is het beste om uw huisdier aan het begin van het vlooien- en tekenseizoen te behandelen, zegt Stohlman. De duur van het vlooienseizoen, dat zijn hoogtepunt bereikt tijdens de warme maanden, varieert afhankelijk van waar je woont. “Op sommige plaatsen kan het vier maanden duren, maar op andere plaatsen, zoals Florida, kunnen vlooien het hele jaar door leven,” zegt Stohlman. En vlooien kunnen het hele jaar door in een warm huis leven, ongeacht waar je woont.

Teken worden op sommige plaatsen het hele jaar door gevonden. De Centers for Disease Control and Prevention melden dat in de meeste delen van de Verenigde Staten de kans op besmetting door een tekenbeet het grootst is in de lente en de zomer.

Tips voor het gebruik van vlooien- en tekenmiddelen

• Lees voor gebruik zorgvuldig het etiket. Als u de tekst niet begrijpt, vraag het dan aan uw dierenarts of bel de fabrikant. “Zelfs als u het product al vele malen hebt gebruikt,” zegt Stohlman, “lees het etiket, want de aanwijzingen of waarschuwingen kunnen zijn veranderd.”
• Volg de aanwijzingen precies op. Als het product voor honden is, gebruik het dan niet voor katten of andere huisdieren. Als op het etiket staat wekelijks gebruiken, gebruik het dan niet dagelijks. Als het product voor het huis of de tuin is, breng het dan niet rechtstreeks op uw huisdier aan.
• Houd meerdere huisdieren gescheiden na het aanbrengen van een product totdat het is opgedroogd om te voorkomen dat een dier een ander dier verzorgt en een geneesmiddel of bestrijdingsmiddel binnenkrijgt.
• Neem contact op met uw dierenarts voordat u een product gebruikt op zwakke, oude, gemedicineerde, zieke, drachtige of zogende huisdieren, of op huisdieren die eerder tekenen van gevoeligheid voor vlooien- of tekenproducten hebben vertoond.
• Controleer uw huisdier op bijwerkingen na het aanbrengen van het product, vooral wanneer u het product voor het eerst op uw huisdier gebruikt.
• Als uw huisdier een slechte reactie van een spot-on product ervaart, geef het huisdier dan onmiddellijk een bad met milde zeep, spoel het af met grote hoeveelheden water en bel uw dierenarts.
• Bel uw dierenarts als uw huisdier ziektesymptomen vertoont na het gebruik van een product. Symptomen van vergiftiging zijn onder andere slechte eetlust, depressie, braken, diarree of overmatig speekselen.
• Gebruik een product niet bij kittens of puppy’s tenzij het etiket deze behandeling specifiek toestaat. Gebruik vlooienkammen om vlooien, vlooieneieren en teken op te rapen bij puppy’s en kittens die te jong zijn voor vlooien- en tekenmiddelen.
• Was uw handen onmiddellijk met water en zeep na het aanbrengen van een product, of gebruik beschermende handschoenen tijdens het aanbrengen.
• Bewaar producten uit de buurt van voedsel en buiten het bereik van kinderen.

Bron: FDA and CDC

Reporting Problems

Bewaar de verpakking van het product na gebruik voor het geval er bijwerkingen optreden. U zult de instructies bij de hand willen hebben, evenals de contactinformatie van de fabrikant.

• Om problemen met spot-on vlooien- of tekenproducten te melden, kunt u contact opnemen met het National Pesticide Information Center (NPIC) op 1-800-858-7378.
• Om problemen met door de FDA goedgekeurde vlooien- of tekenmiddelen te melden, neemt u rechtstreeks contact op met de fabrikant van het geneesmiddel (zie de contactgegevens op het etiket van het product) of meldt u het aan het Center for Veterinary Medicine van de FDA op een formulier FDA 1932a.
• Als uw huisdier onmiddellijk medische zorg nodig heeft, belt u uw plaatselijke dierenarts, een plaatselijke dierenkliniek voor noodgevallen of het National Animal Poison Control Center op 1-888-426-4435. Het NAPCC rekent een vergoeding voor consultatie.

terug naar boven