Understanding the divisions of the Old Testament
De boeken zijn in de christelijke traditie gegroepeerd in vier grote secties
Door Sister Anna Marie McGuan, RSM
Eén uitdaging bij het lezen van het Oude Testament is het omgaan met de hoeveelheid materiaal die erin is opgenomen. Terwijl iemand leest, komt hij verhalende of verhaalachtige boeken of gedeelten van boeken tegen. De lezer komt ook niet-verhalende passages tegen, zoals poëzie in de Psalmen, genealogieën, wetten en voorschriften, en profetische verhandelingen. Hoe passen al deze passages in elkaar? Hoe kan men zich blijven oriënteren terwijl men door het Oude Testament leest?
Een nuttige benadering is de indeling van het Oude Testament in gedachten te houden. Natuurlijk is het Oude Testament al onderverdeeld in boeken, maar die boeken zijn gegroepeerd in vier grote secties in de christelijke traditie en drie verschillende secties in de Hebreeuwse traditie. De vier secties van de Christelijke Bijbel zijn de Pentateuch, de Historische Boeken, de Profetische Boeken, en de Wijsheidsliteratuur. De Hebreeuwse Bijbel die in de Joodse religieuze traditie wordt gebruikt heeft een andere indeling; zij hebben de Torah, de Profeten, en de Geschriften. De Hebreeuwse categorie van “Profeten” wordt dan onderverdeeld in de vroegere Profeten en de laatste Profeten. De vroegere Profeten omvatten wat in de christelijke traditie de Historische Boeken worden genoemd. Het gebruik van de categorie “Profeten” voor zowel historische als profetische geschriften is echter passend, zoals wordt uitgelegd in de Catechismus van de Katholieke Kerk:
“…wanneer de Kerk het Oude Testament leest, zoekt zij daar naar wat de Geest, ‘die door de profeten gesproken heeft’, ons over Christus wil vertellen. (n. 702; 122; 107; 243)
Onder “profeten” verstaat het geloof van de Kerk hier allen die de Heilige Geest heeft geïnspireerd bij de levende verkondiging en bij de samenstelling van de heilige boeken, zowel van het Oude als van het Nieuwe Testament. De joodse traditie onderscheidt eerst de Wet (de vijf eerste boeken of Pentateuch), dan de Profeten (onze historische en profetische boeken), en tenslotte de Schriften (vooral de Wijsheidsliteratuur, in het bijzonder de Psalmen).
In de christelijke Bijbel wordt het eerste deel van het Oude Testament gewoonlijk de Pentateuch genoemd. Pentateuch betekent “vijf delen” of “vijf rollen”. Torah, het Hebreeuwse woord voor deze eerste vijf boeken, betekent “wet”. Dit is een toepasselijke naam voor dit gedeelte, omdat deze boeken de wet bevatten die God instelde om Israël te regeren, met inbegrip van zijn eredienst en rituelen. Dit gedeelte begint met de schepping en omvat de verhalen over Abraham, Jakob en zijn zonen, de uittocht van het volk Israël uit Egypte, en het verbond dat God met zijn volk sloot bij de berg Sinaï. Het eindigt met de laatste toespraak van Gods dienaar Mozes in het boek Deuteronomium.
Het tweede deel zijn de Historische boeken. Deze boeken beschrijven de intocht van het Hebreeuwse volk in het land Kanaän, het land dat door God aan Abraham en zijn nakomelingen was beloofd. Zij vertellen het verhaal van de verovering van het land, de vestiging van de monarchie, en de levens van Saul, David en Salomo. Deze boeken vertellen ook over de verdeling van het Davidische koninkrijk in Israël (Noord) en Juda (Zuid) na de dood van Salomo. Vanaf dat moment waren de twee koninkrijken vaak verwikkeld in oorlogen en geschillen met elkaar en met vreemde naties. Uiteindelijk werden beide koninkrijken veroverd: Israël door het Assyrische rijk in 722/721 v. Chr. en Juda door de Babyloniërs in 586 v. Chr.
De profetische boeken lopen chronologisch parallel met de historische boeken gedurende de tijd van het verdeelde koninkrijk. Het boek van de profeet Amos bijvoorbeeld wordt beschouwd als het vroegste boek en hij wordt gedateerd in het midden van de achtste eeuw v. Chr., vóór de val van het noordelijke koninkrijk. De profeten geven in hun geschriften enkele historische verwijzingen, maar het zwaartepunt van de profetische boodschap ligt op het theologische vlak. De profeten spreken namens God en geven uitleg, vermaningen en soms harde beschimpingen aan Gods volk vanwege hun ontrouw aan Hem.
De Wijsheidsliteratuur of de Geschriften is een gevarieerde verzameling van boeken. Misschien wel het grootste van deze boeken zijn de Psalmen, die fungeerden als een gebedshymne voor het volk Israël en, nu, ook voor de Kerk. Andere soorten literatuur over wijsheid omvatten spreekwoorden en instructies over hoe rechtvaardig te leven in de wereld volgens Gods ontwerp voor de mens. Het boek Job, dat ook tot deze categorie behoort en grotendeels in dichtvorm is geschreven, is een lange verkenning van het menselijk lijden en de betekenis daarvan. Deze groep boeken is niet historisch gebonden aan één persoon of tijdsperiode, maar bevat de lange traditie van wijsheid die het verbondsvolk heeft verdiend door hun ervaringen van lijden, berouw en gebed.
De afsluiting van het Oude Testament ziet uit naar de vervulling van Gods beloften aan Zijn volk, vooral in de vorm van de Messias (Hebreeuws voor “gezalfde”) van God. Zijn komst zou een definitieve stap betekenen voor Gods openbaring aan Zijn volk en de verlossing van de gehele mensheid.