Verhaal van de Heiligen
Geboren in Cilicië (nu bekend als Arabië) in de derde eeuw, waren Cosmas en Damianus de eerste kinderen die geboren werden in een gezin van zeven jongens. De tweeling studeerde geneeskunde en zou de eerste zijn geweest die een transplantatie van ledematen bij een mens heeft uitgevoerd. Zij wijdden zich zowel aan de rijken als aan de armen en aanvaardden geen betaling voor hun medische diensten, waaraan zij hun titel “De Zilverlozen” te danken hadden. Deze wonderbaarlijke beschermheren van de geneeskunde werden ervan beschuldigd christenen te zijn door twee collega-artsen en gearresteerd door Lisia, de gouverneur van de stad Aega. Zij werden berecht voor een rechtbank van Ceasar en veroordeeld tot de dood door foltering.
De eerste foltering was dat zij in zee werden geworpen met beide handen en voeten gebonden. Een wonder geschiedde toen zij vrij werden en aan land konden zwemmen. Hun tweede marteling was het verbranden op de brandstapel. Een tweede wonder gebeurde toen de vlammen hen niet verbrandden. De derde foltering was geseling. Een derde wonder geschiedde toen de zwepen hun merktekens niet raakten.
Nadat een laatste eis om hun christelijk geloof af te zweren werd geweigerd, werden de heiligen Cosmas en Damianus onthoofd. De dag was 27 september in het jaar 287.
De heiligen Cosmas en Damianus zijn de beschermheiligen van de stad Gaeta, Italië. Men gelooft dat door hun voorspraak de bevolking van de stad gespaard bleef tijdens een pestepidemie in de 18e eeuw.