Vrijheid
Vrijheid is een toestand van volledig bewustzijn van de mens die hem in staat stelt te beslissen en verantwoordelijk te zijn voor zijn beslissingen en gedrag. Vrijheid stelt de mens in staat te kiezen tussen goed en kwaad en verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgen van zijn keuze. Vrijheid komt van libertas, een woord van Latijnse oorsprong.
Vrijheid wordt ook gedefinieerd als de bevoegdheid om in een natie te handelen zonder dwang van welke aard ook, mits de handeling niet in strijd is met de wet en de goede zeden.
Metafysica, psychologie en filosofie beschouwen innerlijke vrijheid als een belangrijk aspect van de mens, dat wordt aangevuld door uiterlijke vrijheid in het dynamische geheel dat de mens is.
Om menselijk gedrag moreel verwijtbaar te maken, wordt vrijheid of vrije wil binnen de mens voorondersteld. Dankzij de vrijheid kan de mens de hoogste grootheid bereiken, maar ook zijn ergste staat van degradatie.
De vrijheid is een kostbaar geschenk dat de daden van de mens bezoedelt of in de verf zet, want de vrijheid komt voort uit zijn diepste wezen.
De vrijheid is een recht en een ideaal waarvan de mens geen afstand kan doen, hij kan zijn vrijheid en verantwoordelijkheid niet overdragen aan een ander wezen, omdat zij eigen is aan de menselijke natuur en er inherent aan is.
Vrijheid wordt ook aangeduid als autonomie, zelfbeschikking en het vermogen te handelen in overeenstemming met de eigen waardeschaal en de universele waarden.
De vrijheid waarmee de mens wordt geboren, ondergaat vervolgens conditionering die wordt bepaald door de situatie waarin hij wordt geboren en de tijd waarin hij wordt geboren. Pure vrijheid, zonder beperkingen, is een utopie, zoals sommige beroemde denkers hebben gezegd.