Waar moet het tabernakel zijn?
Zowel de Catechismus van de Katholieke Kerk als het Wetboek van Canoniek Recht van 1983 en de voortdurende traditie van de Kerk bevestigen dat de Eucharistie de “bron en het hoogtepunt van het christelijk leven” is en dat “alle werken van het apostolaat verbonden zijn met de Eucharistie en erop gericht zijn”. De kerkelijke voorschriften betreffende de heilige Eucharistie roepen ons dan ook op om het Heilig Sacrament in de hoogste eer te houden en er de grootste zorg aan te besteden. Een overzicht van de documenten die het tabernakel regelen, levert het volgende op:
Code van het Canonieke Recht (1983): “Het tabernakel waarin de gezegende Eucharistie wordt bewaard, moet op een voorname plaats in de kerk of het oratorium worden geplaatst, een plaats die in het oog springt, op passende wijze is versierd en bevorderlijk is voor het gebed. Het tabernakel waarin de gezegende Eucharistie gewoonlijk wordt bewaard, moet onroerend zijn, gemaakt van stevig en niet-transparant materiaal, en zodanig zijn afgesloten dat het de grootste veiligheid biedt tegen elk gevaar van ontheiliging.
Degene die de leiding heeft over een kerk of een bidkapel, moet ervoor zorgen dat de sleutel van het tabernakel, waarin de gezegende Eucharistie wordt bewaard, zo goed mogelijk bewaard wordt (Canon 938).
De Algemene Instructie van het Romeins Missaal: “In overeenstemming met de structuur van elke kerk en de wettige plaatselijke gebruiken, moet het Allerheiligste Sacrament worden bewaard in een tabernakel in een deel van de kerk dat werkelijk edel, prominent, opvallend, waardig versierd en geschikt voor gebed is.”
“Het tabernakel moet gewoonlijk het enige tabernakel zijn, onverwijderbaar zijn, gemaakt zijn van stevig en onschendbaar materiaal dat niet doorzichtig is, en zodanig worden afgesloten dat het gevaar van ontheiliging zo veel mogelijk wordt voorkomen. Bovendien is het passend dat, voordat het in liturgisch gebruik wordt genomen, het tabernakel wordt gezegend volgens de ritus beschreven in het Romeins ritueel.
“Het is passender als teken dat op een altaar waarop de mis wordt opgedragen geen tabernakel staat waarin de Allerheiligste Eucharistie wordt bewaard. Bijgevolg verdient het de voorkeur dat het tabernakel, naar het oordeel van de diocesane bisschop, geplaatst wordt:
“a) hetzij in het heiligdom, los van het altaar waarop de viering gehouden wordt, in een passende vorm en op een passende plaats, waarbij het niet uitgesloten is dat het geplaatst wordt op een oud altaar dat niet meer voor de viering gebruikt wordt (vgl.
“b) of zelfs in een kapel die geschikt is voor de private aanbidding en het gebed van de gelovigen en die organisch verbonden is met de kerk en gemakkelijk opgemerkt kan worden door de christelijke gelovigen” (nrs. 314-315).
Redemptionis Sacramentum (instructie van het Vaticaan in 2004): “Het Allerheiligste Sacrament moet worden bewaard in een tabernakel in een deel van de kerk dat edel, prominent, gemakkelijk zichtbaar en op een waardige manier versierd is en bovendien ‘geschikt voor gebed’ door de rust van de locatie, de beschikbare ruimte voor het tabernakel, en ook de voorziening van banken of zitplaatsen en knielbanken. Bovendien moet ijverig worden gelet op alle voorschriften van de liturgische boeken en op de norm van de wet, in het bijzonder wat betreft het vermijden van het gevaar van ontheiliging” (nr. 130).
Samenvattend zijn er, zoals gezegd, drie terugkerende thema’s met betrekking tot de reservatie van het Heilig Sacrament in het tabernakel: zichtbaarheid, veiligheid en schoonheid. Dit zijn de uitdagingen – en kansen – die zowel architect als liturg onder ogen moeten zien bij het ontwerp van elke gewijde ruimte voor katholieke liturgie.
Rev. Francis Hoffman, J.C.D., is uitvoerend directeur van Relevant Radio. Volg hem op zijn Facebook-pagina “Father Rocky.”