Wat is Gods wil

Veel christenen hebben het over het kennen of doen van Gods wil, maar wat is Zijn wil? De Bijbel spreekt over Gods wil vanuit meer dan één perspectief.
In de eerste plaats spreekt de Bijbel over Gods soevereine of opperste wil. Efeziërs 1:11 leert dat God degene is die “alle dingen werkt naar de raad van zijn wil”. Job 42:2 zegt: “Ik weet dat u alle dingen kunt doen, dat het niet mogelijk is uw plannen te dwarsbomen. Romeinen 8:28 verklaart dat Gods wil werkt ten goede van de gelovigen: “Nu weten wij, dat God alle dingen regelt ten goede voor hen, die Hem liefhebben, die naar zijn voornemen geroepen zijn.”
Ten tweede, de Bijbel spreekt ook over mensen die Gods wil doen. Bijvoorbeeld, God “wil dat allen behouden worden en de waarheid leren kennen”. (1 Timoteüs 2:4). Johannes 3:16 leert: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” De Heer wil of verlangt dat mensen tot verlossing komen en dat zij Zijn geboden gehoorzamen. Zo verliet Jezus de aarde met de uitdaging aan zijn volgelingen om “op weg te gaan en alle volken tot mijn leerlingen te maken, door hen te dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest, en hun te leren zich te houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb”. (Mattheüs 28:19-20).
Ten derde spreekt de Bijbel over Gods wil voor ons individuele leven. Sommige van deze verlangens zijn universeel, zoals 1 Tessalonicenzen 5: 16-18: “Wees altijd blij, bid zonder ophouden, dank God in elke situatie, want dit is zijn wil voor u in Christus Jezus.” Op andere gebieden heeft God een uniek plan voor groepen mensen en voor onze individuele levens. Zo sprak God op een keer tot het volk Israël als groep en zei: “Want Ik weet welke plannen Ik met u heb,” bevestigt de Heer, “plannen van voorspoed en niet van rampspoed, om u een toekomst en een hoop te geven.” (Jeremia 29:11). Aan de apostel Paulus gaf God hem een droom om naar een bepaald gebied te reizen om het Evangelie te verkondigen: “In de nacht had Paulus een visioen waarin een man uit Macedonië stond en hem smeekte: ‘Kom naar Macedonië en help ons. Nadat Paulus het visioen had gehad, maakten wij ons onmiddellijk gereed om naar Macedonië te vertrekken, in de overtuiging dat God ons had geroepen om het evangelie aan de Macedoniërs te verkondigen” (Handelingen 16: 9-10). (Handelingen 16: 9-10).
Samenvattend kan Gods wil verwijzen naar Zijn volmaakte plan dat bekend is vanaf het begin der tijden, Gods onderricht voor alle mensen, Gods specifieke verlangens voor een gemeenschap van mensen, of Gods unieke plan voor ons individuele leven. God weet alles wat er zal gebeuren, heeft ons bevolen bepaalde leringen te volgen, en leidt zowel individuen als gemeenschappen van gelovigen naar bepaalde daden die Zijn naam eer aandoen.