Weet Je Waarom Jezus de uitdrukking “Ik Ben” gebruikt? – Uw Dagelijks Bijbelvers – 26 januari


Weet U Waarom Jezus de uitdrukking “Ik Ben” gebruikt?
Door Michael J. Kruger

“Waarachtig, waarachtig, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben Ik” – Johannes 8:58

Een van de meest verbluffende scènes in het Evangelie van Johannes is wanneer Jezus aan het eind van hoofdstuk acht de Joodse leiders debiteert en verklaart: “Waarachtig, waarachtig, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben Ik” (8:58). Er bestaat weinig twijfel over dat dit een claim van goddelijkheid was, want in het volgende vers lezen we: “En zij raapten stenen op om naar hem te gooien” (8:59).

Hoewel er weinig twijfel over bestaat dat de Joden begrepen dat Jezus een goddelijke identiteit opeiste, bestaat er enige twijfel over de reden waarom zij dit geloofden. Wat is de achtergrond van Jezus’ “Ik ben” verklaring? Meestal wordt aangenomen dat Jezus zinspeelt op Ex 3:14, waar Jahweh zijn eigen naam uitdrukt als “Ik ben die Ik ben.”

Dit is zeker een mogelijkheid. Maar de Griekse constructies zijn niet precies hetzelfde. Er is nog een andere mogelijkheid die waarschijnlijker de achtergrond is van Jezus’ “Ik ben”-verklaringen, namelijk het boek Jesaja, met name de hoofdstukken 40-55. Niet alleen zijn deze hoofdstukken vormend voor de vroegchristelijke theologie (b.v. Jes. 40,3/Mark. 1,3), maar zij bevatten ook enkele van de meest directe verklaringen van Gods identiteit als de enige ware God. En veel van deze verklaringen gebruiken precies dezelfde “Ik ben” constructie (ego eimi).

Een paar voorbeelden:

Jesaja 41:4 Wie heeft dit gedaan en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, ben de eerste en bij de laatste; Ik ben het (ego eimi).

Isaja 43:10 “Gij zijt mijn getuigen,” verklaart de HEERE, “en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat gij Mij kent en gelooft en verstaat, dat Ik het (ego eimi) ben. Vóór Mij is geen god geformeerd, en na Mij zal er geen zijn.

Isaja 48:12 “Luister naar Mij, o Jakob, en Israël, die Ik geroepen heb! Ik ben het (ego eimi); Ik ben de eerste en Ik ben de laatste.

Deze voorbeelden tonen aan dat Jesaja de “Ik ben” taal gebruikt om Gods exclusieve status als de enige ware God te benadrukken. De uitdrukking betekent in wezen “Ik ben” of “Ik ben” of “Ik ben .”

Als dat zo is, dan geeft dit inzicht in hoe Johannes de “Ik ben” taal gebruikt buiten Johannes 8:58. Bijvoorbeeld, wanneer Jezus wordt gearresteerd in de tuin, verklaart hij in 18:6: “Ik ben hem (ego eimi).” Hoewel de meeste lezers het verband hier zouden missen, geeft de reactie van de soldaten ons een aanwijzing voor wat er bedoeld wordt: “Toen Jezus tot hen zei: ‘Ik ben het (ego eimi)’ trokken zij zich terug en vielen op de grond” (18:6).

Het terugvallen is een contextuele aanwijzing dat Jezus spreekt zoals God spreekt in Jesaja. Er is hier dus waarschijnlijk sprake van een dubbele betekenis in 18:6. Aan de ene kant beantwoordt Jezus de vraag van de soldaten door te zeggen: “Ik ben het.” Maar aan de andere kant zegt hij: “Ik ben Hij.”

Uiteindelijk is de “Ik ben” taal in Johannes een waarschijnlijke verwijzing naar Gods zelf-verklaringen in Jesaja, en dus een dramatische claim van Jezus om de enige ware God van Israël te zijn. Door een beroep te doen op Jesaja, stelt Jezus zichzelf niet voor als een andere God, maar als de enige echte God van de Joden.

Oorspronkelijk artikel: Waarom gebruikt Jezus de uitdrukking “Ik Ben”?

Houd je van podcasts? In The Bible Never Said That pakken we een aantal van de meest populaire “geestelijke uitspraken” uit die hun weg hebben gevonden naar de populaire cultuur en de kerk, ook al zijn ze theologisch niet verantwoord. Samen houden we ze tegen de Bijbel om te zien wat Gods Woord ons werkelijk te zeggen heeft.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.