[Zwangerschapsgeassocieerde veneuze trombose bij vrouwen met erfelijke heterozygotie voor factor V Leiden en/of factor II-genmutaties] – PubMed associated venous thrombosis in women with hereditary heterozygous factor V Leiden and/or factor II gene mutations]
Het risico van veneuze trombo-embolie (VTE) bij zwangere vrouwen met heterozygote factor V Leiden en/of heterozygote factor II 20210A genmutaties is slecht gedocumenteerd, en de noodzaak van profylaxe is daarom controversieel. Wij bestudeerden retrospectief 208 vrouwen met erfelijke trombofilie (heterozygote factor V Leiden en/of factor II genmutaties), die in totaal 406 voldragen zwangerschappen hadden, waarvan 10 met tromboprofylaxe. De ante- en postpartum incidentie van VTE was significant hoger bij vrouwen met beide mutaties (17,8%) dan bij vrouwen met alleen een FII-genmutatie (6,2%) p = 0,003. Daarentegen was er geen significant verschil tussen vrouwen met een FV+FII-mutatie en vrouwen met alleen een FV-mutatie (10%). De twee meest voorkomende erfelijke risicofactoren voor trombofilie lijken dus eerder een additief dan een synergistisch effect te hebben op het antepartum/postpartum risico op VTE. Daarentegen was een voorgeschiedenis van VTE vóór de zwangerschap bij vrouwen met zowel de FV- als de FII-genmutatie geassocieerd met een zeer hoog risico op VTE (50%). De incidentie van VTE was hoger tijdens de post-partum periode dan tijdens de ante-partum periode. Er was geen significant verschil in de incidentie van foetaal verlies in de drie groepen, maar dit was geen primair eindpunt. Deze resultaten, verkregen in één enkel centrum, hebben implicaties voor VTE-profylaxe. Routinematig gebruik van LMWH is niet geïndiceerd tijdens de zwangerschap bij asymptomatische vrouwen met een enkele mutatie. Bij vrouwen met beide mutaties en een voorgeschiedenis van veneuze trombose is het daarentegen tijdens de gehele zwangerschap gerechtvaardigd. Bij asymptomatische vrouwen met beide mutaties moet de noodzaak van profylaxe tijdens de gehele of een deel van de zwangerschap op individuele basis worden afgewogen. In de periode na de bevalling is er consensus over het gebruik van LMWH gedurende 6 weken bij vrouwen met enkelvoudige of dubbele mutaties die geassocieerd zijn met trombofilie.