15 Oorzaak-en-gevolg lesplannen die je leuk zult vinden

De hond liep weg omdat zijn baasje het hek open liet staan. De chauffeur kreeg een ongeluk omdat hij aan het sms’en was. Ben huilde omdat hij een Batman-kostuum had gekregen. Voor volwassenen lijkt het misschien intuïtief, maar voor kinderen is het concept oorzaak en gevolg een hele uitdaging. Maar maak je geen zorgen, we hebben je. Hier vindt u 15 eenvoudige maar effectieve lesideeën over oorzaak en gevolg waarmee u uw leerlingen kunt helpen dit leesconcept onder de knie te krijgen.

Maak een ankertabel.

Tijdens de introductie van oorzaak en gevolg kan een ankertabel helpen het concept te versterken. Ze zijn handig om naar terug te verwijzen bij het herlezen en om door de kinderen te laten bekijken als ze zelfstandig aan het werk zijn.

Eén ding om te benadrukken is dat de oorzaak is waarom iets is gebeurd. De oorzaak komt altijd eerst, ook al wordt hij niet als eerste genoemd. Het gevolg is wat er is gebeurd, en het treedt op na de oorzaak.

Laat concrete voorbeelden zien.

Voorzie van tevoren een paar voorwerpen om als oorzaak-en-gevolg-voorbeelden te gebruiken. Je kunt een rij dominostenen omduwen, een lichtschakelaar aanzetten, een ballon laten knallen, een bal laten rollen, een Hot Wheel auto van een helling laten vallen, enzovoort. Terwijl u (of, nog beter, een leerling) deze voorbeelden demonstreert, vraagt u uw kinderen wat de oorzaak en wat het gevolg is.

Bespreek voorbeelden uit het echte leven.

Geef uw klas echte scenario’s en vraag wat er zou gebeuren. Bijvoorbeeld: “Wat zou er gebeuren als je ’s zomers een ijsblokje op een hete stoep zou laten liggen? Laat de leerlingen vervolgens oorzaak en gevolg vaststellen.

Gelijksoortige vragen blijven stellen, met hetzelfde kader van als (de oorzaak) en wat (het gevolg). Bijvoorbeeld: als je in één keer te veel snoep eet, wat zou er dan gebeuren? Als u elke dag oefent om piano te spelen, wat zou er dan gebeuren? Als je nooit je tanden poetste, wat zou er dan gebeuren? Om het nog leuker te maken, kun je er een grapje van maken. Misschien, als een olifant in een klein zwembad zou springen, wat zou er dan gebeuren? Of als je een buitenaards wezen zou zien, wat zou er dan gebeuren?

Activeer het met een rollenspel.

Prepareer van tevoren papiertjes met ideeën voor de leerlingen om uit te beelden. Vertel de kinderen dat ze geluidseffecten mogen maken, maar geen woorden mogen gebruiken. U kunt meteen om vrijwilligers vragen of, nog beter, de acteurs in kleine groepjes verdelen en ze vijf tot tien minuten de tijd geven om te oefenen voordat u ze aan de klas laat zien.

De situaties die u opneemt kunnen zijn: Je speelt honkbal, en een raam breekt. Je blaast een grote kauwgombel, en die knalt in je gezicht. Een voetbalteam maakt een touchdown, en het publiek juicht. Je springt op het bed en wordt uitgescholden. Je valt tijdens het schaatsen en breekt je arm. Je rent hard en verdient een trofee. En ga zo maar door. Nadat elk scenario is uitgevoerd, kan de klas de oorzaak en het gevolg benoemen.

Zinstrookjes met elkaar vergelijken.

Op voorhand schrijf je oorzaken op zinsstrookjes en bijpassende gevolgen op andere zinsstrookjes. Zorg ervoor dat er genoeg zijn voor de hele klas. Deel aan elk kind een zinnenstrookje uit met een oorzaak of een gevolg.

Wanneer u “ga” zegt, laat de kinderen dan rondlopen tot ze een bijpassende zin hebben gevonden. Als ze klaar zijn, kunnen ze snel hun antwoorden delen. Deze les over oorzaak en gevolg is een geweldige manier om kinderen uit hun stoel te krijgen en in beweging te krijgen.

Speel oorzaak-en-gevolgkaarten in tweetallen.

Knip kaarten van drie bij vier inch uit twee verschillende kleuren bouwpapier. Als de kinderen met z’n tweeën zijn, geef je elk kind twee kaarten van elke kleur. De ene kleur is voor de oorzaken (schrijf een “C” op de achterkant van deze kaarten om kinderen te helpen herinneren), en de andere kleur kaarten zijn voor de effecten (schrijf een “E” op de achterkant van deze kaarten).

Daarna werken de paren samen om vier verschillende oorzaak-en-gevolg gebeurtenissen te bedenken om op hun kaarten te zetten. Op één oorzaak-kaart kan bijvoorbeeld staan: De moeder vogel zat op haar nest. Op de effectkaart die erbij hoort, zou kunnen staan: De babyvogels zijn uit hun ei gekropen. Of oorzaak: Het begon te regenen. Gevolg: We haalden onze paraplu’s tevoorschijn. Als het tweetal klaar is met hun kaarten, mengen ze ze, stoppen ze in een envelop en schrijven hun naam op de voorkant.

De volgende dag, zet de enveloppen door de kamer, alsof je een speurtocht houdt, en laat tweetallen door de kamer reizen met hun partners om enveloppen te openen, oorzaken en gevolgen te matchen, de kaarten weer te mengen, ze terug in de envelop te stoppen, en naar de volgende open set te gaan. Een alternatief is om de enveloppen te gebruiken als een oorzaak-en-gevolg centrum.

Maak flipboekjes.

Deze kleine boekjes kunnen worden gebruikt in oorzaak-en-gevolg lesplannen en nog veel meer! Misschien wilt u ze voor de kleintjes voorbereiden, maar oudere kinderen kunnen ze meestal zelf maken. Vouw een papier van 9 bij 12 inch in de lengte (hotdogstijl). Houd het opgevouwen en gebruik een liniaal om de plekken van 3, 6 en 9 inch boven- en onderaan af te tekenen.

Trek op elke gemarkeerde plek een lijn van boven naar beneden. Vouw de pagina open en knip op de drie lijnen vanaf de onderkant tot aan de vouw. Als het flipboekje gemaakt is, tekenen de kinderen vier oorzaken op de voorkant en lichten dan elke flap op en tekenen er vier effecten onder. Verrijking nodig voor kinderen met een hoger niveau? Laat ze voor elke oorzaak meerdere effecten tekenen of schrijven!

8. Maak oorzaak-en-gevolg tekeningen.

Neem 9×12 bouwpapier (liggend formaat) en laat kinderen het dubbelvouwen en vervolgens uitvouwen. Schrijf bovenaan de linkerkant “Oorzaak” en bovenaan de rechterkant “Effect”. Gebruik kleurpotloden, stiften, Sharpies of waterverf om een tekening te maken die een oorzaak-gevolgrelatie laat zien.

Maak oorzaak-gevolgrelatiekaarten.

Gelijk aan het bovenstaande oorzaak-gevolgrelatie lesplan, maar in plaats van het papier open te vouwen, laat je het gewoon opgevouwen als een wenskaart. Ik maak de kaarten graag vrij klein, dan kunnen ze in een klein oorzaak-en-gevolg museum gegroepeerd worden voor een leuke uitstalling. De kaarten moeten zo groot zijn dat de kinderen erop kunnen tekenen of schrijven.

Gebruik plaatjes om leerlingen oorzaak en gevolg te laten afleiden.

Dit lesplan over oorzaak en gevolg kan worden uitgevoerd nadat de kinderen de basisbeginselen onder de knie hebben. Verzamel een aantal interessante plaatjes uit tijdschriften voor in de klas (Scholastic, Weekly Reader, enz.) en gewone tijdschriften, of zoek ze online op gratis te gebruiken sites zoals . Zoek plaatjes waar veel in gebeurt, want de kinderen gaan op zoek naar meerdere oorzaken en gevolgen, niet slechts één. Ik stel voor om de kinderen NIET naar plaatjes te laten zoeken. Niet alles is geschikt voor in de klas, en zelfs als dat wel zo zou zijn, kan dat afleiden.

Lijm het plaatje op de bovenkant van een stuk bouwpapier (staand formaat) of een stuk kaartpapier. Verdeel de ruimte onder de foto in tweeën en schrijf “Oorzaak” boven aan de linkerkant en “Effect” boven aan de rechterkant. Kinderen brainstormen en schrijven veel verschillende oorzaken en gevolgen op voor hetzelfde plaatje door het op verschillende manieren te bekijken.

11. Probeer een grafisch schema.

Voor deze activiteit zoek je plaatjes zoals eerder, maar deze keer plak je het plaatje in het midden van het papier. Schrijf “Oorzaak” boven het plaatje en een woord of twee om de oorzaak uit te leggen. Dan trekken de kinderen pijlen weg van het plaatje en schrijven mogelijke gevolgen.

Bijvoorbeeld, als het plaatje een zonnig strand is, is de oorzaak de hete zon. Mogelijke gevolgen kunnen zijn dat het zand heet is, mensen verbranden, kinderen in het water springen om af te koelen, mensen onder een parasol gaan zitten om af te koelen, mensen zich insmeren met zonnebrandcrème, enzovoort.

Op een andere dag gebruikt u andere plaatjes en herhaalt u de activiteit, maar plaatst u het woord “gevolg” boven het plaatje en een of twee woorden om het gevolg uit te leggen. De pijlen wijzen deze keer in de richting van het effect en geven de oorzaken aan. Bijvoorbeeld, als het plaatje gemorste melk was, is het effect de gemorste melk. De oorzaken kunnen zijn: een kat die ertegenaan liep, een baby die ervan probeerde te drinken, de melk stond te dicht bij de rand van de tafel, een moeder schonk per ongeluk te veel in, kinderen waren in huis aan het ballen en de bal raakte de melk, enz.

Lees een of twee prentenboeken.

Er zijn verschillende goede prentenboeken, zoals Als je een muis inslikt, die oorzaak en gevolg goed laten zien. Sommige zijn een beetje vreemd, maar kinderen zullen de wilde scenario’s leuk en gedenkwaardig vinden. Hier is een lijst om je op weg te helpen. De Children’s Library Lady heeft ook een aantal goede prentenboeken aanbevolen, evenals bronnen voor lessen over oorzaak en gevolg.

Leer leerlingen aanwijzingen te vinden.

Leer leerlingen in de bovenbouw van de basisschool dat bepaalde woorden, zoals because, since, due to, en if … then, of woorden die helpen gebeurtenissen op volgorde te zetten, zoals first en then, signalen zijn die hen kunnen helpen de oorzaak of het gevolg te vinden terwijl ze lezen. Gebruik deze hand-out om hen te helpen en laat hen dan oefenen door hun eigen oorzaak-en-gevolg zinnen te maken of door een versie van de hierboven beschreven zinnen-strookjes activiteit te doen.

Speel een spel.

Spelletjes zijn altijd een goede manier om lessen te versterken. Als extra bonus kunnen spelletjes onafhankelijk worden gespeeld. Als een of twee leerlingen eerder klaar zijn of wat vrije tijd hebben, laat ze dan hun kennis over oorzaak en gevolg testen door gratis online spelletjes te spelen die hen uitdagen en tegelijkertijd herhalen wat u hebt geleerd. IJsliefhebbers in je klas? Laat ze de oorzaak (het ijsje) “scheppen” en op het gevolg (het hoorntje) leggen met dit spel. Of zet leerlingen in teams en laat ze hun moed testen in dit spelletje oorzaak-en-gevolg Jeopardy!

Experimenteer!

Er is misschien niets dat oorzaak en gevolg beter illustreert dan een experiment. Stel een lijst op van snelle, eenvoudige experimenten, zoals veel lucht in een ballon doen of centen op de vleugels van een papieren vliegtuigje leggen. Werk dan samen, als klas of in kleine groepjes, om een eenvoudige hypothese te bedenken, gebruikmakend van de woorden die hierboven zijn gemarkeerd. Bijvoorbeeld: De plant zal groeien omdat we hem consequent water hebben gegeven. Of: Als we de kleuren geel en blauw mengen, dan zullen we groen maken. Help de leerlingen inzien dat de opzet van het experiment de oorzaak is en dat wat er gebeurt (het resultaat) het gevolg is.

Hoe helpt u uw leerlingen om oorzaak en gevolg te begrijpen? We horen het graag in onze WeAreTeachers HELPLINE-groep op Facebook.

Plus, bekijk ook onze tips voor begeleid lezen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.