Central African Republic
Geography
Situated about 500 mi (805 km) north of the equator, the Central African Republic is a landlocked nation bordered by Cameroon, Chad, the Sudan, the Democratic Republic of the Congo, and the Republic of Congo. De Ubangi en de Shari zijn de grootste van de vele rivieren.
Overheid
Republiek.
Geschiedenis
Van de 16e tot de 19e eeuw werd de bevolking van deze regio geteisterd door slavenhandelaren. De Banda, Baya, Ngbandi, en Azande vormen de grootste etnische groepen.
De Fransen bezetten de regio in 1894. Als kolonie van Ubangi-Shari werd wat nu de Centraal Afrikaanse Republiek is, in 1905 verenigd met Tsjaad. In 1910 werd het samengevoegd met Gabon en Midden-Congo tot Frans Equatoriaal Afrika. Na de Tweede Wereldoorlog werden de Fransen door een opstand in 1946 gedwongen zelfbestuur toe te kennen. In 1958 stemde het gebied voor de oprichting van een autonome republiek binnen de Franse Gemeenschap en op 13 augustus 1960 riep President David Dacko de onafhankelijkheid van de republiek van Frankrijk uit. Dacko bracht het land politiek gezien in de baan van Peking, maar hij werd op 31 december 1965 door een staatsgreep omvergeworpen door kolonel Jean-Bdel Bokassa, stafchef van het leger.
Op 4 december 1976 werd de Centraal-Afrikaanse Republiek het Centraal-Afrikaanse Rijk. Maarschalk Jean-Bdel Bokassa, die de republiek sinds zijn machtsovername in 1965 regeerde, werd uitgeroepen tot Keizer Bokassa I. Wreedheid en overdaad kenmerkten zijn bewind. Hij werd omvergeworpen door een staatsgreep op 20 september 1979. De voormalige president David Dacko kwam opnieuw aan de macht en veranderde de naam van het land terug in Centraal Afrikaanse Republiek. Op 1 september 1981 werd president Dacko door een staatsgreep van het leger opnieuw afgezet.
In 1991 kondigde president Andr Kolingba onder druk een overgang naar een parlementaire democratie aan. Bij verkiezingen in aug. 1993 versloeg Eerste Minister Ange-Flix Patass Kolingba. Een deel van Patass’ populariteit berustte op zijn belofte de achterstallige salarissen van militairen en ambtenaren te betalen.
Een economische opleving in 1994 was te gering om de catastrofale financiële toestand van de natie daadwerkelijk te verbeteren. Patass was niet in staat de verschuldigde salarissen aan het overheidspersoneel te betalen, en de militairen kwamen in 1996 in opstand. Op verzoek van Patass onderdrukten Franse troepen de opstand. In 1998 stuurden de Verenigde Naties een Afrikaanse vredesmacht naar het land. Bij de verkiezingen van september 1999, die werden gehouden ondanks de wijdverspreide beschuldigingen van grootschalige fraude, versloeg Patass met gemak Kolingba. Patass overleefde een poging tot staatsgreep in mei 2001, maar twee jaar later, in maart 2003, werd hij omvergeworpen door generaal Franois Boziz. Na twee jaar militair bewind werden er presidentsverkiezingen gehouden, en Boziz won in wat internationale waarnemers een vrije en eerlijke verkiezing noemden.
Premier Elie Dote en zijn regering traden af in januari 2008, een dag voordat het parlement zou debatteren over een motie van afkeuring tegen hem. Faustin Archange Touadra werd tot zijn opvolger benoemd.
In november 2010 is het proces tegen Jean-Pierre Bemba, voormalig vicepresident van Congo, begonnen voor het Internationaal Strafhof. Hij wordt ervan beschuldigd zijn militie opdracht te hebben gegeven tot het plegen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, waaronder verkrachting, moord en marteling, in de Centraal-Afrikaanse Republiek in 2002 en 2003 tijdens de onlusten onder de bevolking die volgden op de couppoging tegen Patass.