De Hollandse Tafel

Poffertjes… de naam alleen al roept visioenen op van carnaval, feestelijkheden en gehemeltegenot. Zelfs het uitspreken ervan brengt vreugde aan de stembanden. Je kunt geen poffertjes zeggen (POH-fur-tjes) zonder een glimlach op je gezicht, probeer het maar!
Poffertjes zijn een vast onderdeel van nationale feestdagen, zomerfeesten en leuke vieringen. Tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode vind je op elke kerstmarkt poffertjesverkopers, meestal pal naast die andere feestelijke lekkernij, oliebollen.
Een recept voor poffertjes (ook bekend als bollebuisjes of broedertjes) duikt voor het eerst op in een kookboek uit het midden van de jaren 1700. Het werd uitsluitend gemaakt van boekweitmeel, water en gist en werd beschouwd als een armeluismaaltijd. Boekweit groeit alleen op dorre, arme grond en voorzag arme boeren van de nodige stof. En je begrijpt waarom: een bord vol warme pannenkoeken, bestrooid met poedersuiker en een snel smeltend stukje boter geeft iedereen genoeg energie om er weer op uit te trekken en de elementen van het weer te trotseren. Latere recepten vragen om tarwebloem, melk en eieren, maar houden altijd gist over als rijsmiddel, dat de pannenkoek zijn bladerdeeg geeft.
Toen de Nederlandse kolonisten naar Amerika kwamen, brachten ze de poffertjes en de pan waarin ze gemaakt worden met zich mee. In James Eugene Farmer’s boek “Brinton Eliot, from Yale to Yorktown” lezen we: “Op de avond van de vierde mei zaten Jans en Hybert Weamans bij het luik van de kelder te roken, bier te drinken en poffertjes te eten uit de poffertjespan. Puffards, puffets, bollebouches…….het is allemaal dezelfde naam voor onze geliefde poffertjes.
Gemaakt op een gietijzeren pan met kuiltjes voor de thuiskok, of commercieel op grote koperen kuipplaten zoals te zien op de foto’s hieronder, kunnen poffertjes ook thuis op een bakplaat gemaakt worden als je geen poffertjespan hebt. Leg gewoon eetlepels beslag op het licht ingevette oppervlak en draai ze om met de punt van een vork wanneer de buitenrand een beetje is opgedroogd en er luchtbelletjes aan de oppervlakte komen. Ze ontlenen hun naam aan de manier waarop deze kleine pannenkoekjes zich gedragen wanneer je ze omdraait: ze wellen op.

De poffertjes worden traditioneel geserveerd met poedersuiker en een flinke klont boter en zijn een welkome traktatie!
Het boekweitmeel dat we hier in de Verenigde Staten kunnen vinden is veel donkerder dan de lichte, witte versie die in Noord-Europa wordt gebruikt. Als u het kunt vinden, vervang dan de helft van het meel door licht boekweitmeel. Er staat een link onder Winkel voor dit recept.
Poffertjes
1 kop warme melk
3/4 theelepel actieve gedroogde gist
2 kopjes bloem
2 eieren
Een snufje zout
suiker
Boter
Sprenkel de gist boven op de warme melk en zet apart om te rijzen. Meng de bloem met de eieren en voeg langzaam de melk toe, klop alles goed door elkaar en zorg ervoor dat er geen klonters zijn. Voeg het snufje zout toe. Dek af en zet opzij om te rijzen, ongeveer 45 minuten tot een uur.
Verwarm de pan en beboter elk kuiltje lichtjes. Giet een kleine hoeveelheid beslag in elk kuiltje. Ik geef er de voorkeur aan het beslag in een knijpfles te gieten waarvan ik een deel van de punt heb verwijderd: zo kan ik de hoeveelheid beslag voor elk kuiltje controleren.
Wanneer de zijkanten een beetje opdrogen en er belletjes aan het oppervlak verschijnen, gebruik dan het blik van een vork om de poffertjes om te draaien. Kijk hier als u niet zeker weet hoe u dit moet doen! Dit vergt een beetje oefening, maar geen zorgen, zelfs het bederf zal goed smaken!
Serveer warm, bestrooi met poedersuiker en een stukje boter.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.