Definitie van Deugd
Het begrip deugdzaamheid is abstract en heeft betrekking op het idee van handelen voor het algemeen welzijn. Hier kan het in wezen op twee manieren worden opgevat: op het individuele niveau of op het niveau van de transcendente toestand van de mens. Deugdzaamheid wordt algemeen opgevat als een verschijnsel dat wordt verworven door socialisatie en gemeenschapsleven, aangezien het respect voor anderen ons eigen voortbestaan mogelijk maakt. De deugd te handelen in overeenstemming met de waarden die door een bepaalde samenleving zijn opgelegd of ontwikkeld, zal altijd iedereen ten goede komen.
In die zin kunnen we zeggen dat de deugd als een wezenlijke en transcendente voorwaarde van het menselijk wezen datgene is wat ons er van nature toe brengt het algemeen welzijn na te streven en ethische en morele waarden te ontwikkelen die bijdragen tot het gemeenschapsleven. Deugd is dan iets dat verkregen wordt door ons bestaan met anderen te delen, hoewel het juist dit is dat het kan bederven.
Deugdzaamheid op individueel niveau heeft altijd betrekking op meer praktische en concrete elementen die te maken hebben met de manier waarop iemand zijn of haar dagelijks leven leidt. Hier zijn deugden als vriendelijkheid, solidariteit, ethiek, respect voor anderen, inzet, rechtvaardigheid en waarheid enkele van de voorbeelden waardoor een individu kan worden omschreven als een subject met grote deugden. In dit opzicht kunnen de deugden van een individu echter niet alleen van sociale of morele aard zijn, maar misschien ook te maken hebben met zijn of haar esthetische, politieke, ideologische, creatieve, fysieke, enz. deugden.
Volgens de westerse traditie zijn de vier belangrijkste menselijke deugden: matigheid, voorzichtigheid, rechtvaardigheid en standvastigheid. Ook moet worden opgemerkt dat zij werden opgenomen in de religieuze leerstellingen van verschillende godsdiensten
Temperantie
Temperantie is die deugd die gematigdheid in het aantrekken van genoegens suggereert en aldus evenwicht in dit opzicht bevordert. Wanneer iemand bezeten is van matigheid, zal hij zijn wil overheersen over het instinctieve en zal hij de begeerten altijd in toom houden en in overeenstemming met de eerlijkheid. Zo wordt matigheid in verband gebracht met begrippen als gematigdheid en soberheid.
Voorzichtigheid
Voorzichtigheid is de quintessentiële deugd van rechtvaardig, juist en voorzichtig handelen, en wanneer het op communicatie aankomt, blijkt voorzichtigheid wanneer duidelijke, voorzichtige, letterlijke taal wordt gebezigd in overeenstemming met de situatie en de context. Handelen met voorzichtigheid betekent ook handelen met respect voor de vrijheid en de gevoelens van anderen, zelfs als zij het niet eens zijn met onze ideeën.
Vastmoedigheid
De deugd van de vastberadenheid impliceert het overwinnen van angst in al zijn aspecten, en daartoe zullen vastberadenheid wat betreft de genomen besluiten en volharding in het zoeken naar het goede dat wij trachten te bereiken, de voorrang krijgen. Voorbij de hindernissen en valkuilen die in de weg staan en de offers die moeten worden gebracht om het doel te bereiken, zal standvastigheid onze ziel moed inboezemen en ons ertoe brengen met moed en kracht door te zetten om ze te overwinnen en er uiteindelijk als overwinnaars uit te komen.
Rijkheid
De deugd der rechtvaardigheid, of liever hij die zich door deze deugd laat leiden, zal er in het bijzonder op letten aan zijn naaste te geven wat hem toekomt en wat hem toekomt, en hij zal dit altijd doen met evenwichtigheid ten opzichte van andere mensen en het algemeen welzijn.
Nu is het de moeite waard te zeggen dat de aan het christendom toegeschreven schrijvers, uitgaande van de bovengenoemde deugden, de theologische deugden hebben ontwikkeld, die die gewoonten zijn die God zelf zowel in de wil als in de intelligentie van de mensen inboezemt om in staat te zijn hun daden te ordenen. Deze zijn: geloof, hoop en naastenliefde, en worden beschouwd als een aanvulling op de kardinale deugden.
Geloof
Geloof houdt in dat men zich met de wil vastberaden aansluit bij een waarheid die in de goddelijke openbaring is uiteengezet, dat wil zeggen dat de gelovige in deze of gene godsdienst een waarheid aanhangt op gezag van degene die daarvan getuigt. Ongetwijfeld is het geloof de basis, de pijler waarop godsdiensten steunen. De gelovigen vertrouwen blindelings op de normen die worden aangereikt of uiteengezet door de autoriteiten van de godsdienst die zij aanhangen.
Hoop
Hoop is de deugd waardoor de mens vertrouwen en zekerheid zal tonen ten aanzien van het bereiken van het eeuwige leven en het verschaffen van de middelen die zullen helpen om het te verkrijgen.
Charity
Charity impliceert binnen het christendom de liefde tot God boven alles, en die liefde strekt zich bovendien uit tot de naaste juist vanwege die liefde tot God. Daarom vereist naastenliefde het beoefenen van het goede en het handelen in overeenstemming en met respect jegens zijn broeders en zusters. Bovendien zal liefdadigheid wederkerigheid opwekken, dat wil zeggen, zij geeft en geeft terug op dezelfde manier en met dezelfde intensiteit. En het gaat nooit samen met eigenbelang, maar met vrijgevigheid.