Enrico Fermi (1901 – 1954)
Enrico Fermi werd geboren op 29 september 1901 in Rome, Italië. Op 14-jarige leeftijd raakte hij geïnteresseerd in natuurkunde als een manier om zijn verdriet te verwerken over het verlies van zijn broer Giulio tijdens een kleine operatie. In 1922 promoveerde hij aan de prestigieuze “Sculoa Normale Superiore” van Pisa, een speciale universiteitscollege voor geselecteerde begaafde studenten.
In 1923 kreeg Fermi een beurs van de Italiaanse regering en bracht hij enkele maanden door bij professor Max Born in Gottingen. In 1924 verhuisde hij met een Rockefeller Fellowship naar Leyden om samen te werken met P. Ehrenfest, en later dat jaar keerde hij terug naar Italië om de post te bekleden van docent wiskundige natuurkunde en mechanica aan de universiteit van Florence, een positie die hij twee jaar bekleedde.
In 1926 ontdekte Fermi de statistische wetten, tegenwoordig bekend als de “Fermi-statistiek”, voor de deeltjes die onderworpen waren aan de uitsluitingsprincipes van Pauli (nu fermionen genoemd, in tegenstelling tot bosonen, die aan de Bose-Einstein-statistiek gehoorzamen). Het volgende jaar werd Fermi verkozen tot professor in de theoretische fysica aan de universiteit van Rome, een functie die hij behield tot 1938, toen hij naar Amerika emigreerde, vooral om te ontsnappen aan de fascistische dictatuur van Mussolini. Fermi ontving ook de Nobelprijs voor Natuurkunde in 1938 “voor zijn demonstraties van het bestaan van nieuwe radioactieve elementen, geproduceerd door neutronenbestraling, en voor zijn daarmee samenhangende ontdekking van nucleaire reacties, teweeggebracht door langzame neutronen.”
Tijdens Fermi’s vroege carrière in Rome richtte hij zich op elektrodynamische problemen en theoretisch onderzoek naar verschillende spectroscopische verschijnselen, maar al snel richtte hij zijn aandacht van de buitenste elektronen naar de atoomkern zelf. In 1934 ontwikkelde hij de theorie van het bèta-verval, waarbij hij eerdere werkzaamheden op het gebied van de stralingstheorie combineerde met Pauli’s idee van het neutrino. Na de ontdekking door Curie en Joliot van kunstmatige radioactiviteit in dat jaar, toonde Fermi aan dat in bijna elk element dat aan neutronenbombardement wordt onderworpen, een nucleaire transformatie optreedt. Dit werk leidde tot de ontdekking van langzame neutronen, die leidden tot de ontdekking van kernsplijting en de productie van elementen die buiten wat tot dan toe het Periodiek Systeem lag.
In 1939 werd Fermi benoemd tot hoogleraar natuurkunde aan de Columbia University in New York, een functie die hij bekleedde tot 1942. Zijn experimenten in die tijd leidden tot de atoomstapel (kernreactor) en de eerste gecontroleerde nucleaire kettingreactie, die op 2 december 1942 in Chicago plaatsvond op een volleybalveld onder het stadion van Chicago. Daarna werd hij een van de leiders van het team natuurkundigen van het Manhattan Project.
Na de Tweede Wereldoorlog aanvaardde Fermi een hoogleraarschap aan het Instituut voor Nucleaire Studies van de Universiteit van Chicago, een functie die hij bekleedde tot hij op 28 november 1954 in Chicago aan maagkanker overleed. Het element 100 kreeg ter ere van hem de naam fermium (Fm). Hij en zijn vrouw, Laura Capon, met wie hij in 1928 was getrouwd, kregen een zoon, Giulio, en een dochter, Nella.