Het lymfestelsel
Lymfevocht stroomt normaal gesproken door een netwerk van lymfevaten. Deze lymfevaten staan in verbinding met een groep lymfeknopen. De knopen fungeren als een filter. Ze vangen of vernietigen alles wat schadelijk is en wat het lichaam niet nodig heeft.
In de lymfeknopen zitten witte bloedcellen, ook wel lymfocyten genoemd. Deze witte bloedcellen vallen bacteriën, virussen, beschadigde cellen of kankercellen aan en breken ze af.
De lymfevloeistof voert de afvalproducten en vernietigde bacteriën terug naar de bloedbaan. De lever of de nieren verwijderen deze dan uit het bloed. Het lichaam geeft ze af met ander lichaamsafval, via de stoelgang (poep) of urine (plas).
Lymfeklieren vangen soms bacteriën of virussen op die ze niet meteen kunnen vernietigen. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen wanneer u een infectie hebt. Als de lymfeklieren de infectie bestrijden, zwellen ze vaak op en voelen ze pijnlijk aan.
Soms verspreiden kankercellen zich van de plaats waar de kanker is begonnen (de primaire locatie) naar andere delen van het lichaam. Ze kunnen zich in het bloed of via lymfevocht door het lichaam verplaatsen. Wanneer deze kankercellen een ander deel van het lichaam bereiken, kunnen ze groeien en een nieuwe tumor vormen. Dit wordt een secundaire kanker of een metastase genoemd.
Kankercellen kunnen zich soms vanuit een kankergezwel ergens anders in het lichaam in de lymfeklieren verspreiden. Dit wordt secundaire kanker in de lymfeklieren genoemd. Kanker kan ook in de lymfeklieren zelf beginnen. Dit wordt lymfoom genoemd. Als er kanker in de lymfeklieren zit, kunnen ze opzwellen, maar meestal zijn ze pijnloos.
Er zijn verschillende oorzaken van gezwollen lymfeklieren. Maar als u een pijnloze, gezwollen lymfeklier opmerkt, is het belangrijk deze door uw huisarts te laten controleren.