Inflammatory Polyarthritis in the Older Adult

Abstract and Introduction

Abstract

Rheumatoïde artritis is de meest voorkomende etiologie voor inflammatoire artritis in de oudere bevolking, met een geschatte prevalentie van 2%. Een oudere persoon met inflammatoire polyartritis valt gewoonlijk in één van twee categorieën. De eerste bestaat uit patiënten met een reeds lang bestaande ziekte, waarvan het beloop vaak wordt belemmerd door eindorgaanschade en toxiciteit gerelateerd aan antirheumatische geneesmiddelen. De andere categorie bestaat uit patiënten met laat ontstane inflammatoire polyartritis, bij wie de presentatie vaak aspecifiek is en de diagnose dus moeilijker te stellen is. Systemische lupus erythematous kan ook voorkomen bij de oudere volwassene; het is minder prevalent dan reumatoïde artritis en wordt geassocieerd met meervoudige orgaanbetrokkenheid, inclusief musculoskeletale symptomen.

Inleiding

Volgens de Canadian Community Health Survey van 2000, zijn ten minste vier miljoen Canadezen van 15 jaar en ouder getroffen door een aandoening van het musculoskeletale (MSK). Veertig procent van deze mensen is ouder dan 65 jaar. Vergeleken met mensen met andere chronische aandoeningen, ervaren mensen met artritis meer pijn, activiteitsbeperkingen en langdurige invaliditeit. Ze rapporteerden vaker contact met gezondheidswerkers in het voorgaande jaar.

Hoewel niet-inflammatoire artritis, zoals osteoartritis (Figuur 1), de overheersende etiologie is achter deze MSK symptomen, kan inflammatoire artritis ook voorkomen binnen deze populatie. Aangezien inflammatoire polyartritis resulteert in een grotere frequentie van constitutionele symptomen, gewrichtszwelling en schade dan osteoartritis, is identificatie en tijdige behandeling van deze inflammatoire aandoeningen van het grootste belang. Reumatoïde artritis (RA) en systemische lupus erythematosus (SLE) vormen een aanzienlijk deel van de symmetrische inflammatoire polyartritis die bij oudere volwassenen wordt gezien.

Figuur 1.

Typische gewrichtsdistributie voor osteoartritis

Een ouder individu met inflammatoire polyartritis valt gewoonlijk in een van de twee categorieën: een patiënt met een reeds lang bestaande ziekte of een patiënt met een nieuwe laat ontstane inflammatoire polyartritis. De eerste groep wordt gewoonlijk gekenmerkt door patiënten met een grote last aan beschadigde gewrichten en mogelijke klinische manifestaties van behandelingstoxiciteit ten gevolge van de lange ziekteduur. Zij kunnen al dan niet smeulende ziekteactiviteit hebben tijdens hun latere jaren. Behandelingsopties voor personen met langdurige ziekte zijn gewoonlijk beperkter als gevolg van een voorgeschiedenis van primaire of secundaire mislukking van traditionele therapeutische modaliteiten.

Patiënten met laat ontstane inflammatoire polyartritis zijn vaak moeilijk te diagnosticeren, omdat de symptomen waarschijnlijker aspecifiek zijn en een ander patroon van synovitis vertonen dan die welke klassiek beschreven zijn voor vroeg ontstane polyartritis. Oudere RA patiënten hebben bijvoorbeeld meer kans om zich te presenteren met systemische klachten zoals gegeneraliseerde zwakte, anorexia, gewichtsverlies, vermoeidheid of koorts, en het begin van de gewrichtssymptomen is typisch abrupt. Een bijkomende uitdaging bij laat ontstane ziekte is de prevalentie van bijkomende ziekte die ook ontstekingsziekte kan maskeren, zoals polymyalgia rheumatica, maligniteit en zelfs osteoartritis. In dit overzicht bespreken we de klinische presentatie en behandeling van RA en SLE, en belichten we bijkomende onderwerpen die van belang zijn bij de behandeling van oudere patiënten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.