Medicijnen die de aanvalsdrempel kunnen verlagen
De meeste mensen met epilepsie worden gewaarschuwd dat bepaalde stoffen, vooral andere medicijnen en alcohol, ‘niet samengaan met hun pillen’. Dit is gedeeltelijk juist en geldt meer voor de oudere, enzym-inducerende geneesmiddelen (fenytoïne, fenobarbiton en carbamazepine) dan voor de nieuwere anti-epileptica.
Waar mensen met epilepsie onvoldoende over worden geïnformeerd, zijn de factoren die de aanvalsdrempel verlagen en hen vatbaarder maken voor aanvallen. Dergelijke factoren zijn onder meer stress, slaaptekort, alcohol, menstruatie en, vooral bij kinderen, een opeenvolgende infectie en koorts. Antiepileptica kunnen soms aanvallen verergeren, hetzij op eigenaardige wijze bij de introductie, hetzij bij een te hoge dosis. Tabel 1 toont enkele geneesmiddelen die aanvallen kunnen uitlokken door de aanvalsdrempel te verlagen, eerder dan door een wisselwerking met anti-epileptica.
We weten niet hoe vaak aanvallen optreden omdat een geneesmiddel de aanvalsdrempel heeft gewijzigd. Veel meldingen zijn anekdotisch. In de laatste twee jaar van mijn specialistische praktijk heb ik 25 patiënten gezien bij wie een bepaald medicijn een aanval heeft uitgelokt. Het geneesmiddel dat het vaakst een aanval uitlokte was pethidine. Achteraf gezien hadden 19 van de 25 patiënten dit probleem kunnen voorkomen als ze hadden geweten dat het zich had kunnen voordoen. De ernst van de toevallen varieerde, maar drie patiënten werden opgenomen op de intensive care.
De lijst van mogelijke toevalsveroorzakende medicatie in tabel 1 is waarschijnlijk onvolledig. De lijst is samengesteld uit persoonlijke waarnemingen, gesprekken met collega’s, gegevens van het Adverse Drug Reactions Advisory Committee (ADRAC) en gepubliceerde productinformatie. De opstelling van een dergelijke lijst impliceert niet dat het gebruik van deze geneesmiddelen verboden is. Het is eerder bedoeld om artsen en mensen met epilepsie te waarschuwen voor medicijnen die epileptische aanvallen kunnen uitlokken. Aandacht voor de vermelding van epilepsie in de rubriek voorzorgsmaatregelen van gepubliceerde productinformatie zou de meeste potentiële problemen aan het licht brengen.
Wat anesthesiemiddelen betreft, zijn er meldingen van toevallen na anesthesie. Het is niet duidelijk of dit verband houdt met het anesthesiemiddel zelf of met ontwenningsverschijnselen na een anesthesie. Hoewel propofol doeltreffend wordt gebruikt bij de behandeling van status epilepticus, zijn er duidelijke meldingen van aanvallen na het gebruik ervan als anestheticum. Vanuit het standpunt van de patiënt is de reden waarom niet van groot belang.
De implicaties zijn:
- artsen moeten zich bewust zijn van de mogelijkheid van een verandering in de aanvalsdrempel
- personen met epilepsie moeten zich bewust zijn van de mogelijkheid dat geneesmiddelen hun aanvalsdrempel kunnen verlagen
- medicijnen die de aanvalsdrempel kunnen veranderen, mogen alleen worden gebruikt als het echt nodig is en er geen veiliger alternatief bestaat.
Tabel 1 Medicijnen die de aanvalsdrempel kunnen verlagen |
||
Medicijnen | Relatieve frequentie van aanvalsprovocatie | |
Narcose | ||
|
rare | |
|
rare | |
|
goed beschreven | |
antiaritmica | ||
|
ongebruikelijk | |
|
zeldzaam | |
antibiotica | ||
|
betrekkelijk gebruikelijk in hoge dosering |
|
|
||
|
||
|
||
Antidepressants | ||
|
ongewoon |
|
|
ongewoon | |
|
ongebruikelijk | |
|
zeldzaam | |
|
ongebruikelijk | |
Antihistaminica | ||
|
waarschijnlijk vrij zeldzaam |
|
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Antimigraine | ||
|
zeldzaam | |
antipsychotica | ||
|
ongewoon | vermijd – indien mogelijk |
|
ongebruikelijk | vermijden – indien mogelijk |
|
rare | |
|
rare | |
|
ongebruikelijk | |
|
ongebruikelijk | Zie ADRAC-bulletin 1999;18:3 |
|
ongebruikelijk | |
|
ongebruikelijk | |
|
ongebruikelijk | |
|
ongebruikelijk | |
|
ongebruikelijk | |
Bronchodilatoren | ||
|
goed beschreven | vermijden – indien mogelijk |
|
||
Hoest- en verkoudheidsmiddelen | ||
|
waarschijnlijk vrij zeldzaam |
|
|
||
Hormonale preparaten | ||
|
ongewoon |
|
|
ongebruikelijk | |
Immunomodifiers | ||
|
gebruikelijk | |
Narcotische pijnstillers | ||
|
gebruikelijk | vermijd – gebruik morfine Zie ADRAC Bulletin 1997;16:3 |
|
ongewoon | vermijden – indien mogelijk |
Stimulerende medicatie | ||
|
niet gebruikelijk | ouders/patiënten moeten waarschijnlijk worden gewezen op een vrij laag risico |
|
anekdotische verslagen |