Pesach
Pesach, Hebreeuws Pesaḥ, of Pesach, in het Jodendom, feestdag ter herdenking van de bevrijding van de Hebreeërs uit de slavernij in Egypte en het “voorbijgaan” van de machten van vernietiging, of het sparen van de eerstgeborenen van de Israëlieten, toen de Heer “het land Egypte sloeg” op de vooravond van de Exodus. Het feest markeert dus de eerste en meest gedenkwaardige gebeurtenis in de Joodse geschiedenis. Pesach begint op de 15e en eindigt op de 21e (of, buiten Israël en onder reformatorische Joden, de 22e) dag van de maand Nisan (maart of april). Op deze zeven (of acht) dagen is alle zuurdesem, zowel in brood als in andere mengsels, verboden, en mag alleen ongezuurd brood, matzo genaamd, worden gegeten. De matzo symboliseert zowel het lijden van de Hebreeën in de slavernij als de haast waarmee zij Egypte verlieten tijdens de Exodus. Pesach wordt soms ook het feest van ongezuurde broden genoemd. Pesach wordt gevierd van zondag 28 maart tot zondag 4 april in 2021.
Pesach wordt vaak met veel pracht en praal gevierd, vooral op de eerste avond, wanneer een speciale familiemaaltijd wordt gehouden die de seder wordt genoemd. Op de seder wordt voedsel met symbolische betekenis gegeten dat de bevrijding van de Hebreeërs herdenkt, en er worden gebeden en traditionele recitaties uitgevoerd. Hoewel het Pesachfeest bedoeld is als een feest van grote vreugde, moeten er strikte dieetwetten in acht worden genomen, en speciale werkverboden aan het begin en einde van de viering. Zie ook matzo; seder.