Philo Judaeus
Filosofisch Eclecticisme
“Afgezien van het dogma dat niet onderhandelbaar is, was Philo echter meer dan bereid om de denkvormen van de Griekse filosofie te gebruiken voor die vele zaken waarover eerlijke onenigheid onder gelovigen hem toelaatbaar leek. De Griekse filosofie in kwestie is een amalgaam van vele bronnen. Zijn nadruk op het symbolische belang van bepaalde getallen (4, 6, 7, 10, bijvoorbeeld) suggereert een eigentijdse neo-Pythagoreïsche invloed. De opvattingen dat de causaliteit viervoudig is, dat de deugd in een gemiddelde ligt, dat God gezien moet worden als de eerste beweger van het universum, tonen de duidelijke invloed van Aristoteles.
De geest van Plato komt duidelijk naar voren in Philo’s algemene aanvaarding van begrippen als de theorie van de Ideeën, en de overtuiging dat het lichaam een graf of gevangenis is, dat het leven voor de mens een proces van zuivering van de materie moet zijn, dat de kosmische materie voorafging aan de vorming van de kosmos, en dat het bestaan van God kan worden afgeleid uit de structuur en de werking van het heelal. De invloed van het stoïcisme komt naar voren in zijn leerstellingen over de “onvoorwaardelijke” vrije wil van de mens, over de noodzaak om in overeenstemming met de natuur te leven, over de noodzaak om vrij van hartstocht te leven, en over de “onverschilligheid” van wat buiten iemands macht ligt.
In zijn interpretatie van de Schrift lijkt Philo meer te hebben vastgehouden aan de “geestelijke” dan aan de letterlijke waarheid ervan. Zo wordt het letterlijke idee van een 6-daagse schepping verworpen, en het verhaal van de rib van Adam wordt afgedaan als mythisch. Minder aanvaardbaar voor de moderne smaak, misschien, was zijn alomtegenwoordig gebruik van allegorische interpretatie.