Plato
Early Life
Wegens een gebrek aan primaire bronnen uit die tijd, is veel van Plato’s leven door geleerden geconstrueerd aan de hand van zijn geschriften en de geschriften van tijdgenoten en klassieke geschiedschrijvers. De traditionele geschiedenis schat dat Plato rond 428 v. Chr. werd geboren, maar modernere geleerden, die latere gebeurtenissen in zijn leven traceren, menen dat hij tussen 424 en 423 v. Chr. werd geboren. Zijn beide ouders kwamen uit de Griekse aristocratie. Plato’s vader, Ariston, stamde af van de koningen van Athene en Messenië. Zijn moeder, Perictione, zou verwant zijn aan de Griekse staatsman Solon uit de 6e eeuw v. Chr.
Sommige geleerden geloven dat Plato naar zijn grootvader, Aristocles, werd genoemd, in navolging van de traditie om de oudste zoon naar de grootvader te noemen. Maar er is geen afdoend bewijs hiervan, of dat Plato de oudste zoon in zijn familie was. Andere historici beweren dat “Plato” een bijnaam was, verwijzend naar zijn brede lichaamsbouw. Ook dit is mogelijk, hoewel er gegevens zijn dat de naam Plato al aan jongens werd gegeven voordat Aristocles was geboren.
Zoals vele jonge jongens van zijn sociale klasse, kreeg Plato waarschijnlijk les van enkele van de beste opvoeders van Athene. Het leerplan zou de leerstellingen van Cratylus en Pythagoras en van Parmenides hebben bevat. Deze leerstellingen hebben waarschijnlijk de basis gelegd voor Plato’s studie van de metafysica (de studie van de natuur) en de epistemologie (de studie van de kennis).
Plato’s vader stierf toen hij nog jong was, en zijn moeder hertrouwde met haar oom, Pyrilampes, een Grieks politicus en ambassadeur in Perzië. Men neemt aan dat Plato twee volle broers, een zuster en een halfbroer had, maar het is niet zeker waar hij in de geboortevolgorde valt. Vaak kwamen leden van Plato’s familie voor in zijn dialogen. Historici geloven dat dit een indicatie is van Plato’s trots op zijn familielijn.
Als jonge man beleefde Plato twee belangrijke gebeurtenissen die zijn levensloop bepaalden. Een daarvan was de ontmoeting met de grote Griekse filosoof Socrates. Socrates’ methoden van dialoog en debat maakten zo’n indruk op Plato dat hij spoedig een naaste medewerker werd en zijn leven wijdde aan het vraagstuk van de deugd en de vorming van een nobel karakter. De andere belangrijke gebeurtenis was de Peloponnesische Oorlog tussen Athene en Sparta, waarin Plato korte tijd diende tussen 409 en 404 v. Chr. De nederlaag van Athene maakte een einde aan zijn democratie, die door de Spartanen werd vervangen door een oligarchie. Twee familieleden van Plato, Charmides en Critias, waren prominente figuren in de nieuwe regering en maakten deel uit van de beruchte Dertig Tirannen, wier korte bewind de rechten van de Atheense burgers ernstig beknotte. Na de omverwerping van de oligarchie en het herstel van de democratie overwoog Plato korte tijd een carrière in de politiek, maar de executie van Socrates in 399 v. Chr. bracht hem van dit idee af en hij wendde zich tot een leven van studie en filosofie.
Na de dood van Socrates reisde Plato 12 jaar door het Middellandse-Zeegebied en bestudeerde wiskunde bij de Pythagoreeërs in Italië, en geometrie, geologie, astronomie en religie in Egypte. In deze periode, of kort daarna, begon hij uitgebreid te schrijven. Er is onder geleerden enige discussie over de volgorde van deze geschriften, maar de meesten menen dat zij in drie verschillende perioden vallen.