Salzmanns nodulaire degeneratie van de cornea: een overzicht en case series
Salzmanns nodulaire degeneratie is een zeldzame, niet-inflammatoire, langzaam progressieve, degeneratieve aandoening. Blauw-witte knobbeltjes die boven het oppervlak van het hoornvlies uitsteken zijn kenmerkend voor deze aandoening. De aandoening ontwikkelt zich meestal bij hoornvliezen met een voorgeschiedenis van phlyctenulosis, trachoma, vernale keratoconjunctivitis, mazelen, roodvonk en verschillende andere virale aandoeningen. Tegenwoordig worden de meeste gevallen echter gezien zonder erkende eerdere keratitis. Het bestaat uit dicht, onregelmatig gerangschikt collageenweefsel met hyalinisatie tussen het epitheel en de laag van Bowman of verder. Manuele verwijdering, fototherapeutische keratectomie (PTK) met of zonder gebruik van topische mitomycine-C, lamellaire of penetrerende keratoplastiek zijn gebruikt bij de behandeling van deze aandoening. De nodulaire degeneratie van Salzmann lijkt niet uit één klinische entiteit te bestaan. In sommige gevallen kan verheven en pannus-achtig weefsel gemakkelijk van het hoornvliesoppervlak worden gescheiden, waarbij de laag van Bowman bijna onaangeroerd blijft. In deze ogen kan latere PTK nodig zijn om het oppervlak glad te maken. Recidieven zijn zeldzaam in deze ogen. Daarentegen blijven bij sommige ogen (vaak met belangrijke perifere vascularisatie) diepe defecten in de laag van Bowman en de oppervlakkige stroma achter na moeilijke mechanische verwijdering van de knobbeltjes. In deze ogen zijn meerdere maskeer/laserablatie procedures verplicht om een homogeen oppervlak te verkrijgen. Onze ervaring is dat de vereiste laserablatiediepte aanzienlijk groter is en dat de te verwachten best gecorrigeerde gezichtsscherpte lager is in tegenstelling tot de ogen waar de knobbeltjes gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze ogen lijken recidieven vaker voor te komen na behandeling. Van de 35 ogen met gedocumenteerde nodulaire degeneratie van Salzmann gedurende de laatste 15 jaar in onze afdeling, hadden 22 een PTK behandeling nodig. De gezichtsscherpte nam gemiddeld toe van 0,4 tot 0,7. Als routine moet laserablatie worden gecombineerd met eerdere conventionele verwijdering van nodules en overmatig pannusweefsel. Op die manier zijn lamellaire en penetrerende keratoplastietechnieken bijna nooit nodig in die ogen.