Simply… A History Of Beirut And Lebanon
new internationalist
nummer 258 – augustus 1994
Simply… a history of Beirut and Lebanon
1 PATCHWORK
De bloeiende Fenicische stadstaten langs de oostelijke Middellandse-Zeekust domineren de handel van de antieke wereld van vóór 1000 v. Chr. In de eeuwen daarna wordt het gebied veroverd door de Perzen, door Alexander de Grote en door de Romeinen. Oude ruïnes in het hele gebied getuigen van al deze verschillende perioden. In deze tijden leven verschillende religieuze, politieke en etnische groepen naast elkaar, soms vreedzaam, soms niet. Het gebied is nog steeds onder Romeinse heerschappij wanneer de profeet Mohammed in 610 na Christus de islam begint te onderwijzen. Vanaf 634 na Chr. regeren verschillende Khalifs, culminerend in de Ottomaanse staat.
In de 11e eeuw na Chr. hebben de meeste van de gemeenschappen die er nu wonen zich al in het gebied gevestigd.
2 OTTOMANSE REGERING
In 1516 nemen de Ottomanen de macht over. Zij zullen vier eeuwen regeren, tot 1918. De Ottomaanse heerschappij is gebaseerd op de economie; christenen en joden – “mensen van het boek” – moeten de islamitische heerschappij erkennen, maar mogen hun eigen godsdienst belijden. Zij zijn vrijgesteld van dienstplicht, maar moeten wel belasting betalen.
De heersers zijn meer geïnteresseerd in belastinginkomsten dan in bekeerlingen.
Advertentie
De plaatselijke belastingboeren worden de machtige families van hun gebied. Veel van deze families domineren vandaag de dag nog steeds de politiek. Beiroet wordt steeds belangrijker en groeit van 6.000 inwoners aan het begin van de eeuw tot 46.000 in 1861.
Vanaf 1860 zijn er herhaaldelijk botsingen tussen feodale landheren en boeren en tussen de verschillende groepen. In 1860 richten Druzische moslims een bloedbad aan onder christenen.
3 FRANS MANDAAT
De westerse mogendheden winnen vanaf 1840 aan invloed. Na de nederlaag van Turkije in de oorlog van 1914-1918 en het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk bezetten de Fransen Libanon en Syrië en krijgen zij een mandaat van de Volkenbond om deze gebieden te besturen (net als Groot-Brittannië in Palestina). Groot-Libanon” wordt gecreëerd door aangrenzende districten die deel hadden uitgemaakt van de voormalige Ottomaanse provincies Beiroet en Damascus, aan elkaar te koppelen. Veel moslims weigeren aanvankelijk de benaming “Libanees” te aanvaarden omdat zij gehecht willen blijven aan het Syrische achterland en het nieuwe land als westers en christelijk georiënteerd beschouwen. In 1926 wordt de Libanese Republiek gevormd en wordt een grondwet opgesteld – waarvan een groot deel nog steeds van kracht is. In de grondwet wordt uitdrukkelijk bepaald dat geen enkel deel van het grondgebied van het nieuwe land mag worden afgestaan. Coëxistentie tussen de verschillende groepen wordt in de grondwet opgenomen.
4 ONAFHANKELIJKHEID
In 1943 bevestigt het parlement opnieuw de onafhankelijkheid van het land. Frankrijk reageert door president al-Khoury, premier Riad Solh en drie ministers van het kabinet gevangen te zetten. Er komt een algemene staking en een opstand. Onder druk van de Britse en Amerikaanse regering trekt Frankrijk zich terug. Een nieuwe vlag met een groene cederboom in het midden vervangt de Franse driekleur.
Ter midden van de vreugde van alle groepen wordt het Libanees Nationaal Pact gevormd. Het is een compromis. De christenen zien af van de bescherming van de westerse mogendheden en de moslims zien af van een unie met Syrië of andere Arabische staten. In intra-Arabische conflicten zal Libanon neutraal blijven.
In 1948 wordt de staat Israël opgericht, wat een toestroom van Palestijnen naar Zuid-Libanon veroorzaakt.
Advert
5 BURGEROORLOG
In 1958 breekt de eerste oorlog in Libanon uit. Het Libanese volk reageert op de pan-Arabische oproep van Nasser, de Egyptische president. De VS grijpen voor de eerste keer in en vervangen Camille Chamoun door generaal Chehab als president. In 1975 breekt de tweede burgeroorlog uit tussen de Christen-Maronitische Libanese strijdkrachten en de Nationale Beweging gesteund door de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Er volgen bloedbaden, met name onder de Palestijnse inwoners van Tel-al-Zaater en Karantina door de christenen en onder de christelijke inwoners van Damour door de Palestijnen. In 1976 wordt Syrië om hulp gevraagd bij het oplossen van de crisis en dit land reageert door het hele land te bezetten, behalve het uiterste zuiden van het land. In 1978 valt het Israëlische leger Zuid-Libanon binnen na invallen van de PLO in Israël. UNIFIL, de United Nations Interim Force in Lebanon, wordt erheen gestuurd om de vrede te bewaren. Israël vormt een proxy militie in het zuiden van het land. Het Syrische leger bombardeert christenen in Oost-Beiroet.
6 ISRAELISCHE INVASIE
Op 6 juni 1982 vallen de Israëli’s Libanon binnen. In drie dagen rukken ze op tot aan Beiroet en belegeren de stad drie maanden lang. De PLO-troepen worden uit Beiroet geëvacueerd onder toezicht van een multinationale troepenmacht. De Libanese christelijke president-elect Bashir Gemayel wordt vermoord. Onder Israëlische dekmantel vermoorden christenen Palestijnse burgers in de kampen van Sabra en Shatila. Vele strategische buitenlandse gebouwen worden met zelfmoordbommen bestookt, waaronder het Israëlische militaire hoofdkwartier in Tyrus, de Amerikaanse ambassade en het Franse militaire hoofdkwartier in Beiroet. De Libanese en Israëlische regeringen bereiken overeenstemming over de voorwaarden voor de Israëlische terugtrekking op voorwaarde dat ook het Syrische leger vertrekt. Syrië weigert zich terug te trekken. Amerikaanse oorlogsschepen bombarderen Moslim- en Druzische gebieden in Libanon. In 1984 bezoekt president Pierre Gemayel president Assad in Damascus om zijn eis tot Syrische terugtrekking te herhalen. Hetzelfde jaar beginnen gijzelingen, waaronder verscheidene westerlingen. In 1985 trekken de Israëli’s zich terug uit Sidon en beginnen met hun “ijzeren vuist”-politiek van repressie in Zuid-Libanon. De Shi’a Amal-militie probeert de Palestijnen te onderwerpen door hun kampen in Beiroet te belegeren.
7 OVEREENKOMST
De mislukking van het Libanese parlement om een nieuwe president te kiezen leidt tot de vorming van rivaliserende regeringen in West- en Oost-Beiroet. De aftredende president Amin Gemayel benoemt legerchef-staf generaal Michel Aoun tot interim-premier. Aoun verklaart het Syrische leger de oorlog in Libanon. Oost-Beiroet wordt belegerd door Syrië en zijn bondgenoten. In 1989 stemmen alle partijen in met een vredesakkoord dat tot stand komt tijdens een bijeenkomst van leiders in Taif, Saudi-Arabië. Het akkoord van Taif bevestigt opnieuw het geloof in een staat waar de verschillende confessies naast elkaar zullen bestaan. Het geeft meer bevoegdheden aan de eerste minister en minder aan de president. De resultaten van de conferentie krijgen brede internationale goedkeuring maar stuiten op binnenlandse tegenstand. De eerste president, Rene Mowad, wordt na een korte ambtstermijn vermoord en vervangen door Elias Hrawi. De gevechten gaan door, vooral tussen christelijke groepen.
8 PEACE AND PROMISES
De Golfoorlog brengt toenadering tussen Syrië en de VS. De Syriërs vallen Aoun aan en verslaan hem. Het parlement komt bijeen en ontmantelt met Syrische steun de oorlogsstructuren, waaronder de Groene Lijn die Oost- en West-Beiroet verdeelt. Na enige strijd worden de belangrijkste milities (met inbegrip van de Palestijnen maar niet Hezbollah, de islamitische groepering) ontwapend. Tegen 1991 is de heerschappij van de grote milities voorbij. Maar de economische situatie gaat van kwaad tot erger, wat leidt tot een algemene staking op 6 mei en het aftreden van Eerste Minister Karami. De lage opkomst bij de algemene verkiezingen in 1992 is hoofdzakelijk te wijten aan een boycot door de oppositie – met name de christenen – uit protest tegen het gesjoemel met de kieswet door het parlement en omdat verkiezingen onder omstandigheden van totale bezetting niet vrij en eerlijk kunnen zijn. De belangrijkste begunstigden hiervan zijn de radicalere sji’a-moslimpartijen, waaronder de Hezbollah, die zetels in het parlement verwerft. Rafic Hariri, miljardair en beschermheer van diverse doelen, wordt benoemd tot premier en belooft nieuwe gebouwen, nieuwe banen en een nieuw Libanon.