Smerige afkomst, prachtige erfenis
Ruth was niet eens een jood
Het boek Ruth is geweldig. Niet alleen omdat het een geweldig verhaal is over liefde, trouw, geloof, romantiek en verlossing. Maar alleen al de aanwezigheid ervan in de Bijbel is verbazingwekkend. Daar in het Oude Testament is een boek vernoemd naar een niet-joodse vrouw.
Ruth was een Moabiet. Haar afkomst vond zijn oorsprong in de incest tussen Lot en zijn oudste dochter. En hoewel Moabieten verwant waren aan de Israëlieten, om zo te zeggen, waren zij vijanden omdat Moab zich had verzet tegen Israëls opmars naar Kanaän. En Moabieten stonden niet bekend om hun aanbidding van Jahweh. Het waren polytheïstische heidenen, die af en toe mensenoffers brachten aan afgodsbeelden als Chemosh.
Dientengevolge verbood God de Joden zich te vermengen en te huwen met Moabieten (Ezra 9:10-12) – tenzij een Moabiet afstand deed van alles wat het betekende een Moabiet te zijn en alles werd wat het betekende een Jood te zijn.
Dus het feit dat een van de canonieke boeken van het Oude Verbond naar een Moabietische vrouw is genoemd, is op zichzelf al een getuigenis dat er een wonder van Gods genade had plaatsgevonden.
Een groots achtergrondverhaal in Ruth
Er is een groots achtergrondverhaal in Ruth dat de zaken echt interessant maakt. Boaz, die de verlosser-echtgenoot van Ruth werd, was de zoon van Rachab. (Uit de bijbelse gegevens blijkt dat de vader van Boaz Salmon was en zijn moeder Rachab (Ruth 4:21, 1 Kron. 2:11, Matt. 1:5), maar omdat de bijbelse genealogieën soms generaties overslaan, is het mogelijk dat Rachab de grootmoeder of overgrootmoeder van Boaz was. Hoe dan ook, haar moederlijke invloed in de familie van Boaz zou waarschijnlijk een soortgelijk effect op Boaz hebben gehad als het effect dat ik me hier voorstel).
Herken je Rachab? Zij was ook een niet-joodse vrouw, een Kanaäniet en een voormalig prostituee. Zij en haar familie waren de enige overlevenden van Israëls verovering van Jericho, omdat zij de Joodse spionnen verborg en hen hielp ontsnappen.
Dus stel je de verhalen voor die Boaz hoorde toen hij opgroeide. En stel je voor hoe het hebben van een moeder die een vreemdeling en een hoer was geweest, maar door Gods genade in de olijfboom van Israël was geënt, van invloed was op de manier waarop Boaz naar Ruth keek die dag dat hij haar zag sprokkelen op zijn akker. Andere mannen hadden misschien gewoon een vreemde vrouw gezien die voedsel bij elkaar scharrelde, als een parasiet. Maar Boaz zag iets vertrouwds en dierbaars in een vrouw die haar familie, haar land en haar goden had verlaten, om Naomi, haar land en haar God te omhelzen.
Het lijkt erop dat Boaz op unieke wijze door God was voorbereid op Ruth en Ruth op Boaz. Is dat niet prachtig? Een huwelijk gemaakt in de hemel.
Maar er was zoveel meer aan de hand dan een sprookjesachtige romance. Hun verbintenis bracht een zoon voort met de naam Obed, die een zoon kreeg met de naam Jesse, die een zoon kreeg met de naam David, die de grootste koning werd die Israël ooit had gehad.
Totdat Davids nageslacht een koning voortbracht met de naam Jezus.
Notoire vrouwen in Jezus’ familie
Jezus schaamt zich er niet voor dat hij vrouwen van twijfelachtige reputatie in zijn familie heeft. Sterker nog, hij doet zijn uiterste best om hen aan te wijzen. In Jezus’ genealogie in Mattheüs hoofdstuk één, worden alleen vaders en zonen vermeld, met vijf opmerkelijke uitzonderingen waar ook de moeders worden genoemd.
Zowel Ruth als Rachab komen in de lijst voor (Matt. 1:5). Zo ook Tamar (Matt. 1:3), die in de koninklijke bloedlijn kwam door zich als hoer te vermommen en Juda te verleiden om haar zwanger te maken (vanwege de onrechtvaardige manier waarop hij haar behandelde – zie Gen. 38). Bathseba, die David van Uria had gestolen, wordt genoemd (Matt. 1:6). En zo ook Maria, Jezus’ eigen moeder, die buiten het huwelijk zwanger werd van Jezus, en wier claim van wonderbaarlijke conceptie door de meesten werd ontvangen met… ehm… scepsis (Matt 1:16).
Is dat niet prachtig? Mensen hebben de neiging om de meer schandelijke gebeurtenissen en mensen in hun familie te verbergen. Maar Jezus niet. Hij kiest ervoor om misschien wel de vijf meest schandalige vrouwen in zijn geslacht te belichten.
God weeft zijn genade door de hele Bijbel- zelfs door de genealogieën heen! God houdt ervan zondaars te verlossen. Hij houdt ervan om iets moois voort te brengen uit smerige familie-achtergronden. Hij houdt ervan vreemdelingen tot zijn kinderen te maken en zijn vijanden te verzoenen. Hij houdt ervan alle dingen te doen medewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben en geroepen zijn naar zijn voornemen (Rom. 8:28).
Elke van deze vrouwen, die de verlossingsgeschiedenis ingingen tijdens het Oude Verbond, zijn prachtige illustraties van wat God later tegen Petrus zou zeggen wanneer Hij verduidelijkt dat zijn genade zich uitstrekt tot alle volkeren: “Wat God rein gemaakt heeft, noem het niet gemeen” (Handelingen 10:15). Dat is verbazingwekkend goed nieuws voor gewone mensen, vreemdelingen, en zondaars zoals wij.