Zaleplon: een overzicht van het gebruik ervan bij de behandeling van slapeloosheid
Zaleplon is een hypnoticum op basis van pyrazolopyrimidine dat is geïndiceerd voor de korte termijn (2 tot 4 weken) behandeling van slapeloosheid. Zaleplon 5 en 10 mg voor het slapen gaan (gebruikelijke aanbevolen doses) verminderde de slaaplatentie aanzienlijk in vergelijking met placebo in klinische onderzoeken bij niet-bejaarde en bejaarde patiënten met slapeloosheid. In het algemeen waren slaapbehoud (slaapduur en aantal keren ontwaken) en slaapkwaliteit niet significant verschillend van placebo met zaleplon 5 en 10 mg/nacht. Zaleplon 20 mg/nacht verbeterde de slaaplatentie en -duur significant bij niet-oudere patiënten, maar de effecten op het aantal keren wakker worden waren inconsistent en de slaapkwaliteit verbeterde over het algemeen niet. De relatieve hypnotische werkzaamheid van zaleplon in vergelijking met die van triazolam en zolpidem is nog niet duidelijk vastgesteld. Tolerantie voor de hypnotische effecten van zaleplon trad over het algemeen niet op gedurende 5 weken behandeling, noch gedurende langdurige behandeling (6 of 12 maanden) volgens een klein aantal studies gepresenteerd als abstracts. Zaleplon werd in klinische onderzoeken goed verdragen. Het meest voorkomende voorval was hoofdpijn, maar de incidentie was vergelijkbaar met die waargenomen met placebo. Zaleplon 5 en 10 mg tastte de psychomotorische functie of het geheugen niet aan, zelfs niet onmiddellijk na de dosis in studies bij vrijwilligers of patiënten met slapeloosheid. Zaleplon 20 mg daarentegen verminderde de psychomotorische functie en het geheugen onmiddellijk na de dosis, maar de volgende dag werden geen effecten waargenomen. Het psychomotorische profiel van zaleplon lijkt beter te zijn dan dat van de vergelijkbare middelen. Rebound slapeloosheid werd niet waargenomen na plotselinge staking van de behandeling tot 12 maanden met zaleplon 5 en 10 mg/nacht en tot 4 weken behandeling met zaleplon 20 mg/nacht. Bovendien lijkt de kans op een onttrekkingssyndroom met zaleplon volgens de beperkte gegevens gering te zijn. Concluderend kan worden gesteld dat zaleplon 5, 10 en 20 mg toegediend voor het slapen gaan, of later als patiënten moeite hebben met slapen, een effectief en goed verdraagbaar hypnoticum is. Er waren geen aanwijzingen voor resteffecten op de volgende dag met de doseringen van 5 en 10 mg, en de incidentie van onttrekkingsverschijnselen met zaleplon 5, 10 en 20 mg verschilde niet significant van die waargenomen met placebo. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat tolerantie voor de effecten van zaleplon ontstaat wanneer het gedurende de aanbevolen behandelingsperiode wordt toegediend. De vergelijkende werkzaamheid en verdraagbaarheid van zaleplon met andere kortwerkende niet-benzodiazepinehypnotica is moeilijk vast te stellen. Op basis van het huidige bewijs van werkzaamheid en de lagere incidentie van resteffecten met zaleplon 5 en 10 mg in vergelijking met vergelijkbare middelen, vertegenwoordigt dit geneesmiddel echter een nuttige optie bij de behandeling van patiënten met slapeloosheid die problemen hebben met het in slaap komen.