10 dingen die je moet weten over engelen

Dit artikel maakt deel uit van de serie 10 dingen die je moet weten.

Engelen zijn dienende geesten.

Het boek Hebreeën geeft de belangrijkste beschrijvingen van engelen: “Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen, die de zaligheid zullen beërven?” (Hebr. 1:14). Uit deze tekst leren wij dat engelen geesten zijn, dienaren zijn, en een zending hebben. Augustinus (AD 354-430) vat het mooi samen: “Engel’ is de naam van hun ambt, niet van hun natuur. Als je de naam van hun aard zoekt, is het ‘geest’; als je de naam van hun ambt zoekt, is het ‘engel’: van wat ze zijn, ‘geest’, van wat ze doen, ‘engel’. “1 Voor Augustinus zijn de engelen dienaren en boodschappers. Dat is hun taak.

Er zijn rangen van engelen.

Dionysius de Areopagiet (ca. AD 500) dacht er zo over. Hij ontwikkelde een uitgebreide hiërarchie van engelen die zowel de rooms-katholieke als de orthodoxe engelenleer heeft beïnvloed. Hij groepeerde de engelen in drie groepen van drie. De hoogste orde staat het dichtst bij God, de laagste orde staat het dichtst bij de mensheid. In dit schema zijn de serafijnen de hoogste van het hemelkoor, wier taak het is de drie-enige God te aanbidden. Engelen zijn de laagste van de hemelse wezens, omdat zij de goddelijke boodschap brengen aan ons aardse schepselen. Het probleem met het schema van Dionysius is dat het losstaat van de Schrift. We weten dat er engelen en aartsengelen zijn. Michaël, bijvoorbeeld, is een aartsengel en leider van het engelenleger (Judas 9 en Openb. 12:7). Maar verder dan dat is speculatie.

Ag against the Darkness

Graham A. Cole

Dit boek verkent de doctrine van engelen en demonen, en beantwoordt belangrijke vragen over hun aard en de implicaties voor het geloof en het gedrag van christenen.

Er zijn beschermengelen.

De katholieke filosoof Peter Kreeft weet hoeveel beschermengelen er op aarde zijn. Hij stelt dat ieder mens een beschermengel heeft. De Schrift levert geen bewijs voor dit specifieke idee. De Schrift maakt echter duidelijk dat er beschermengelen zijn. De cherubijnen bewaken de boom des levens in Genesis 3:24 en Psalm 91 spreekt van engelen die de psalmist bewaken. De verwijzing is meervoud en niet enkelvoud (Ps.91:11).

Herman Bavinck2 biedt veel wijsheid over dit onderwerp: “De meeste steun voor de leer van de beschermengelen komt uit Mattheüs 18:10, een tekst die ongetwijfeld impliceert dat een bepaalde klasse van engelen belast is met de taak om ‘de kleinen’ te beschermen. Er is hier echter niet eens een aanwijzing dat iedere uitverkorene zijn of haar eigen engel krijgt toegewezen. Dit idee wordt alleen gevonden in het apocriefe boek Tobit. Maar juist daardoor verraadt ook deze doctrine van beschermengelen haar oorsprong. “3 Handelingen 12:15 ondersteunt evenmin individuele beschermengelen. De meeste commentatoren stellen terecht dat de tekst een weerspiegeling is van het populaire Joodse geloof van de dienstmaagd. In die tijd geloofde men dat ieder mens een engelbewaarder had. Zij dacht dat Petrus die had (“zijn engel”). Deze tekst is echter een beschrijving van wat zij dacht en is niet de basis voor een doctrine.

Niet de hele schepping is gevallen, sommige engelen zijn niet gevallen.

In Genesis 3 vinden we dat de grond vervloekt is vanwege de zonde van Adam (Gen. 3:18). Het is dus niet verwonderlijk dat Paulus in Romeinen 8:20-22 schrijft over de kreunende schepping die bevrijd moet worden van het verval. Predikers en theologen verwijzen dan ook naar de gevallen schepping. Nuance is echter nodig. Er zijn schepselen die niet gezondigd hebben, die niet gevallen zijn. Dit zijn de engelen die, in tegenstelling tot Satan, trouw zijn gebleven aan hun schepper. Dit is een belangrijk feit. Het betekent dat de levende God nooit heeft opgehouden aanbeden te worden sinds het begin van de schepping. Openbaring 4-5 geeft een glimp van zo’n hemelse aanbidding.

Engelen verschijnen op sleutelmomenten in de Bijbelse verhaallijn.

Engelen verschijnen aan het begin van het Bijbelse verhaal met de cherubs (Gen. 3:24) en aan het eind ervan met de engel die Johannes toespreekt (Openb. 22:6). Belangrijk is dat engelen verschijnen op belangrijke momenten in de verlossingsgeschiedenis. Denk aan de uittocht van Gods volk uit Egypte (Ex. 14:19), en de daaropvolgende reis (Ex. 23:23), het geven van de wet (Gal. 3:19), de incarnatie van Gods Zoon (Luc. 1:26), zijn beproeving in de hof (Luc. 22:43), zijn opstanding uit de dood (Joh. 20:12), en zijn wederkomst ten oordeel (2 Thess. 1:5-8). Toch zijn zij slechts kleine spelers in het drama van de verlossing.

Engelachtigen komen in de bijbelse tekst op verschillende manieren voor.

In sommige bijbelse beschrijvingen van engelachtige wezens worden aan hen vleugels toegekend, hetzij vier (b.v. de cherubs in Ezechiël 41:18-19) of zes (b.v. de serafijnen in Jesaja 6:1-4). De taal is rijk aan metaforen en woordbeelden. Tertullianus in de tweede eeuw beweerde het volgende: “Elke geest is bezeten van vleugels. Dit is een gemeenschappelijke eigenschap van zowel engelen als demonen. Zij zijn dus in één ogenblik overal; de hele wereld is voor hen één plaats; alles wat er in de hele wereld gebeurt, is voor hen even gemakkelijk te weten als te melden.” De westerse kunst heeft zich laten leiden door uitspraken als deze, en sindsdien zijn er engelen met vleugels te zien. Bij andere gelegenheden verschijnen engelen vleugelloos en in menselijke gedaante (zie b.v. Gen. 18:2; 19:1-5). Tertullianus had een te materialistisch begrip van de aard van een geest.

Engelen mogen niet aanbeden worden.

Alleen de schepper is het waard aanbeden te worden (Rom. 1:24-25). Engelen zijn machtige wezens en er is een verleiding om ze te aanbidden. Wat er met Johannes gebeurde is daar een voorbeeld van. Een engel, gezonden door God, openbaarde hem wat hem te wachten stond. Zijn reactie was dramatisch: “Ik viel neer om te aanbidden aan de voeten van de engel die ze mij toonde” (Openb. 22:8). De reactie van de engel was empathisch: “Dat moet je niet doen! (Openb. 22:9). Waarom niet? De engel legde uit: “Ik ben een mededienstknecht met u . … God aanbidden” (Openb. 22:9). De valse leraars die de Kolossenzen lastig vielen, bepleitten daarentegen de aanbidding van engelen (Kol. 2:18). Ongevallen engelen weten wel beter.

De levende God is nooit opgehouden aanbeden te worden sinds het begin van de schepping.

Gelen zijn niet het voorwerp van gebed.

Er zijn in de Schrift geen voorbeelden te vinden van gebeden tot engelen gericht. Jezus heeft de mogelijkheid van hulp van engelen overwogen, maar door het aan de Vader te vragen. Toen Hij in de Hof van Gethsemane geconfronteerd werd met de menigte met knuppels en zwaarden, maakte Hij deze mogelijkheid duidelijk: “Denkt gij, dat Ik geen beroep kan doen op mijn Vader, en dat Hij mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen zal zenden?” (Matt. 26:53). Ik sluit niet uit dat ik tot de Vader zal bidden om hulp van engelen. Maar het aanspreken van engelen op zichzelf valt in een andere weg van bederf van het evangelie. Dit is de manier van tussenkomst. In plaats van de Vader en Jezus, als onze Grote Hogepriester, aan te spreken, worden een ander of anderen in hun plaats gesteld (b.v. Maria en de heiligen).

Engelen worden geoordeeld door gelovigen.

Mensen en engelen zijn personen. Op zijn minst is het vermogen om “ik” te zeggen in de spraak een voldoende reden om een schepsel persoonlijkheid toe te kennen. De engel die aan Johannes verschijnt spreekt in deze termen: “Ik ben een mededienstknecht met u en uw broeders, de profeten” (Openb. 22,9). Zowel mensen als engelen zijn morele personen. Hun schepper houdt beide soorten schepselen verantwoordelijk voor hun daden. Dientengevolge worden zowel gevallen engelen als gevallen mensen geconfronteerd met het goddelijk oordeel. Gelukkig, voor gelovigen, heeft Christus het voor ons onder ogen gezien. In de hiërarchie van belangrijkheid van de schepselen blijkt dat de mens hoger staat dan de engel. Volgens Paulus oordelen gelovigen over engelen (1Kor.6,3). Er is geen bijbelse tekst die het idee ondersteunt dat engelen ons oordelen.

De Schrift is aan ons gericht, niet aan engelen.

Het is een feit dat de Schrift niet aan engelen is gericht, maar aan ons. Er is daarom zoveel dat we niet weten over engelen. Als geesten hebben zij naar mijn mening geen lichaam, hoewel niet iedereen het met mij eens is. (Herbert Lockyer, bijvoorbeeld, beweert dat engelen “geestelijke lichamen” hebben.) Hoe is het om een geest te zijn? Waarom zijn sommige engelen van God weggelopen en andere niet? Engelenleer leent zich voor veel speculaties. De orthodoxe theoloog Sergius Boelgakov (Jakobs Ladder) beweert bijvoorbeeld dat er engelen van vuur en water zijn: “De engel van vuur zelf is vurig in die zin dat hij in zijn natuur het noetische element van vuur draagt, zoals de engel van water een waterige natuur heeft.” Hoe weet hij dit? Daarentegen moeten wij, net als Calvijn, zeer voorzichtig zijn wanneer wij verder gaan dan de Schrift en wanneer wij dat doen moeten wij zeggen dat dit is wat wij doen. Het evangelie kan bedorven worden door disproportionaliteit. Bepaalde Bijbelse waarheden kunnen centraal komen te staan in ons denken, terwijl ze niet centraal staan in de eigen accenten van de Bijbel. Er kan te veel van engelen worden gemaakt. Aanhangers van het New Age denken geven zo’n voorbeeld.

Noten:
1. Enarrationes in Psalmos 103, 1, 15.
2. Herman Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek, Deel 2: God en de schepping, trans. John Vriend, ed., John Bolt (Grand Rapids, MI: Baker Academic, 2004), 467.
3. Ibid.

Graham A. Cole is de auteur van Against the Darkness: The Doctrine of Angels, Satan, and Demons.

Graham A. Cole (ThD, Australian College of Theology) is deken en hoogleraar Bijbelse en systematische theologie aan de Trinity Evangelical Divinity School. Hij is een gewijd Anglicaans predikant, heeft in twee parochies gediend en was voorheen directeur van Ridley College. Graham woont in Libertyville, Illinois, met zijn vrouw, Jules. Hij is lid van Church of the Redeemer in Highwood, Illinois.

Populaire artikelen in deze serie

10 Dingen die je moet weten over de Aanwezigheid van God

J. Ryan Lister

June 06, 2016

Wat betekent het dat God zich in Christus neerbuigt en bij ons woont door Zijn Geest?

10 Dingen die je moet weten over de Hof van Eden

Nancy Guthrie

August 30, 2018

Van meet af aan was Eden niet bedoeld om statisch te zijn; het was ergens naar op weg.

10 Dingen die je moet weten over de Bijbelse verbonden

Thomas R. Schreiner

17 juli 2017

Thomas Schreiner deelt 10 belangrijke dingen die je moet weten over de Bijbelse verbonden-de ruggengraat van het bijbelse verhaal.

10 Dingen die je moet weten over christelijke ethiek

Wayne Grudem

24 juli 2018

Wat is christelijke ethiek en welke rol zou het moeten spelen in het leven van een gelovige?

Bekijk alles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.