Waar is de hemel? (Dichterbij dan u denkt)
In 1869 stond in The Scientific American een kort (en sardonisch) stukje over Dr. D. Mortimer, een arts die meende de plaats van de hemel te hebben gevonden. Zijn suggestie was, als ik het goed begrijp, een fascinerende. Volgens Dr. Mortimer lag de hemel binnen de zon als een uitgestrekte bol, “minstens 500.000 mijl in diameter.”
Blijkbaar geloofde Dr. Mortimer dat de gezegende bewoners van de hemel ofwel werden afgeschermd van de hitte van de zon ofwel fysiologisch werden getransformeerd (een idee gebaseerd op de geschriften van de apostel Paulus) zodat zij er konden gedijen. Deze locatie biedt ook het gemak van de nabijheid van een grote “vuurzee” voor hen die niet gezegend zijn.
Dr. Mortimer was niet de eerste persoon die de hemel ergens in de ruimte situeerde. Joseph Smith, de stichter van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (de Mormonen) schreef dat een hemellichaam dat Kolob werd genoemd “het dichtst bij de troon van God” was in de hemelse ruimte. Wat Joseph Smith daar ook mee bedoelde, hij leek te suggereren dat er een hemels rijk in de ruimte is. Anderen hebben de hemel in de sterrenhoop Pleiaden geplaatst.
Mensen die de hemel in de ruimte zoeken, beroepen zich op taal die in de Bijbel wordt gebruikt. God, bijvoorbeeld, “kijkt neer uit de hemel.” De psalmist slaat zijn ogen op naar God, wiens troon in de hemel is. Jezus beschreef zichzelf als degene die “van boven komt” en werd, tijdens de hemelvaart, “voor hun ogen opgenomen”. Zijn volgelingen stonden stomverbaasd, “kijkend in de hemel.”
Het plaatsen van Gods plaats in de hemel kan echter leiden tot kinderlijke en ongenaakbare voorstellingen van de hemel. Zo schreef Maria Shriver in een kinderboek over de dood: “een mooie plaats waar je op zachte wolken kunt zitten en met andere mensen kunt praten die daar zijn. s Nachts kun je naast de sterren zitten…”
Mrs. Shrivers hart zit op de juiste plaats, maar ik denk niet dat haar hemel dat is. De hemel die zij beschrijft is niet die van de bijbellezingen op zondagmorgen, maar die van tekenfilms op zaterdagmorgen, waarin Elmer Fudd wordt opgeblazen en zichzelf terugvindt op een wolk in een pluizige hemel. Het is Looney Toons theologie. Is er ooit een echte jongen of meisje geweest die een uur op zo’n saaie plek zou willen doorbrengen?
Maar de hemel situeren binnen een sterrenhoop heeft nog andere problemen. Ten eerste verwijst het Nieuwe Testament routinematig naar de hemel daarboven met het enkelvoud “hemel”, maar gebruikt het meervoud “hemelen” om Gods plaats aan te duiden, waarmee een onderscheid wordt erkend. Ten tweede, als Jezus letterlijk “opgenomen” werd in de hemelvaart buiten Jeruzalem, zou hij dan niet letterlijk “neergehaald” zijn met betrekking tot de andere kant van de wereld – laten we zeggen, Honolulu, Hawaii?
De vooraanstaande nieuwtestamenticus en theoloog N.T. Wright heeft geschreven dat “hemel en aarde in de bijbelse kosmologie niet twee verschillende locaties zijn binnen hetzelfde continuüm van ruimte of materie. Het zijn twee verschillende dimensies van Gods goede schepping.”
Volgens Wright betekent dit dat “de hemel zich tangentieel tot de aarde verhoudt…iemand die in de hemel is, kan tegelijkertijd overal en nergens op aarde aanwezig zijn.” Dit betekent dat de hemel de “controlekamer” van de aarde is, het “kantoor van de CEO, de plaats van waaruit instructies worden gegeven.”
De hemelvaart van Jezus was dus geen “verticaal opstijgen” maar een aanvaarding van zijn ambt als rechtmatig heerser van de aarde. Dit betekent dat hij “beschikbaar, toegankelijk is, zonder dat mensen naar een bepaalde plek op aarde hoeven te reizen” – een tempel of kerkgebouw – “om hem te vinden.” Dit verklaart waarom Jezus voor de hemelvaart kon zeggen: “Kijk, Ik ben altijd bij jullie.”
Dit te weten maakt bidden gemakkelijker. Als God lichtjaren ver weg is, kunnen we maar beter hardop bidden. Maar bidden is iets heel anders als Hij “beschikbaar, bereikbaar” is. De filosoof Dallas Willard zegt dat de “eerste hemel, in bijbelse termen, precies de atmosfeer of lucht is die je lichaam omringt.” Hij suggereert dat God zich tot de ruimte verhoudt zoals wij tot ons lichaam, wat betekent dat hij net zo dicht bij elk punt in de ruimte is – waartoe wij ook behoren – als wij bij onze vingers of ons hoofd.
Dit alles suggereert dat het antwoord op de vraag: “Waar is de hemel?” is: dichterbij dan je denkt.
Voor meer van Shayne Looper, bezoek www.shaynelooper.com.