Een korte analyse van John McCrae’s ‘In Flanders Fields’

Door Dr Oliver Tearle

Hoewel de associatie tussen klaprozenvelden en het herdenken van de oorlogsslachtoffers dateert van vóór de Eerste Wereldoorlog, werd het verband tussen oorlog en klaprozen zeker gepopulariseerd door WO I en in het bijzonder door dit gedicht van John McCrae, ‘In Flanders Fields’. John McCrae (1872-1918), een Canadese luitenant-kolonel, werd tot het schrijven ervan geïnspireerd nadat hij de begrafenisdienst had geleid voor een artillerieofficier, Alexis Helmer, die in het conflict was gesneuveld. Tijdens de afwezigheid van de kapelaan leidde McCrae als compagniesarts de begrafenis van de jongeman.

In Flanders Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still dapper singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Korte dagen geleden
leefden we, voelden de dageraad, zagen de zonsondergang gloren,
Liefden en werden bemind, en nu liggen we
in de velden van Vlaanderen.

Neem onze ruzie met de vijand op:
Aan u, uit falende handen, werpen we
de fakkel; aan u om hem hoog te houden.
Als gij breekt met ons die sterven
Wij zullen niet slapen, al groeien er klaprozen
In Flanders fields.

McCrae werd tot het gedicht geïnspireerd op 3 mei 1915, na de begrafenis van Helmer. Samengevat observeert het gedicht hoe klaprozen waaien in de velden waar de gesneuvelde soldaten (waaronder Helmer) begraven liggen. Het geluid van de afweergeschut aan het westelijk front heeft het natuurlijke gezang van de vogels in de lucht bijna overstemd – bijna, maar niet helemaal, dat is het opmerken waard. Er is nog hoop. Maar niet voor de mannen die gestorven zijn, die tot voor kort leefden en liefhadden.

Maar het gedicht noemt de oorlog niet zinloos (zoals Wilfred Owen, in zijn gedicht ‘Futility’, later in de oorlog zou doen): de laatste strofe roept de levenden op om het stokje (of, om McCrae’s symbool te gebruiken, de fakkel) over te nemen en de strijd tegen de vijand voort te zetten. Als de levenden de strijd, begonnen door hen die hun leven gaven, niet afmaken, zullen de doden niet in hun graf kunnen rusten (dit maakt McCrae’s gedicht tot een moderne wraak-tragedie, waarin de geest van de benadeelde dode terugkeert en aankondigt dat hij niet in vrede kan rusten voordat zijn dood is gewroken – zie bijvoorbeeld Shakespeare’s Hamlet). Het gedicht begint met de drie woorden die de titel vormen, en eindigt met dezelfde drie woorden: In Flanders fields’.

Ligt de idyllische openingsstrofe van Tennysons Arthuriaanse gedicht ‘The Lady of Shalott’ op de loer achter de eerste strofe van McCrae’s gedicht? Tennysons gedicht begint als volgt:

Aan weerszijden van de rivier liggen
Lange velden van gerst en rogge,
Die de wereld bedekken en de hemel ontmoeten;
En door het veld loopt de weg
Naar het vele torens tellende Camelot.

De twee gedichten hebben een vergelijkbaar ritme, verwijzingen naar hemel en velden, en vergelijkbare rijmwoorden. Toeval, misschien. Maar het is suggestief om te denken dat McCrae in zijn eigen gedicht misschien aan Tennysons landelijke paradijs herinnerde; ook in Tennysons gedicht zal het paradijs spoedig verloren gaan.

Op het punt van rijm is het opmerkelijk dat McCrae’s gedicht slechts twee verschillende rijmklanken gebruikt: de ‘I’-klanken van sky/fly/lie/high/die en de ‘O’-klanken van blow/row/below/ago/glow/foe/throw/grow. En, natuurlijk, ‘velden’, in dat herhaalde refrein, ‘In Flanders fields’. Dit maakt het gedicht bijna chantachtig, en verleent vooral de laatste strofe overtuiging.

De zin ‘Wij zijn de doden’ uit het begin van de tweede strofe is wellicht de inspiratiebron geweest voor de zin die Winston en Julia gebruiken in George Orwells dystopische meesterwerk, Nineteen Eighty-Four. Maar zelfs voordat WO I voorbij was, was de stemming al verduisterd, met latere oorlogsdichters die de gruwelen van de oorlog nauwkeuriger analyseerden, met ‘wratten en al’. Wilfred Owen kon het geloof van McCrae niet delen dat de oorlog het waard was om vol te houden. Dood leidde alleen maar tot meer dood. McCrae zou, net als Owen, de wapenstilstand niet meemaken: hij stierf in januari 1918 aan longontsteking.

De beste betaalbare bloemlezing van oorlogspoëzie is Poetry of the First World War An Anthology (Oxford World’s Classics). Het is zeker de moeite waard om erin te investeren, vooral omdat het niet meer kost dan een lunch meestal kost.

Voor meer natuurpoëzie met een donkerder kantje, zie onze analyse van Blake’s gedicht over corruptie en ‘karmozijnrode vreugde’, ‘The Sick Rose’. Of bekijk onze top tips voor het schrijven van een goed Engels Literatuur essay. Voor meer oorlogspoëzie, zie onze analyse van Owen’s ‘Anthem for Doomed Youth’ en Rosenberg’s ‘Break of Day in the Trenches’. Als je poëzie studeert, raden we je aan deze vijf boeken voor de poëziestudent te bekijken.

De auteur van dit artikel, Dr Oliver Tearle, is literair criticus en docent Engels aan de Loughborough University. Hij is de auteur van, onder andere, The Secret Library: A Book-Lovers’ Journey Through Curiosities of History en The Great War, The Waste Land and the Modernist Long Poem.

Afbeelding: John McCrae in ca. 1914, door William Notman and Son; Wikimedia Commons.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.